User Manual

2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
WAARSCHUWING !
Alleen een erkende
installatietechnicus mag
het apparaat installeren.
Verwijder alle
verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen
beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies op
die zijn meegeleverd met het
apparaat.
Houd de minimumafstand naar
andere apparaten en units in
acht.
Pas altijd op bij verplaatsing van
het apparaat, want het is zwaar.
Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
Dicht de oppervlakken af met kit
om te voorkomen dat ze gaan
opzetten door vocht.
Bescherm de bodem van het
apparaat tegen stoom en vocht.
Installeer het apparaat niet naast
een deur of onder een raam. Dit
voorkomt dat heet kookgerei van
het apparat valt als de deur of het
raam wordt geopend.
Als het apparaat geïnstalleerd is
boven lades zorg er dan voor dat
de ruimte tussen de onderkant
van het apparaat en de bovenste
lade voldoende is voor
luchtcirculatie.
De onderkant van het apparaat
kan heet worden. Wij raden aan
om een onbrandbaar
scheidingspaneel te plaatsen
onder het apparaat om te
voorkomen dat de onderkant kan
worden aangeraakt.
Zorg ervoor dat er een
ventilatieruimte van 2 mm vrij is
tussen het werkblad en de
voorkant van de onderste unit. De
garantie dekt geen schade
veroorzaakt door het gebrek aan
een adequate ventilatieruimte.
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING !
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen
moeten door een gediplomeerd
elektromonteur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Verzeker u ervan dat de stekker
uit het stopcontact is getrokken,
voordat u welke werkzaamheden
dan ook uitvoert.
Controleer of de elektrische
informatie op het typeplaatje
overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem
dan contact op met een
elektromonteur.
Zorg ervoor dat het apparaat
correct is geïnstalleerd. Losse en
onjuiste stroomkabels of stekkers
(indien van toepassing) kunnen
ervoor zorgen dat de contactklem
te heet wordt.
Gebruik de juiste stroomkabel.
Voorkom dat de stroomkabels
verstrikt raken.
51