Operation Manual
11
A) Tijdelijk
1. Bevestig de luchtslang aan de luchtuitlaat op
de mobiele airconditioner, druk hem omlaag om
er zeker van te zijn dat hij goed vast zit (Zie Fig.9)
2. Bevestig het andere uiteinde van de luchtslang
aan adapter B.
3. Bevestig het uiteinde van de luchtslang in een
venster.
B) Permanent
1. Bevestig de luchtslang aan de luchtuitlaat op
de mobiele airconditioner, druk hem omlaag
om er zeker van te zijn dat hij goed vast zit
(Zie Fig.9).
2. Bevestig adapter A stevig aan de muur
d.m.v. 4 schroeven en pluggen (Zie
Fig. 10).
3. Bevestig het andere uiteinde van de lucht-
slang aan adapter A.
4. Indien niet in gebruik, sluit dan het gat af
d.m.v. de eindkap.
De luchtslang kan indien gewenst in elkaar
geschoven of uit elkaar getrokken worden,
het is echter wenselijk om hem op een minimale
lengte te houden.
Belangrijk: Buig de slang niet te extreem (Zie Fig. 11)
4. Watertank instructies
De unit is voorzien van een interne watertank.
Zodra het maximale waterniveau is bereikt wordt in
de digitale display “P1” weergegeven en het rode
lampje ten teken dat de watertank vol is begint te
knipperen. Verwijder de watertank voorzichtig en
gooi het water weg (Zie Fig. 12). Plaats de water-
tank weer in de unit. Uit de display verdwijnt “P1”
en het rode lampje stopt met knipperen. De unit
gaat weer verder in de ingestelde stand.
Let op: Indien u de watertank verwijdert, doe dit
dan zo voorzichtig mogelijk om
spetteren te voorkomen. Telkens wanneer
de watertank verwijdert wordt of vol met
water zit zal “P1” in de display verschijnen
en het rode lampje gaan knipperen.