User manual

Opstel- en aansluitaanwijzing
33
Aansluiten van de afwasautomaat
Wateraansluiting
De machine is uitgerust met veiligheidsvoorzieningen die verhinderen
dat spoelwater in het drinkwaternet kan terugstromen en voldoen aan
de betreffende watertechnische veiligheidsvoorschriften.
De afwasautomaat kan aan koud water en aan warm water tot
max. 60 °C worden aangesloten.
De afwasautomaat mag niet aan open heetwatertoestellen en door-
stroomtoestellen worden aangesloten.
Toelaatbare waterdruk
Toevoerslang aansluiten
1
De toevoerslang mag bij het aansluiten niet geknikt, platgedrukt of
ineengestrengeld zijn.
0 Toevoerslang met de slangkoppeling (DIN 259) aan een waterkraan met
buitenschroefdraad (3/4") aansluiten. De moer van de slangkoppeling
alleen met de hand aandraaien.
3
Om de mogelijkheden om in de keuken water te tappen niet te beper-
ken, adviseren wij u een extra waterkraan te installeren of aan de
aanwezige kraan een aftakking te bouwen.
Als u een langere toevoerslang nodig hebt, moet u één van de vol-
gende in de handel verkrijgbare VDE-goedgekeurde complete slang-
sets gebruiken:
slangset WRflex 100 (E-nr.: 911 239 034)
slangset WRflex 200 (E-nr.: 911 239 035)
Minimaal toelaatbare waterdruk:
1 bar (=10 N/cm
2
=100 kPa)
Als de waterdruk lager dan 1 bar is, dient
u uw installateur te raadplegen.
Maximaal toelaatbare waterdruk:
10 bar (=100 N/cm
2
=1 MPa)
Bij meer dan 10 bar waterdruk moet een
reduceerventiel worden geïnstalleerd
(verkrijgbaar bij de vakhandel)