Operation Manual

24
Instellen van de alarmtijd
Vier tijdsinstellingen zijn beschikbaar (AL1, AL2, AL3 en AL4).
Schakel het apparaat uit.
Selecteer het gewenste tijdslot:
Druk op de overeenkomstige toets (23) om AL1 te selecteren.
Het alarmpictogram (39) verschijnt op de display.
Druk op de overeenkomstige toets (22) om AL2 te selecteren.
Het alarmpictogram (38) verschijnt op de display.
Druk op de overeenkomstige toets (21) om AL3 te selecteren.
Het alarmpictogram (37) verschijnt op de display.
Druk op de overeenkomstige toets (20) om AL4 te selecteren.
Het alarmpictogram (36) verschijnt op de display.
Druk op de toets SEARCH UP (15) om het uur in te stellen.
Druk op de toets SEARCH DOWN (14) om de minuten in te stellen.
Druk op de alarmtoets om te bevestigen.
Alarmfunctie5.4
Activeren van het alarm
Selecteer het gewenste tijdslot:
Druk op de overeenkomstige toets (23) om AL1 te selecteren.
Het alarmpictogram (39) verschijnt op de display.
Druk op de overeenkomstige toets (22) om AL2 te selecteren.
Het alarmpictogram (38) verschijnt op de display.
Druk op de overeenkomstige toets (21) om AL3 te selecteren.
Het alarmpictogram (37) verschijnt op de display.
Druk op de overeenkomstige toets (20) om AL4 te selecteren.
Het alarmpictogram (36) verschijnt op de display.
Druk nogmaals op de alarmtoets om het alarm te annuleren.
Sluimeralarm
Druk op een willekeurige toets (behalve de toets ON/OFF (1)) om het
alarm te sluimeren. Het alarm gaat nogmaals af na het verstrijken van de
sluimertijd.
Druk op de toets ON/OFF (1) om het alarm te stoppen. Het alarm wordt
automatisch ingesteld voor de volgende dag.