Operation Manual

28
De wascyclus voorbereiden
waspoeder voor tere weefsels (60°C max) en wol,
vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor wasprogramma’s op lage
temperatuur (60°C max) voor alle soorten weefsels, of speciaal voor alleen
wol.
De wasmiddelen en evt. andere toe te voegen middelen moeten in het juiste
vakje van de wasmiddellade worden gedaan voordat het wasprogramma kan
worden gestart.
Als gebruik wordt gemaakt van geconcentreerd waspoeder of vloeibaar
wasmiddel, dient een programma zonder voorwas te worden geselecteerd.
Giet vloeibaar wasmiddel in het vakje met het teken vlak voordat u het
programma start.
Wasverzachter of stijfsel moeten in het vakje met het teken worden gegoten
voordat u het wasprogramma start.
Volg de aanbevelingen van de fabrikant op voor wat betreft de te gebruiken
hoeveelheden en overschrijd het «MAX» teken in de wasmiddellade niet.
Hoeveelheid wasmiddel
Het type en de hoeveelheid wasmiddel hangen af van het type weefsel, de
hoeveelheid wasgoed, de mate van vervuiling en de hardheid van het water.
Volg de instructies van de wasmiddelfabrikant over de te gebruiken
hoeveelheden.
Gebruik minder wasmiddel als:
als u een kleine lading wast,
het wasgoed licht vervuild is,
er veel schuimvorming is tijdens het wassen.
Graden van waterhardheid
De hardheid van water wordt geclassificeerd in zogenaamde “hardheidsgraden.
Informatie over de hardheid van het water in uw omgeving kan worden
verkregen bij het desbetreffende waterleidingbedrijf of bij de lokale instanties.
Opmerking: Een waterontharder moet worden toegevoegd als het water een
gemiddeld-hoge hardheidsgraad heeft (vanaf hardheidsgraad II). Volg de
instructies van de fabrikant op. De hoeveelheid wasmiddel kan altijd worden
aangepast aan de hardheidsgraad I (=zacht).
ggrraaaadd
1
Kenmerk
zacht
GGrraaddeenn vvaann wwaatteerrhhaarrddhheeiidd
DDuuiittss
°°ddHH
FFrraannss
°°TTHH..
0-7 0-15
2 gemiddeld 8-14 16-25
3 hard 15-21 26-37
4 erg hard > 21 > 37
132960130_NL.qxd 29/08/2008 16.44 Pagina 28