Operation Manual

Eurofon C 1220
39
9 Bijlage
9.1 Probleem oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De handset heeft niet
worden ingeschakeld.
De batterijen zijn leeg
of verkeerd geplaatst .
De batterijen zijn be-
schadigd of niet ge-
schikt.
De handset is defect.
Laad uw handset op ge-
durende enkele minuten.
Controleer of de batterijen
correct zijn geplaatst als u
de handset nog steeds niet
kunt inschakelen
Wanneer het probleem niet
is opgelost met de hierbo-
ven beschreven actie, moet
u nieuwe batterijen plaat-
sen.
Neem contact op met uw
leverancier
De handset heft geen ver-
binding met het basissta-
tion.
Het basisstation krijgt
geen voeding.
Controleer de voedings-
adapter op het stopcontact.
Er is geen kiestoon te
horen in de handset.
De telefoonkabel is niet
aangesloten
Controleer de aansluiting
van de telefoonkabel.
U hoort een toon tijdens het
gesprek.
De batterij is bijna leeg. Laad de batterijen op.
U hoort ruis en storingen
tijdens een gesprek.
De handset is te ver
van het basisstation
verwijderd.
Ga dichter bij het basis-sta-
tion staan.
De handset belt niet bij bin-
nenkomende
oproepen.
Het oproepvolume is
ingesteld op UIT.
Pas het volume aan (zie
Hoofdstuk 8.1.3 pagina 30
& Hoofdstuk 8.1.8 pagina
32).
De handset kan alleen
oproepen aannemen. De
toetsen zijn geblokkeerd.
U hebt de toetsenver-
grendeling geactiveerd.
Schakel de toetsenvergren-
deling uit (zie Hoofdstuk
8.1.9 pagina 32)
Enkele comfortfuncties van
de netwerkleverancier of de
telefooncentrale
werken niet correct.
De ashtijd is niet juist
ingesteld.
Controleer de ashtijd en
stel deze juist in
(zie Hoofdstuk
8.2.1 pagina
37).