Operation Manual

8.2 Waterhardheid en
conductiviteit
Waterhardheid kan verschillen voor ver-
schillende locaties. Waterhardheid heeft
een effect op de waterconductiviteit en
de werking van de conductiviteitssensor
in het apparaat. Als u de waarde van de
waterconductiviteit kent, kunt u de sen-
sor aanpassen voor betere droogresulta-
ten.
Om de sensorconductiviteit te wijzigen:
1.
Draai de programmakeuzeknop op
een beschikbaar programma.
2.
Druk tegelijkertijd op de toetsen
Droog Plus en Anti-kreuk . Houd in-
gedrukt tot een van de symbolen
zichtbaar wordt op het display:
lage geleiding <300 μS/
cm
gemiddelde geleiding
300-600 μS/cm
hoge geleiding >600 μS/
cm
3.
Druk herhaaldelijk op de toets Start/
Pauze tot u het gewenste niveau
heeft ingesteld.
4.
Druk tegelijkertijd op de toetsen
Droog Plus en Anti-kreuk om de in-
stelling op te slaan.
8.3 Lampje - waterreservoir
vol
Het controlelampje is standaard altijd
aan. Het wordt zichtbaar aan het einde
van de cyclus of als het waterreservoir
vol is. Als u externe apparatuur gebruikt
om het reservoir te legen, kan het lamp-
je uit zijn.
Om het lampje in of uit te schakelen:
1.
Draai de programmakeuzeknop op
een beschikbaar programma.
2.
Druk tegelijkertijd op de toetsen
Droog Plus en Zoemer en houd deze
ingedrukt, totdat u de juiste instel-
ling ziet:
het lampje is uit en het symbool
wordt zichtbaar - het
lampje is permanent uit
het lampje is aan en het symbool
wordt zichtbaar - het
lampje is aan
9. ONDERHOUD EN REINIGING
9.1 Het filter schoonmaken
Aan het einde van elke cyclus gaat de
LED van het filter branden om u te waar-
schuwen dat het filter gereinigd moet
worden.
Het filter vangt de pluizen op. De
pluizen ontstaan tijdens het dro-
gen van de kleding in de droog-
automaat.
Het filter reinigen:
1.
Open de deur.
2.
Trek aan het filter.
NEDERLANDS 13