User manual

11. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
11.1 Wat moet u doen als...
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
U kunt de kookplaat niet in-
schakelen of bedienen.
De kookplaat is niet aange-
sloten op een stopcontact of
is niet goed geïnstalleerd.
Controleer of de kookplaat
goed is aangesloten op het
lichtnet. Raadpleeg het aan-
sluitdiagram.
De zekering is doorgesla-
gen.
Ga na of de zekering de oor-
zaak van de storing is. Als de
zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact
op met een erkende installa-
teur.
Stel gedurende 60 seconden
geen kookstand in.
Schakel de kookplaat op-
nieuw in en stel de kook-
stand binnen 60 seconden
in.
U hebt 2 of meer sensorvel-
den tegelijk aangeraakt.
Raak slechts één tiptoets te-
gelijk aan.
Pauzeren is in werking. Raadpleeg "Dagelijks ge-
bruik".
Het display reageert niet op
de aanraking.
Een gedeelte van het display
is bedekt, of de pannen zijn
te dicht bij het display ge-
plaatst.
Er is wat vloeistof of een ob-
ject op het scherm.
Verwijder de voorwerpen.
Plaats de pannen verder van
het display.
Reinig het scherm, wacht tot
het apparaat is afgekoeld.
Trek de stekker van de kook-
plaat uit het stopcontact.
Steek de stekker van de
kookplaat er na 1 minuut
weer in.
Er klinkt een geluidssignaal
en de kookplaat wordt uit-
geschakeld.
Er klinkt een geluidssignaal
als de kookplaat wordt uit-
geschakeld.
U hebt een of meer tiptoet-
sen afgedekt.
Verwijder het voorwerp van
de tiptoetsen.
De kookplaat schakelt uit.
U hebt iets op sensorveld
gezet.
Verwijder het object van het
sensorveld.
NEDERLANDS 23