Operation Manual
Instructies voor plaatsing en aansluiting
39
Oneffenheden van de bodem wegwerken
Met behulp van de vier regelbare voetjes kunnen oneffenheden van de
bodem weggewerkt en kan de hoogte aangepast worden over een
bereik van +10 ... -5 mm.
Gebruik de bijgevoegde speciale sleutel voor het verwijderen van de
transportbeveiliging.
0 1. De speciale sleutel op de zeskant van het voetje tot op het einde schui-
ven.
2. De voetjes zo afstellen dat het toestel horizontaal staat en vaststaat.
Het toestel mag niet kunnen wiebelen bij belasting op een hoek.
3. De opstelling indien nodig met een waterpas controleren.
Opgelet! Kleine oneffenheden van de bodem nooit wegwerken door
hout, karton of dergelijke aan te brengen maar wel door in principe de
regelbare voetjes in te stellen.
Elektrische aansluiting
Gegevens over netspanning,
stroomsoort en de vereiste
zekering vindt u op het type-
plaatje. Het typeplaatje bevindt
zich boven of achter
de deur.
Bij een vaste aansluiting moet
in de elektrische installatie een
voorziening aangebracht worden waardoor het apparaat met een con-
tactopeningsbreedte aan alle polen van minstens 3 mm van het elektri-
citeitsnet gescheiden kan worden.
Als geschikte scheidingsvoorzieningen gelden bijv. L-schakelaar, zeke-
ringen (schroefzekeringen uit de fitting halen), aardlekschakelaar en
beveiligingsinrichtingen. De vaste aansluiting mag alleen door een
bevoegde vakman aangelegd worden.
;
Deze machine voldoet aan de volgende EG-richtlijnen
– de "Laagspanningsrichtlijn" 73/23/EEG van 19-2-1973,
inclusief wijzigingsrichtlijn 93/68/EEG
– de "EMC-richtlijn" 89/336/EEG van 3-5-1989,
inclusief wijzigingsrichtlijn 92/31/EEG