User manual
10
Boîte variable
Certains modèles sont équipés d'une boîte variable fixée sous un comparti-
ment de porte et pouvant être déplacée latéralement.
Cette boîte peut être rangée en dessous de chaque compartiment de porte.
Pour la changer de place, soulevez le
compartiment de rangement avec la
boîte vers le haut hors des logements
dans la porte et enlevez l'étrier de
retenue hors du guide en dessous du
compartiment de rangement.
Pour le placement dans un autre
compartiment de rangement, veuil-
lez procéder en ordre inverse.
Emplacement des denrées
Zone la plus froide
Vous obtiendrez une meilleure conservation de vos aliments si vous les pla-
cez dans la zone de froid convenant le mieux à leur nature.
La zone la plus froide du compartiment réfrigérateur se situe au niveau
de la clayette inférieure en verre.
Remarques : Les bananes, les pommes de terre, l’ail et les oignons ne se con-
servent pas au réfrigérateur. Les fromages fermentés ne seront mis au
réfrigérateur que si l’on désire arrêter leur maturation. Ils devront alors être
soigneusement enveloppés.
Emplacements
Produits
Compartiment congélateur
Bacs à glaçons, produits surgelés et congelés,
desserts glacés, produits frais à congeler
Compartiment réfrigérateur
Clayettes supérieure et centrales
Aliments cuits, entremets et toutes denrées à
consommer assez rapidement. Fromages frais,
charcuterie.
Clayette inférieure en verre
Viandes, volailles, gibiers et poissons crus.
Temps maximum de conservation: 1 à 2 jours.
43
Ontdooien van het apparaat
Het ontdooien van de koelruimte
Als de compressor loopt vormt zich op de achterwand van de koelruimte
een rijplaag. Deze laag wordt automatisch verwijderd, wanneer de com-
pressor stilstaat. Het dooiwater wordt in een gootje in de achterwand van
de koelruimte opgevangen en via een afvoeropening naar een verzamelbak
boven de compressor gevoerd, alwaar het verdampt.
Het ontdooien van de vriesruimte
In het vriesvak slaat het vocht dat ontstaat tijdens de werking van het
apparaat en tijdens het openen van de deur neer. Daardoor vormt zich in
de vriesruimte een rijplaag. Deze dient regelmatig verwijderd te worden
met behulp van de speciale kunststof schraper. Een dikke rijplaag in de
vriesruimte betekent een hoger energieverbruik. Ontdooi daarom minstens
éénmaal per jaar, resp. als zich een rijplaag van ca. 4 mm gevormd heeft, de-
vriesruimte. Dit kunt u het beste doen, wanneer de vriesruimte leeg of sle-
chts voor een klein deel gevuld is.
Ga als volgt te werk:
1. Verwijder de diepvriesproducten en bewaar ze op een koele plaats.
Maken van ijsblokjes
1. IJsbakje voor 3/4 met koud water vullen, in de vriesruimte plaatsen en laten
bevriezen.
2. Om de ijsblokjes los te maken het ijsbakje omdraaien of kort onder stromend
water houden.
Attentie! Een eventueel vastgevroren ijsbakje in geen geval met spitse
of scherpe voorwerpen losmaken.
Koude-accu’s
In één van de laden van de vriesruimte bevinden zich twee koude-accu’s.
Als de stroom uitvalt of bij een storing aan het apparaat verlengen de koude-
accu’s de tijd tot de diepvriesartikelen te warm worden met meerdere uren.
De koude-accu’s kunen dit echter alleen optimaal doen als ze in de boven-
ste lade vooraan boven op de diepvriesartikelen gelegd worden. De koude-
accu’s kunnen tijdelijk ook als koelelement voor koeltassen gebruikt worden.