Owner's manual

8.1 De filters reinigen
C
B
A
1.
Draai het filter (A) linksom en verwij-
der het.
A1
A2
2.
Haal om het filter (A) te demonte-
ren, (A1) en (A2) uit elkaar.
3.
Verwijder het filter (B).
4.
Reinig de filters met water.
5.
Zet het filter (B) terug in de startpo-
sitie. Zorg ervoor dat ze goed wor-
den gemonteerd onder de twee ge-
leiders (C).
6.
Monteer het filter (A) en zet het in
positie in filter (B). Rechtsom draai-
en tot het vastzit.
Een onjuiste plaatsing van de fil-
ters kan leiden tot slechte wasre-
sultaten en het apparaat bescha-
digen.
8.2 De sproeiarmen reinigen
Probeer niet de sproeiarmen te verwij-
deren.
Als etensresten de openingen in de
sproeiarmen hebben verstopt, verwijder
deze dan met een smal en puntig voor-
werp.
8.3 Buitenkant reinigen
Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaak-
middelen. Gebruik geen schuurmidde-
len, schuursponsjes of oplosmiddelen.
9. PROBLEEMOPLOSSING
Het apparaat start of stopt niet tijdens
de werking.
Raadpleeg voordat u contact opneemt
met de service-afdeling, de informatie
die volgt voor oplossing van het pro-
bleem.
Bij sommige problemen knipperen be-
paalde lampjes continu en/of met tus-
senpozen en wordt er tegelijkertijd
een alarmcode weergegeven.
NEDERLANDS 13