User manual

Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing
Er klinkt een geluid als het ap-
paraat wordt uitgeschakeld.
U hebt een of meer tiptoetsen afgedekt. Verwijder het voorwerp
van de tiptoetsen.
De restwarmte-indicatie gaat
niet aan.
De kookzone is niet heet, omdat hij slechts kortstondig is ge-
bruikt. Als de kookzone heet moet zijn, neem dan contact op met
de klantenservice.
Er klinkt een geluid en het ap-
paraat schakelt in en weer uit.
Na vijf seconden klinkt er nog
een geluid.
U heeft iets geplaatst op . Verwijder het object van de tip-
toets.
gaat branden.
De automatische uitschakeling is in werking getreden. Schakel
het apparaat uit en weer in.
en een getal gaan branden.
Er is een fout in het apparaat opgetreden.
Maak de zekering los in de meterkast om het apparaat gedurende
enige tijd los te koppelen van de elektriciteit. Sluit opnieuw aan.
Als
weer gaat branden, neem dan contact op met de klanten-
service.
Er klinkt geen signaal wanneer
u de tiptoetsen van het bedie-
ningspaneel aanraakt.
De signalen zijn uitgeschakeld.
Activeer de signalen (zie In- en uitschakelen van de geluiden).
Als u door het volgen van de bovenstaande suggesties het probleem niet kunt oplossen,
dient u contact op te nemen met uw vakhandelaar of de klantenservice. Geef de gegevens
door van het typeplaatje, een driecijferige code voor de glaskeramische plaat (bevindt zich
op de hoek van de kookplaat) en de foutmelding die wordt weergegeven.
Bij foutieve bediening van het apparaat wordt het bezoek van de technicus van de klanten-
service of de vakhandelaar in rekening gebracht, zelfs tijdens de garantieperiode. De in-
structies over de klantenservice en de garantiebepalingen vindt u in het garantieboekje.
MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
Voor montage
Noteer voor montage van het apparaat de onderstaande informatie van het typeplaatje.
Het typeplaatje bevindt zich aan de onderkant van de behuizing van het apparaat.
Model ...........................
Productnummer (PNC) ........................................
Serienummer (S.N.)..............
Inbouwapparatuur
Inbouwapparaten mogen alleen worden gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in geschikte
inbouwunits of werkbladen die aan de normen voldoen.
Montage
17