User manual

31
¥ Voor ingebruikneming op het typeplaatje van het apparaat controle-
ren of de netspanning en stroomsoort overeenkomen met de waar-
den van het lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te staan.
Bijv.: AC 220 ... 240 V 50 Hz of
220 ... 240 V~ 50 Hz
(d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz)
Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat.
Bedienings- en kontrole-inrichting
1. Lichtcontrolelampje (geel)
2. Klimaatschakelaar
3. Lichtnetcontrolelampje (groen)
4. Temperatuurregelaar en schakelaar AAN/UIT
De bedienings- en kontrole-inrichting omvat:
Temperatuurregelaar (1) die tevens dient om het toestel in- en uit te
schakelen.
Het groene kontrolelampje (6) brandt als het toestel aan netspanning
aangesloten en ingeschakeld is. In deze schakelstand is het koelakk-
gre-gaat automatisch in bedrijf.
Temperatuurregeling bij een omgevingstemperatuur bene-
den +16¡C.
Indien de temperatuur in het vertrek waarin zich het apparaat bevindt
onder +16¡C daalt, dient u de klimaatschakelaar in te drukken. Het gele
controlelampje boven de schakelaar licht op. Op deze wijze werkt de
compressor gedurende langere tijden, zodat ook bij een lage omge-
vingstemperatuur de bewaartemperatuur -18¡C in de vriesruimte
behouden kan worden.
Belangrijk!
Indien de omgevingstemperatuur weer boven +16¡C stijgt, dient u de
klimaatschkelaar uit te schakelen; dit voorkomt onnodig energiever-
bruik. Het gele controlelampje dooft.
123 4
4
32
1
0