Operation Manual

19
12
Tips voor het rijden met de e·motion
De e·motion aandrijving onder-
steunt de door de rolstoel-
gebruiker opgebrachte kracht
en zet deze door de op de
grijpwielen aangebrachte
sensoren [11] in een korte
draaibeweging van de motor
om. De hierbij vrijkomende
kracht isafhankelijk van de
ingestelde ondersteunings-
graad (zie hoofdstuk 7.1). Daarbij maakt het niet uit of de
rolstoel voor- of achteruit wordt bewogen.
Bij het rijden van een helling af ondersteunt de e·motion
aandrijving de remfunctie.
De eigenlijke rijtechniek van een rolstoel wordt slechts indirect
beïnvloed, wat betekent, dat u kunt vasthouden aan uw eigen
rijgewoontes.
· Voorkom dat bij de eerste keer dat de de e-motion in bedrijf wordt
gesteld de tweede ondersteuningstrap onmiddellijk wordt
geactiveerd.
· Begin als het even mogelijk is met trap 1 om de werking van het
systeem te leren kennen en oefen op een veilig, vlak terrein.
· Wanneer u het systeem goed hebt leren kennen, kunt u ook trap
2 activeren.
· Beweeg beide wielen gelijkmatig om te garanderen dat u exact
rechtuit rijdt.
· Activeer op sterk hellend terrein de e·motion aandrijving voor
een effectievere afremming.
Uw dealer of de medewerker buitendienst van
kan de e-motion te allen tijde aanpassen aan uw
eigen persoonlijke behoefte en wensen.