Operation Manual

23
11.3 Het toestel afstemmen op de
installatie
Optimalisatie van de cv-installatie
Het toestel is reeds ingesteld op de meest voorkomende
cv-installaties. Indien gewenst kan het teostel echter
eenvoudig worden aangepast aan bijzondere situaties.
Inregelen cv-installatie
Om een goed comfort van de gehele cv-installatie te
verkrijgen, dient de installatie ingeregeld te worden.
Regel de pomp van de cv-installatie goed in
CV-stijglijn en maximaal vermogen
(parameter 3 en 7)
Met de cv-stijglijn wordt de vermogensopbouw van de
brander ingesteld. De standaard instelling van 4ºC/min. is
een instelling die voor alle gebouwen geschikt is. In
uitzonderingsgevallen kan deze echter worden aangepast.
Cv-pomp nadraaitijd (parameter 4 en 6)
Middels parameter 4 kan de nadraaitijd van de cv-pomp
(standaard 7 minuten) bij gesteld worden. Van 1 - 59
minuten.
Voor vorstgevoelige installaties kan de cv-pomp zelfs op
24 uur nadraaien ingesteld worden. Deze instelling
geschiedt met parameter 6.
Pompstand.
De pomp dient op de maximale stand te staan.
Instellen van de cv-temperatuur
Omdat het toestel zelf het benodigde vermogen voor de
verwarming van het huis bepaalt, zal deze zijn vermogen
afstemmen op de gevraagde warmte. Voor (bijna) alle
woningen is hierbij een waarde van 90ºC een goede
instelling. Bij laagtemperatuurverwarming kan het nodig
zijn om deze temperatuur te verlagen. Dit dient als volgt te
gebeuren:
1. Druk op tot dat een knipperende “c” op het display
verschijnt;
2. Druk op om de temperatuur-instelling te verlagen
De temperatuur is nu direct ingesteld.
3. Terugkeer naar normale bedrijfsstatus:
Druk enkele malen op ; of;
Druk 1 minuut geen toets meer in.
11.2 In bedrijf nemen.
Controle van de werking van het toestel
Creeer voor warmtevraag en controleer of het toestel goed
ontsteekt.
1. Open de gaskraan;
2. Steek de stekker in het stopcontact. Het toestel zal met
zijn opstartprogramma beginnen dat enkele minuten in
beslag neemt.
Alles gaat goed: Het display geeft aan:
0 Als er geen warmtevraag is zal het toestel hierna
“stand-by” gaan staan of:
c Als er warmtevraag is van de cv-installatie zal het
toestel de cv-installatie gaan verwarmen.
Er is iets mis: Kijk op het display
Het toestel doet niets, ook het display licht niet op:
Controleer of de stekker in het stopcontact zit;
Staat er spanning op het stopcontact?
E05: Te lage cv-waterdruk;
Vul de installatie bij. Zie hoofdstuk 5
A01: Vlamstoring:
Controleer of de gaskraan open staat; Druk op
Er kan lucht in de gasleiding zitten. Ontlucht en
druk op
In bedrijf nemen
R
R
F
F
_