User Manual
Table Of Contents
- INHOUDSOPGAVE
- 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
- 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
- 3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
- 4. BEDIENINGSPANEEL
- 5. WIFI - CONNECTIVITEITSINSTELLING
- 6. PROGRAMMA
- 7. OPTIES
- 8. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT
- 9. DAGELIJKS GEBRUIK
- 10. AANWIJZINGEN EN TIPS
- 11. ONDERHOUD EN REINIGING
- 12. PROBLEEMOPLOSSING
- 13. TECHNISCHE GEGEVENS
- 14. ACCESSOIRES
- 15. PRODUCTINFORMATIEBLAD MET BETREKKING TOT E.U.-VOORSCHRIFT 1369/2017
10. AANWIJZINGEN EN TIPS
10.1 Milieutips
• het wasgoed goed centrifugeert voordat u het in de droger stopt.
• Overschrijd de laadvolumes die in het hoofdstuk over programma
´s worden beschreven niet.
• Maak het filter na elke droogcyclus schoon.
• Gebruik geen wasverzachter om te wassen en te drogen. In de
droogtrommel wordt uw wasgoed automatisch zacht.
• Gebruik gedistilleerd water dat u ook voor stoomstrijken gebruikt.
Zuiver indien nodig het gedistilleerde water eerst (bijv. met een
koffiefilter) om deeltjes te verwijderen.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen aan de onderzijde van het
apparaat vrij zijn.
• Zorg ervoor dat op de plaats waar het apparaat wordt
geïnstalleerd een goede luchtdoorstroom is.
10.2 Aanpassing van standaard droogniveau
Wijzigen van het standaard droogniveau:
1. Schakel het apparaat in.
2. Wacht ongeveer 8 seconden.
3. Selecteer 1 van de beschikbare programma's.
4. Druk tegelijkertijd op de knoppen Extra Stil en Opfrissen en
houd deze ingedrukt.
Een van de symbolen verschijnt op het display:
- Maximaal droogniveau
- Extra droog
- Standaard droogniveau
5. Raak herhaaldelijk de knop Start/Pauze aan totdat u het
gewenste droogniveau bereikt.
36/60