User manual

te krijgen. Houd bij hoe lang uw droog-
programma's duren.
Statische lading na het drogen voorko-
men:
Gebruik wasverzachter tijdens de was-
fase.
Gebruik speciale wasverzachter voor
droogautomaten.
Zorg dat u uw wasgoed aan het einde
van het droogprogramma zo snel moge-
lijk uit het apparaat haalt.
10.8 Extra drogen
Als het wasgoed aan het einde van het
droogprogramma nog steeds vochtig is,
stelt u nogmaals een korte droogfase in.
WAARSCHUWING!
Om kreuken in stof of krimpen
van kleding te voorkomen,
moet u de was niet té droog
maken.
11. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Haal de stekker uit het stopcontact voor-
dat u het apparaat reinigt.
11.1 Ontkalken
Het water dat wij gebruiken, bevat kalk.
Als het nodig is dient u waterverzachter
te gebruiken om deze kalk te verwijde-
ren.
Gebruik een speciaal product voor was-
automaten. Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van de produ-
cent.
Doe dit apart van het wassen van was-
goed.
11.2 Buitenkant reinigen
Het apparaat alleen schoonmaken met
zeep en warm water. Maak alle opper-
vlakken volledig droog.
LET OP!
Gebruik geen brandspiritus, op-
losmiddelen of chemische pro-
ducten.
11.3 Onderhoudswasbeurt
Bij programma's met lage temperaturen
is het mogelijk dat er wat wasmiddel
achterblijft in de trommel. Voer regelma-
tig een onderhoudswas uit. Om dit te
doen:
Haal al het wasgoed uit de trommel.
Stel het heetste wasprogramma in
voor katoen
Gebruik de juiste hoeveelheid poe-
derwasmiddel met biologische eigen-
schappen.
Houd de deur enige tijd open na elke
wasbeurt, om schimmels te voorkomen
en onprettige geurtjes te verwijderen.
11.4 Deurrubber
Controleer het deurrubber regelmatig
en verwijder voorwerpen uit de binnen-
kant.
11.5 Trommel
Controleer de trommel regelmatig om
kalk en roestdeeltjes te voorkomen.
Gebruik alleen speciale producten om
roestdeeltjes uit de trommel te verwijde-
ren.
Ga als volgt te werk:
NEDERLANDS 25