Operation Manual
DU - 4
VOOR INGEBRUIKNAME
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
• Richt de afstandsbediening op de SENSOR die op het apparaat zit.
• Wanneer gebruik wordt gemaakt van het apparaat in een lichte omgeving, gaan de prestaties van de
afstandsbediening, die op infrarood stralen werkt, sterk achteruit.
• De aanbevolen afstand tussen het apparaat en de afstandsbediening is ongeveer 5 meter.
PLAATSEN VAN DE BATTERIJEN
1. Open het batterijvak. 2. Plaats twee "AA" of UM-3 batterijen.
VERVANGEN VAN DE BATTERIJEN
Wanneer de batterijen leeg raken wordt de afstand waarop de afstandsbediening nog werkt aanzienlijk verminderd.
In dat geval dienen de batterijen vervangen te worden.
N.B.
• Indien de afstandsbediening gedurende langere tijd niet gebruikt zal worden, is het raadzaam de batterijen te
verwijderen, om te voorkomen dat deze gaan lekken en zodoende de afstandsbediening beschadigen.
• Geen oude en nieuwe batterijen door elkaar gebruiken. Ook geen ALKALINE, standaard (KOOLSTOF-ZINK) of
oplaadbare (NIKKEL-CADMIUM) batterijen door elkaar gebruiken.
Batterijen niet weggooien, maar
inleveren als KCA.
NL










