User manual

Wat is er aan de hand als ...?
30
Het droogresultaat is niet
bevredigend, het wasgoed is
te vochtig.
De waterhardheid in uw
woonplaats komt niet
overeen met de stan-
daard-instelling van het
apparaat.
Standaard-instelling wij-
zigen, bijv. H0 in plaats
van H1, voor droger was-
goed (zie hoofdstuk
"Pro-
grammeermogelijkheden").
Het droogproces duurt onge-
woon lang.
Pluizenfilter verontrei-
nigd.
Pluizenfilter reinigen.
Pluizenzeef verstopt. Pluizenzeef reinigen.
De deur kan m.b.v. toets TÜR
(DEUR) niet geopend worden.
Stekker niet in het stop-
contact.
Stekker in het stopcon-
tact steken.
Programmakiezer op
stand AUS (UIT).
Een programma instellen.
De deur kan altijd geo-
pend worden door er ste-
vig tegen te drukken
(bij punt ).
De deur kan niet gesloten
worden.
Pluizenzeef niet ingezet
en/of zeefdeksel niet op
z’n plek.
Pluizenzeef inzetten en/
of zeefdeksel op z’n plek
zetten.
De trommelverlichting werkt
niet.
Programmakiezer op
stand AUS (UIT).
Programmakiezer op
stand BELEUCHTUNG
(VERLICHTING) draaien.
Gloeilamp defect.
Gloeilamp vervangen (zie
volgend hoofdstuk).
De indicatie van de resttijd
verandert sprongsgewijze.
Afhankelijk van het soort
wasgoed, de hoeveelheid
wasgoed en de vochtig-
heidsgraad wordt de rest-
looptijd automatisch
gecorrigeerd.
Automatisch proces, er zit
geen storing op het toe-
stel.
Indicatie BEHÄLTER (RESER-
VOIR) brandt.
Opvangreservoir vol. Opvangreservoir legen.
Indicatie BEHÄLTER (RESER-
VOIR) brandt, hoewel het
opvangreservoir geleegd is.
Vreemde voorwerpen,
bijv. dierenharen, kunnen
de toevoeraansluiting en
het ventiel aan het einde
van het opvangreservoir
verstoppen.
Reservoir naar buiten
trekken en het toestel
even inschakelen. U kunt
de verstopping uit de
reservoirschacht nemen,
resp. de haren van het
ventiel verwijderen.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing