Operation Manual

Gebruiksaanwijzing
21
Het toerental van centrifugeren wijzigen of spoelstop
kiezen
0 Indien nodig het toerental van het eindcentrifugeren
verlagen of spoelstop kiezen:
Op de toets toerental van centrifugerendrukken of
op de toets o (GEEN. CENTR.) drukken.
Wanneer er op de toets o (GEEN. CENTR.) gedrukt
werd, blijft het wasgoed in het laatste spoelwater lig-
gen en wordt dit niet gecentrifugeerd.
3
Wanneer u het toerental van het centrifugeren niet verlaagt, wordt het
eindcentrifugeren bij alle wasprogramma s automatisch op 1000 rota-
ties per minuut uitgevoerd.
Het toerental voor het tussencentrifugeren is afhankelijk van het geko-
zen programma en kan niet worden gewijzigd.
Tijdens het programma
Indicatie van het programmaverloop
De programmakiezer dient als indicatie van het programmaverloop ver-
mits hij in wijzerzin meedraait tot aan het einde van het programma.
Daarbij is het verschillend snel ronddraaien van de programmakiezer
normaal.
Instellingen wijzigen:
Tijdens het wasprogramma kan u:
Het toerental van het centrifugeren wijzigen
o (GEEN CENTR.) kiezen
De instelling van de temperatuur veranderen
Andere instellingen kunnen niet worden gewijzigd.
Het programma voortijdig afbreken:
0 1. Op toets M (AAN/UIT) drukken.
2. De programmakiezer in wijzerzin op v (POMPEN), op stand 6
(CENTRIFUG.) of op stand 8 en/of op 11 (KORT CENTRIFUG.) draaien.
3. Opnieuw op de toets M (AAN/UIT) drukken.
Het water wordt
weggepompt of
weggepompt en het wasgoed vervolgens gecentrifugeerd.