User manual

Gebruiksaanwijzing
29
Wat doen wanneer ...
Oplossen van storingen
Probeer ingeval van een storing het probleem zelf te verhelpen met be-
hulp van de onderstaande aanwijzingen. Wanneer u op de klantenser-
vice een beroep moet doen voor één van de onderstaande storingen of
om een foutieve bediening te verhelpen, dan is het bezoek van de tech-
nicus van de klantenservice ook tijdens de garantieperiode niet gratis.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Wasautomaat werkt
niet.
Stekker niet ingestoken. Stekker insteken.
Zekering van huisinstallatie
niet in orde.
Zekering vervangen.
Laaddeur niet goed gesloten.
Laaddeur sluiten;
sluiting moet hoorbaar
vergrendelen.
Toets START/PAUZE niet lang
genoeg ingedrukt.
Toets START/PAUZE lang ge-
noeg indrukken tot het pro-
gramma begint.
Laaddeur kan niet wor-
den gesloten.
Kinderslot is ingesteld.
Kinderslot uitschakelen
(zie paragraaf “Kinderslot”).
De indicatie EINDE
knippert 4x, tegelijk
weerklinkt 4x een ge-
luidssignaal.
Laaddeur is niet goed
gesloten.
Laaddeur goed sluiten.
Programma nogmaals star-
ten.
De indicatie EINDE
knippert 1x, tegelijk
weerklinkt 1x een ge-
luidssignaal.
Waterkraan is gesloten.
Waterkraan openen.
Programma nogmaals star-
ten.
Zeef in de schroefverbinding
van de toevoerslang is
verstopt.
Machine uitschakelen.
Waterkraan sluiten. Stekker
uittrekken. Slang van de wa-
terkraan afschroeven, zeef
uitnemen en onder stromend
water reinigen.
Waterkraan is verkalkt of de-
fect.
Waterkraan controleren,
eventueel laten herstellen.