Operation Manual

37
Nederlands
Ned
personen uit de buurt van het ronddraaiende inzetgereedschap
te blijven. Beschadigde inzetgereedschappen breken meestal
gedurende deze testtijd.
h) Draag persoonlijke beschermende uitrusting.
Gebruik afhankelijk van de toepassing een volledige
gezichtsbescherming, oogbescherming of veiligheidsbril. Draag
voor zover van toepassing een stofmasker, een gehoorbescherming,
werkhandschoenen of een speciaal schort dat kleine slijp- en
materiaaldeeltjes tegenhoudt. Uw ogen moeten worden beschermd
tegen wegvliegende deeltjes die bij verschillende toepassingen
ontstaan. Een stof- of adembeschermingsmasker moet het bij de
toepassing ontstaande stof lteren. Als u lang wordt blootgesteld aan
luid lawaai, kan uw gehoor worden beschadigd.
i) Let erop dat andere personen zich op een veilige afstand
bevinden van de plaats waar u werkt. Iedereen die de
werkomgeving betreedt, moet persoonlijke beschermende
uitrusting dragen. Brokstukken van het werkstuk of gebroken
inzetgereedschappen kunnen wegvliegen en verwondingen
veroorzaken, ook buiten de directe werkomgeving.
j) Houd het apparaat alléén aan de geïsoleerde grijpvlakken
vast, wanneer u werkzaamheden uitvoert waarbij het
snijgereedschap verborgen stroomleidingen of de eigen
apparaatkabel zou kunnen raken. Het contact van het
snijgereedschap met een spanningvoerende leiding kan de metalen
apparaatdelen onder spanning zetten en zo tot een elektrische schok
leiden.
k) Houd de stroomkabel uit de buurt van draaiende
inzetgereedschappen. Als u de controle over het elektrische
gereedschap verliest, kan de stroomkabel worden doorgesneden
of meegenomen en uw hand of arm kan in het ronddraaiende
inzetgereedschap terechtkomen.
l) Leg het elektrische gereedschap nooit neer voordat het
inzetgereedschap volledig tot stilstand is gekomen. Het
draaiende inzetgereedschap kan in contact komen met het oppervlak,
waardoor u de controle over het elektrische gereedschap kunt verliezen.
m) Laat het elektrische gereedschap niet lopen terwijl u het
draagt. Uw kleding kan door toevallig contact met het draaiende
inzetgereedschap worden meegenomen en het inzetgereedschap kan
zich in uw lichaam boren.
n) Reinig regelmatig de luchtopeningen van het elektrische
apparaat. De motorventilator trekt stof in de behuizing en een
opeenhoping van metaalstof kan elektrotechnisch gezien gevaar
veroorzaken.
o) Gebruik het elektrische gereedschap niet in de buurt van
brandbare materialen. Vonken kunnen deze materialen doen
ontvlammen.
p) Gebruik geen inzetstukken waarvoor vloeibaar koelmiddel
nodig is. Het gebruik van water of andere vloeibare koelmiddelen kan
elektrische schokken veroorzaken.
Terugslag en bijbehorende veiligheidsinstructies
De terugslag is de plotselinge reactie op een klemmend of geblokkeerd
draaiend inzetstuk zoals bijv. een slijpschijf, slijpplaat of draadborstel.
Het klemmen of blokkeren zorgt ervoor dat het draaiende inzetstuk
abrupt stopt. Daardoor wordt een ongecontroleerd elektrisch
gereedschap tegen de draairichting van het inzetstuk vanaf de plaats
van de blokkering weggeslingerd.
Als bijvoorbeeld een slijpschijf in het werkstuk vasthaakt of blokkeert,
kan de rand van de slijpschijf die in het werkstuk invalt, zich vastgrijpen.
Daardoor kan de slijpschijf uitbreken of een terugslag veroorzaken.
De slijpschijf beweegt zich vervolgens naar de bediener toe of van de
bediener weg, afhankelijk van de draairichting van de schijf op de plaats
van de blokkering. Hierbij kunnen slijpschijven ook breken.
Een terugslag is het gevolg van het verkeerd gebruik of onjuiste
gebruiksomstandigheden van de zaagmachine. Terugslag kan worden
voorkomen door geschikte voorzorgsmaatregelen, zoals hieronder
beschreven.
a) Hou het elektrische gereedschap goed vast en hou uw
lichaam en armen zo, dat u de terugslagkrachten kunt
opvangen. Gebruik altijd de extra greep als die voorhanden
is, op dat u terugslagkrachten of reactiemomenten bij het
opstarten maximaal onder controle kunt houden. Met gepaste
voorzorgsmaatregelen kan de gebruiker terugslag- en reactiekrachten
beheersen.
b) Hou uw hand niet in de buurt van het draaiende inzetstuk.
Bij een terugslag kan het werktuig zich over uw hand bewegen.
c) Vermijd met uw lichaam het bereik waarin het elektrische
gereedschap bij een terugslag wordt bewogen. De terugslag
slingert het elektrische gereedschap in de richting die tegengesteld is
aan de draairichting van de slijpschijf op de plaats van de blokkering.
d) Ga voorzichtig te werk in de buurt van hoeken, scherpe
kanten enz. Voorkom dat het inzetstuk van het werkstuk
terugstuit en klem raakt. Bij hoeken, scherpe kanten of
terugstuitingen heeft het draaiende inzetstuk de neiging om klem te
raken. Dat veroorzaakt controleverlies of terugslag.
e) Gebruik géén kettingzaagblad of getand zaagblad. Dergelijke
apparaten veroorzaken vaak een terugslag, hetgeen tot controleverlies
over het elektrische apparaat kan leiden.
Bijzondere waarschuwingen voor slijp- en
doorslijpwerkzaamheden
a) Gebruik uitsluitend het voor het elektrische gereedschap
toegestane slijptoebehoren en de voor dit slijptoebehoren
voorziene beschermkap. Slijptoebehoren dat niet voor het
elektrische gereedschap is voorzien, kan niet voldoende worden
afgeschermd en is niet veilig.
b) Gebruik altijd een veiligheidskap. De kap moet veilig aan het
elektrische apparaat bevestigd en zodanig ingesteld zijn dat
een maximum aan veiligheid wordt bereikt, d.w.z. het kleinst
mogelijke deel van het slijpgereedschap wijst open naar de
gebruiker. De veiligheidskap moet de gebruiker tegen afgebroken
stukken en toevallig contact met het slijpgereedschap beschermen.
c) Slijptoebehoren mag alleen worden gebruikt voor de
geadviseerde toepassingsmogelijkheden. Bijvoorbeeld: slijp nooit
met het zijvlak van een doorslijpschijf. Doorslijpschijven zijn bestemd
voor materiaalafname met de rand van de schijf. Een zijwaartse
krachtinwerking op dit slijptoebehoren kan het toebehoren breken.
d) Gebruik altijd onbeschadigde spanenzen in de juiste
maat en vorm voor de door u gekozen slijpschijf. Geschikte
enzen steunen de slijpschijf en verminderen zo het gevaar van een
slijpschijfbreuk. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen verschillen van
de enzen voor andere slijpschijven.