Operation Manual

30
Voor de installateur
De 6-polige stekkerverbinding van de ontlaadregelaar (A2 zie schakelschema) achter de
bevestigingsplaat langs naar boven geleiden, van bovenaf in de stekker „TA“ tot „N“ van de
aansluitklem X2 steken en vastdraaien (kabelboom in de aanwezige kabelhouder drukken).
De ontlaadregelaar (6) in de boven de oplaadregelaar aangebrachte slobgaten steken en
vastzetten.
De aansluitleiding van de potmeter op de stekkerplaats X21 van de thermostaat steken.
De thermostaat (7/B2) met 2 schroeven (2,9 x 6,5) tegen de voorste schuine kant van de
bodemplaat schroeven. De aansluitkabel op de stekkerplaats X20 van de thermostaat steken.
De meegeleverde losse draden achter de bevestigingsplaat langs geleiden en overeenkomstig de
onderstaande tabel (op de klemmen X1 en X2 van onderen af) aansluiten:
De draden mogen de printplaat van het bedieningspaneel alsmede de enkelvoudig geïsoleerde
draden van de lage veiligheidsspanning niet raken!
De naar de schakelaar leidende draden in de aanwezige kabelboom opnemen (de kabelbinders
kunnen geopend en weer gesloten worden).
De bevestigingsplaat weer naar achteren zwenken en vastschroeven.
De bedieningspaneelstickers op de buitenkant van de rechter zijwand plakken.
De zijwand, voorwand alsmede luchtafvoer- en luchttoevoerroosters weer op het apparaat
bevestigen (de inbouwvolgorde in acht nemen).
De getande borgringen moeten onder de bevestigingsbouten van de zij- en voorwand worden
gestoken (aardleiderverbinding!)
De verbindingsleiding van het bedieningspaneel naar de thermostaat moet op dezelfde wijze
verlegd en bevestigd worden als de aanwezige leidingen naar het bedieningspaneel. Deze mogen
de tussenwand en de aansluitingen van de verwarmingselementen niet raken.
3
1
2
3
4
4
5
6
7
X1
Aanduiding
Draad (zwart)
Draad (bruin)
van
L (X1)
LE' (X2)
naar
S2 (stekkerplaats boven
S2 (stekkerplaats onder)
Verleggen