User manual
20
Deur gaat niet dicht.
Fijne zeef is niet in de ma-
chine geplaatst en/of de 
grove zeef is niet goed vast-
geklikt.
Fijne zeef in de machine plaat-
sen en/of grove zeef goed la-
ten vastklikken.
Trommelverlichting 
functioneert niet.
Programmakeuzeknop naar 
de stand UIT draaien.
Programmakeuzeknop op VER-
LICHTING of een ander wille-
keurig programma draaien.
Lamp is defect.
Lamp vervangen (zie het vol-
gende gedeelte).
Programma blijft 
staan, indicatie RESER-
VOIR brandt.
Condensreservoir is vol.
Condensreservoir legen, ver-
volgens het programma star-
ten met de toets START/PAUZE.
Drooggang wordt kort 
na de start van het 
programma beëindigd. 
Indicatie EINDE brandt.
Voor het gekozen program-
ma is te weinig of te droog 
wasgoed in de machine ge-
vuld.
Tijdprogramma of hogere 
droogstand (bijvoorbeeld IN-
TENSIEF-DROOG in plaats van 
KAST-DROOG) kiezen.
Drooggang duurt on-
gewoon lang.
Tip: na circa 4,5 uur 
eindigt de drooggang 
automatisch:
– Indicatie EINDE 
brandt.
– Zoemer klinkt.
– Indicatie van het 
programmaverloop 
knippert.
Pluizenzeef verstopt. Pluizenzeef schoonmaken.
Warmtewisselaar vol plui-
zen.
Warmtewisselaar schoonma-
ken.
Toets LAGE TEMP. is inge-
drukt en er is te veel was-
goed in de machine gevuld.
Toets LAGE TEMP. is alleen zin-
vol bij een vulgewicht tot 3kg.
Te veel wasgoed in de ma-
chine gevuld.
Vulgewicht verminderen.
Wasgoed is vooraf onvol-
doende gecentrifugeerd.
Wasgoed voldoende centrifu-
geren.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing










