Operation Manual

Gebruiksaanwijzing
15
Het wasgoed uiteengevouwen in de trommel steken.
Neem de verzorgingsvoorschriften "apart wassen" en "meermaals
apart wassen" in acht!
Soorten wasgoed en onderhoudskentekens
De onderhoudskentekens helpen bij het kiezen van het juiste waspro-
gramma. Het wasgoed moet volgens soort en onderhoudskenteken
gesorteerd worden. De temperatuuraanduidingen op het onderhouds-
kenteken zijn telkens maximale aanduidingen.
Witte was ç
Textiel uit katoen en linnen met dit onderhoudskenteken is bestand
tegen mechanische belasting en hoge temperaturen. Voor dit wasgoed
is het programma t (WITTE/BONTE WAS) geschikt.
Bonte was èë
Textiel uit katoen en linnen met dit onderhoudskenteken is bestand
tegen mechanische belasting. Voor dit wasgoed is het programma t
(WITTE/BONTE WAS) geschikt.
Kreukherstellend wassen êíî
Textiel zoals geappreteerd katoen, katoenmixturen en synthetische
stoffen met dit onderhoudskenteken vergt een mechanisch mildere
behandeling. Voor dit wasgoed is het programma } (KREUKHERSTEL-
LEND) geschikt.
Fijne was ì
Textiel zoals gelaagde vezel, microvezel, synthetische stoffen, gordijnen
met dit onderhoudskenteken vergt een bijzonder milde behandeling.
Voor dit wasgoed is het programma à (FIJNE WAS) geschikt.
Wol en bijzonder gevoelig wasgoed 9 ì
Textiel zoals wol, wolmixturen en zijde met dit onderhoudskenteken is
bijzonder gevoelig voor mechanische
belasting. Voor dit soort textiel is het programma s (WOL) geschikt.
Opgelet! Textiel met het onderhoudskenteken
ï (handwas) of ñ
(niet wassen!) mogen niet in de wasautomaat gewassen worden!