Operation Manual

4
Electrificatie van de werkplek
door de installateur
De electrificatie van een Essa werkplek bestaat uit
twee delen: het installatie-technische deel voor mon-
teurs en een deel voor de gebruikers van de werkplek.
(
zie voor het gebruikersdeel blz. 6 en 7)
Het aansluiten van de werkplek op de electriciteits-,
informatie- en communicatienetten dient door
deskundige monteurs te gebeuren.
Normen
Alle Essa meubeldelen en accessoires voldoen
aan de voorwaarden zoals die zijn vastgelegd in de
Electrificatienormen B
S 6396/1995 en ELT 9/84,
alsmede DIN 5700 teil 724.
Kabelgeleiding
Overal kan een Essa werkplek met systeemverleng-
kabels van stroomtoevoer worden voorzien
(afb. 1).
Deze hulpmiddelen kunnen netjes worden weg-
gewerkt in de verticale en horizontale kabelgeleiders,
-goten of -boxen.
Verticale geleiding
Kabels kunnen langs een Essa poot vanaf de vloer
omhoog worden geleid via een afdekkap die aan een
poot is geklikt
(afb. 2). Achter de afdekkap kan de
verticale electrificatieset schuilgaan (afb. 3).
Deze bestaat uit de trekontlasting (een kabelklem
onderin de Essa poot, waarin kabels worden vastgezet)
en een goot met drie gescheiden kanalen waar
snoeren doorheen geleid kunnen worden.
Voor hoogte-verstelbare werkplekken is een speciale
verticale kabelgeleiding, die los van poten kan worden
toegepast, beschikbaar
(afb. 4).
Horizontale geleiding en snoerberging
De kabels die uit de verticale geleiding van een poot
komen, kunnen verder worden geleid via kabelgoten,
-klemmen
(afb. 5) of via -boxen (afb. 6) die aan de
bladregels van de tafels kunnen worden bevestigd.
Bladkabeldoorvoeren kunnen worden gebruikt om
snoeren overal te geleiden langs de onderzijde van
vaste (niet-verschuifbare) bladen
(afb. 7).
Ladeblokken
De Essa bureauhoge ladeblokken kunnen zijn voorzien
van een kabeldoorvoer. Deze goot kan worden ge
-
bruikt als onderdeel van de horizontale kabelgeleiding
(afb. 8).
1 2
3
4
5
6
7
8