Operation Manual
INTRO-WEERGAVE – de eerste tien seconden van elke track afspelen
1. Druk op de “MODE” knop tijdens het afspelen tot “INTRO” knippert op het
display.
2. Druk op de “
” knop voor de INTRO-weergave (ongeveer 10 seconden
van elke track worden afgespeeld).
3. Door opnieuw op de “ ” knop te drukken, stopt u de INTRO-weergave
en schakelt u weer over naar de NORMALE speelmodus.
OPMERKING: “INTRO” begint steeds bij de eerste track.
SHUFFLE-WEERGAVE – de tracks in een willekeurige volgorde afspelen
1. Druk op de “MODE” knop tijdens het afspelen tot “SHUFFLE” knippert op
het display.
2. Druk op de “
” knop voor de SHUFFLE-weergave.
• Om naar de volgende track te gaan drukt u op de “
” knop. U kunt wel
niet terugkeren naar de vorige track, ook al houdt u de “
” knop ingedrukt.
PROGRAMMEERMODUS (program) – de tracks in een gewenste volgorde
afspelen
1. Druk op de “ PROG ” knop tot “ PROG ” en “
” knipperen op het display.
2. Selecteer de gewenste tracks met behulp van de “
” en “ ” knoppen.
3. Druk op de “ PROG ” knop om bijv. nr. 6 als eerste selectie in het geheugen
op te slaan. Vervolgens keert de indicatie van het tracknummer weer naar
“
” .
4. Herhaal stap 2 en 3 tot alle gewenste tracks geprogrammeerd zijn (maximaal
20).
5. Als u op de “
” knop drukt, stopt “ PROG ” met knipperen en de
programmeermodus start.
OPMERKINGEN:
• Herhaalde weergave en intro-weergave kunnen gebruikt worden tijdens de programmeermodus.
De willekeurige weergave is niet mogelijk.
• Het programma wordt gewist als de cd-lade geopend wordt of als het toestel automatisch uitschakelt.
• Als de programmeermodus verlaten wordt met de “
” knop, blijven de programma’s in het geheugen
opgeslagen.
PROGRAMMABEWERKING
Toevoegen: Om tijdens de programmeermodus bijkomende tracks toe te voegen aan uw
selectie drukt u eerst op de “
” knop en vervolgens herhaaldelijk op de
“ PROG ” knop tot “
” knippert op het display.
Herhaal de hoger beschreven stappen 2 en 3 om bijkomende tracks op te slaan.
Controleren: Druk op de “ PROG ” knop tijdens het programmeren, vooraleer u op de “
” knop drukt. Telkens u op de “ PROG ” knop drukt, verschijnt het volgende
opgeslagen tracknummer op het display.
Wijzigen: Druk tijdens het controleren op een van de “ SKIP ” knoppen om het aangegeven
tracknummer in programma te wijzigen. Druk op de “ PROG ” knop om de nieuwe
track in het geheugen op te slaan.
Wissen: Als u de cd-lade opent, wordt het programma gewist.
NL-6