User manual
818 21 79-00/5 21
Ingebruikneming
U kunt zowel de koelruimte als de vriesruimte gescheiden van elkaar
instellen. Wanneer u de instelling van de temperatuur in het ene deel
van het apparaat sterk verandert, kan de temperatuur in het andere
deel van het apparaat worden beïnvloed door de werking van de
compressor.
Als u bijvoorbeeld de temperatuur in de koelruimte veel lager instelt en
de compressor vervolgens gedurende langere tijd in werking is om de
lagere temperatuur te bereiken, dan daalt ook de temperatuur in de
vriesruimte een beetje.
Let goed op de aanwijzingen in het hoofdstuk “Ontdooien”!
0 1. Stekker in het stopcontact stoppen.
Koelruimte in bedrijf nemen
0 1. AAN/UIT toets voor de koelruimte indrukken.
Het groene lichtnetlampje voor de koelruimte gaat branden. De
koelruimte-temperatuuraanwijzing geeft de temperatuur aan die op
dat moment in de koelruimte heerst (IST-temperatuur). Er klinkt een
alarmtoon en het rode waarschuwingslampje gaat knipperen om aan te
geven dat de noodzakelijke bewaartemperatuur nog niet bereikt is.
2. Druk de toets WAARSCHUWING UIT in om het alarm uit te schakelen.
3. Gewenste temperatuur voor de koelruimte instellen (zie Hoofdstuk
"Temperatuur instellen").
3
Aangezien de opslagtemperatuur in de koelruimte snel bereikt wordt,
kunnen direct na inschakeling producten opgeborgen worden.
Diepvriesruimte in gebruik nemen
0 1. AAN/UIT toets voor de diepvriesruimte indrukken.
Het groene lichtnetlampje voor de diepvriesruimte gaat branden. De
diepvriesruimte-temperatuuraanwijzing geeft de IST-temperatuur aan
die op dat moment in de diepvriesruimte heerst. Er klinkt een alarm-
toon en het rode waarschuwingslampje gaat knipperen om aan te
geven dat de noodzakelijke bewaartemperatuur nog niet bereikt is.
2. Druk de toets WAARSCHUWING UIT in om het alarm uit te schakelen.
3. Temperatuur op -18°C of kouder instellen (zie Hoofdstuk "Temperatuur
instellen").
3
Pas diepvriesproducten in het apparaat doen als een temperatuur in de
diepvriesruimte van -18 °C is bereikt, resp. tot het rode waar-
schuwingslampje uit is.