User manual
39
Opstel- en aansluitaanwijzing
Wateraansluiting
De wasautomaat bezit veiligheidsinrichtingen die ervoor zorgen dat het
drinkwater niet door terugstromen verontreinigd kan worden en die
voldoen aan de voorschriften van de waterleidingbedrijven. Verdere
beschermende maatregelen in de installatie zijn daarom niet nodig.
Attentie! Apparaten voor aansluiting aan koud water mogen niet aan
warm water worden aangesloten!
Waterdruk
De waterdruk moet minimaal 0,5 bar ( 0,05 MPa) en
maximaal 8 bar (= 0,8 MPa) zijn.
Bij meer dan 8 bar: reduceerventiel installeren
Bij minder dan 0,5 bar: toevoerslang aan de kant
van het apparaat bij de magneetinlaatklep
losschroeven en de doorstroomregelaar eruit
nemen (de zeef m.b.v. een spitse tang verwijderen
en de rubber schijf daarachter uitnemen). Zeef
weer inzetten.
Watertoevoer
Meegeleverd wordt een aqua-control-slang van
1,5 meter lang.
Deze biedt optimale bescherming tegen
waterschade. In geval van een storing blokkeert
het systeem de watertoevoer naar het apparaat.
De storing wordt aangegeven doordat een rode
markering in het venstertje verschijnt. Neem dan
contact op met onze service-afdeling.
Als u een langere toevoerslang nodig hebt,
gebruikt u dan uitsluitend een bij onze service-
afdeling verkrijgbare, VDE-goedgekeurde
complete slangenset met gemonteerde
slangkoppeling.
In geen geval de slang verlengen!
.