User manual

(niet in verticale positie) afhankelijk
van de positie van uw waterkraan.
45°
20°
13.9 Noodafvoer
Als het apparaat het water niet kan
wegpompen, voert u dezelfde procedure
uit zoals beschreven in de paragraaf
'Reinigen van de afvoerpomp'. Maak de
pomp zo nodig schoon.
13.10 Voorzorgsmaatregelen
bij vorst
Als het apparaat is geïnstalleerd op een
plek waar de temperatuur 0°C of
daaronder kan bereiken, dan dient u het
resterende water uit de afvoerslang en
de afvoerpomp te verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de
toevoerslang in een bak en laat het
water uit de slang stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de
noodafvoerprocedure.
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert
u de toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de
temperatuur hoger is dan
0°C voordat u het apparaat
opnieuw gebruikt.
De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor
schade die door lage
temperaturen is veroorzaakt.
14. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
14.1 Inleiding
Het apparaat start of stopt niet tijdens de
werking.
Probeer eerst een oplossing voor het
probleem te vinden (raadpleeg de tabel
'Mogelijke storingen'). Als het probleem
aanhoudt, neemt u contact op met de
Servicedienst.
In geval van ernstige problemen klinkt
het geluidssignaal, geeft het display
een alarmcode weer en kan de Start/
Pauze toets voortdurend knipperen:
- Het apparaat wordt niet goed
gevuld met water. Start het apparaat
opnieuw, na de juiste controle, door
op de Start/Pauze knop te drukken.
Als de fout blijft bestaan, zal de
alarmcode weer verschijnen.
- Het apparaat pompt geen
water weg.
- De deur is open of niet goed
gesloten. Controleer de deur!
Als het apparaat te vol
geladen is, moet u een
aantal items uit de
trommel verwijderen
en/of moet u tegen de
deur duwen en drukt u
tegelijkertijd op de Start/
Pauze knop totdat de
aanduiding stopt
met knipperen (zie de
onderstaande
afbeelding).
NEDERLANDS 31