Operating Instructions and Installation Instructions

51
Installatie - voor de installateur
!
Materiële schade
Voor de werking van het toestel moet de zeef inge-
bouwd zijn.
» Controleer bij het vervangen van het toestel of
de zeef aanwezig is (zie hoofdstuk "Installatie/
onderhoud").
Doorstroomvolumebegrenzer verwijderen/
vervangen
Info
Is uw systeem uitgerust met een thermostaatkraan,
dan mag de doorstroomvolumebegrenzer niet wor-
den verwijderd.
L1’
2
L
L
L
X11
26_02_02_0771
2
1
1 Kunststof vormring
2 Doorstroomvolumebegrenzer
» Verwijder de doorstroomvolumebegrenzer. Hermon-
teer de kunststof vormring.
DDLE Basis 18/21/24: Doorstroomvolumebegrenzer ver-
vangen
» Hebt u gekozen voor een aansluitvermogen van
24 kW, dan dient u de ingebouwde doorstroomvo-
lumebegrenzer (witte uitvoering) te vervangen door
de meegeleverde doorstroomvolumebegrenzer
(oranje uitvoering, aan de koudwaterbuis bevestigd).
Elektriciteit aansluiten
WAARSCHUWING elektrische schok
Voer alle werkzaamheden voor elektriciteitsaanslui-
tingen en installatie uit conform de voorschriften.
WAARSCHUWING elektrische schok
De aansluiting op het stroomnet is alleen toegestaan
als vaste aansluiting in combinatie met de uitneem-
bare kabeltulle. Het toestel moet op alle polen met
een afstand van minstens 3 mm van de aansluiting
van het net losgekoppeld kunnen worden.
WAARSCHUWING elektrische schok
Zorg ervoor dat het toestel is aangesloten op de
aardleiding.
!
Materiële schade
Neem de gegevens op het typeplaatje in acht. De
aangegeven spanning moet overeenkomen met de
netspanning.
» Sluit de aansluitkabel aan op de netaansluitklem
(zie hoofdstuk "Installatie/technische gegevens/
elektriciteitsschema").
DDLE Basis 18/21/24: Codeerstekker
verplaatsen
Het toestel is bij levering ingesteld voor 21 kW. Als u
een ander vermogen wenst, moet u de volgende stappen
uitvoeren:
D0000047341
» Verplaats de codeerstekker overeenkomstig het
gekozen aansluitvermogen (selecteerbaar aansluit-
vermogen en zekering van het toestel, zie hoofdstuk
"Installatie/technische gegevens/gegevenstabel").
» Markeer het geselecteerde aansluitvermogen op het
typeplaatje. Doe dat met een balpen.
Onderstuk van achterwand monteren
3
L
3’
4
L
2’
1
L
1’
2
L
L
L
NT C
T- sol
l
X11
26_02_02_1348
» Zet het onderstuk van de achterwand vast in de ach-
terwand. Klik het onderstuk van de achterwand vast
in de achterwand.
» Lijn het gemonteerde toestel uit door de bevesti-
gingsknevel los te maken, de elektrische aansluiting
en de achterwand uit te lijnen en de bevestigings-
knevel weer vast te draaien. Als de achterwand van
het toestel niet goed tegen de wand komt, kunt u het
toestel onderaan met twee extra schroeven bevesti-
gen (zie hoofdstuk "Installatie/montagealternatieven/
waterinstallatie opbouw").