Operating Instructions and Installation Instructions

12
Inhoud - Bijzondere info
BIJZONDERE INFO
BEDIENING
1. Algemene aanwijzingen ............................................ 13
2. Veiligheid .................................................................... 13
3. Toestelbeschrijving ................................................... 14
4. Reiniging, verzorging en onderhoud ...................... 14
5. Problemen verhelpen ................................................ 14
INSTALLATIE
6. Veiligheid .................................................................... 15
7. Toestelbeschrijving ................................................... 15
8. Voorbereidingen ........................................................ 15
9. Montage ...................................................................... 15
10. Ingebruikname ........................................................... 16
11. Instellingen ................................................................. 17
12. Buitendienststelling .................................................. 17
13. Storingen verhelpen .................................................. 17
14. Onderhoud ................................................................. 17
15. Technische gegevens ............................................... 18
GARANTIE
MILIEU EN RECYCLING
BIJZONDERE
INFO
Het toestel kan door kinderen vanaf 8 jaar,
alsmede door personen met verminderde
fysieke, sensorische of geestelijke vermo-
gens of met een gebrek aan ervaring en
kennis gebruikt worden, wanneer er toezicht
op hen gehouden wordt, of wanneer ze met
betrekking tot het veilige gebruik van het
toestel geïnstrueerd zijn en de gevaren die
daaruit ontstaan, begrepen hebben. Kinde-
ren mogen niet met het toestel spelen. Kin-
deren mogen zonder toezicht geen reiniging
of gebruikersonderhoud uitvoeren.
Bij vaste aansluiting op het elektriciteitsnet
via een aansluitdoos moet het toestel met
een afstand van minstens 3 mm op alle
polen van het elektriciteitsnet kunnen losge-
koppeld worden.
De aansluitkabel mag bij beschadiging of
vervanging alleen vervangen worden door
een origineel onderdeel en door een in-
stallateur die daartoe door de fabrikant ge-
machtigd is.
Monteer het toestel zoals beschreven in het
hoofdstuk "Installatie/montage".
Neem de maximaal toegelaten druk in
acht (zie hoofdstuk "Installatie/technische
gegevens/gegevenstabel").
Het toestel staat onder druk. Tijdens ver-
warming druppelt expansiewater uit de
veiligheidsklep.
Stel periodiek de veiligheidsklep in werking,
zodat vastzitten, bv. door kalkafzettingen,
voorkomen wordt.
Tap het toestel af zoals beschreven in het
hoofdstuk "Installatie/onderhoud/het toestel
aftappen".
Let er bij het bepalen van de afmetingen
van de afvoerleiding op dat het water bij vol-
ledig geopende veiligheidsklep ongehinderd
kan afgevoerd worden.
Monteer de afvoerleiding van de veiligheids-
klep met een constante afwaartse helling in
een vorstvrije ruimte.
De afvoerleiding van de veiligheidsklep
moet aan de atmosfeerzijde geopend
blijven.