User manual

Controle- en informatiesysteem
58
Een temperatuurstijging van meer dan 5 °C kan eventueel veroorzaakt
worden door:
de deur vaak of langdurig te openen;
grote hoeveelheden warme levensmiddelen op te slaan;
een defect aan het apparaat.
Met de WAARSCHUWING UIT toets kan het waarschuwingsalarm
uitgeschakeld worden.
Waarschuwingsaanwijzing en waarschuwingsalarm worden auto-
matisch uitgeschakeld als de IST-temperatuur in de diepvriesruimte
weer daalt en noch slechts 4 °C hoger is dan de ingestelde SOLL-
temperatuur.
Aanwijzing:
Rode waarschuwingslampje en waarschuwingsalarm worden niet
geactiveerd:
nadat de temperatuur is ingesteld, zolang tot de ingestelde SOLL-
temperatuur bereikt is (uitzondering: IST-temperatuur bedraagt
meer dan -10 °C).
Alleen het waarschuwingsalarm wordt niet geactiveerd:
nadat het apparaat is ingeschakeld, zolang totdat de ingestelde
SOLL-temperatuur voor de eerste keer bereikt wordt;
indien de FROSTMATIC toets is ingedrukt.
Ontdooiwaarschuwing
Als de diepvriesproducten ontdooid zijn (bijv. bij een tijdelijke
stroomuitval) knippert het rode waarschuwingslampje.
Bovendien laat de temperatuuraanwijzing afwisselend zien:
de hoogste temperatuur die de diepvriesproducten hebben gekregen;
alsmede de IST-temperatuur die op dat moment in de diepvriesruimte
heerst.
Als de verdenking bestaat dat de levensmiddelen ontdooid zijn, de
kwaliteit en het verdere gebruik ervan controleren.
Zodra de temperatuur in de diepvriesruimte weer beneden de kritische
ontdooitemperatuur van -4 °C gezonken is, kan de
ontdooiwaarschuwing met de WAARSCHUWING UIT toets
uitgeschakeld worden.
3
Na inschakeling van het apparaat wordt de ontdooiwaarschuwing
zolang uitgeschakeld tot de ingestelde SOLL-temperatuur voor de
eerste maal bereikt is.