User manual

4.4 Het kinderslot
Deze functie voorkomt dat het
kooktoestel onbedoeld wordt gebruikt.
Om de functie in te schakelen: schakel
de kookplaat in met . Stel geen
kookstand in. Raak gedurende 4
seconden
aan van de twee voorste
kookzones.. gaat branden. Schakel de
kookplaat uit met .
Om de functie uit te schakelen: schakel
de kookplaat in met . Stel geen
kookstand in. Raak gedurende 4
seconden aan van de twee voorste
kookzones. gaat branden. Schakel de
kookplaat uit met .
De functie gedurende één kooksessie
onderdrukken schakel de kookplaat in
met . gaat aan. Raak gedurende 4
seconden aan van de twee voorste
kookzones. Stel de kookstand in binnen
10 seconden. U kunt het kooktoestel
bedienen. Als u de kookplaat uitschakelt
met
, treedt de functie weer in
werking.
5. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 Kookgerei
De bodem van het
kookgerei moet zo dik en
vlak mogelijk zijn.
Kookgerei gemaakt van
geëmailleerd staal of met
aluminium of koperen
bodems, kunnen tot
verkleuringen leiden van de
glazen keramische
kookplaat.
5.2 Voorbeelden van
kooktoepassingen
De gegevens in de volgende
tabel dienen slechts als
richtlijn.
Kookstand Gebruik om: Tijd
(min)
Tips
1 Bereide gerechten warmhou-
den.
zoals
nodig
Een deksel op het kookgerei
doen.
1 - 2 Hollandaisesaus, smelten: bo-
ter, chocolade, gelatine.
5 - 25 Van tijd tot tijd mengen.
1 - 2 Stollen: luchtige omeletten,
gebakken eieren.
10 - 40 Met deksel bereiden.
2 - 3 Zachtjes aan de kook brengen
van rijst en gerechten op melk-
basis, reeds bereide gerechten
opwarmen.
25 - 50 Voeg minstens tweemaal zo-
veel vloeistof toe als rijst,
melkgerechten tijdens het be-
reiden tussendoor roeren.
NEDERLANDS 9