User manual
818 14 31-01/9 29
Geluiden als het apparaat in bedrijf is
De volgende geluiden zijn karakteristiek voor koelapparaten:
• Klikken
Altijd als de compressor in- of uitgeschakeld wordt, is een klikgeluid
te horen.
• Zoemen
Zodra de compressor werkt, is een zoemgeluid te horen.
• Borrelen/kabbelen
Als koelvloeistof door dunne buisjes stroomt, is een borrelend of kab-
belend geluid te horen. Ook na het uitschakelen van de compressor is
dit geluid nog korte tijd te horen.
Doel, normen, richtlijnen
Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met
inachtneming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt.
Bij de fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist zijn
volgens de Duitse wet op de veiligheid van toestellen (GSG), de Duitse
voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij koude-installaties
(VBG 20) en de bepalingen van de vereiniging van Duitse elektrotech-
nici (VDE).
De koudecirculatie is op dichtheid getest.
;
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
– 73/23/EEG van 19.2.1973 - Laagspanningsrichtlijn
– 89/336/EEG van 3.5.1989
(met inbegrip van Wijzigingsrichtlijn 92/31/EWG) - EMC-richtlijn
Ongewone geluiden.
Apparaat staat niet recht.
Voorste stelvoetjes bijstel-
len.
Apparaat staat tegen de
muur of tegen andere
voorwerpen aan.
Apparaat iets wegtrekken.
Een onderdeel, bijv. een
buis, aan de achterkant van
het apparaat maakt con-
tact met een ander onder-
deel van het apparaat of
met de muur
Eventueel dit onderdeel
voorzichtig wegbuigen.
Storing Mogelijke oorzaak Hulp