Operation Manual
4 5
Plaats de SIM-kaart met de chip naar beneden in de behuizing en
schuif de kaart in de sleuf. Controleer of de kaart goed in de telefoon
is geplaatst. Als u de kaart wilt verwijderen, drukt u op de kaart en
schuift u deze naar buiten.
De telefoon biedt alleen ondersteuning voor micro-SIM-
kaarten. Probeer geen ander type SIM-kaart, zoals een
mini- of nanokaart, te plaatsen, omdat de telefoon hierdoor
kan worden beschadigd.
De microSD-kaart plaatsen of verwijderen
Plaats de microSD-kaart met de goudkleurige contactpunten naar
beneden gericht in de sleuf. Als u de kaart wilt verwijderen, drukt u
op de kaart en schuift u deze naar buiten.
Om gegevensverlies en schade aan de SD-kaart te
voorkomen, moet u ervoor zorgen dat de SD-kaart is
ontkoppeld voordat u de SD-kaart verwijdert
(Instellingen\Opslag\SD-kaart ontkoppelen).
Opladen van de accu
Sluit de oplader voor de accu aan op uw telefoon en stopcontact. Het
LED-lampje gaat branden tijdens het opladen.
Om stroomverbruik en energieverspilling te beperken,
moet u de oplader loskoppelen wanneer de accu volledig
is opgeladen, Wi-Fi, GPS, Bluetooth of applicaties die actief
zijn op de achtergrond, uitschakelen wanneer u deze niet
gebruikt, de duur van de achtergrondverlichting
verminderen, enzovoort.
1�2�2 De telefoon inschakelen
Houd de Aan/uit-toets ingedrukt tot de telefoon wordt ingeschakeld.
Het duurt enkele seconden voordat de schermverlichting gaat
branden.
De telefoon voor de eerste keer instellen
Als u uw telefoon voor het eerst inschakelt, moet u de volgende
opties instellen: Invoermethode, Google-account, Locatie, enzovoort.
Zelfs als er geen SIM-kaart is geplaatst, wordt uw telefoon
ingeschakeld en kunt u verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk,
zich aanmelden bij uw Google-account en sommige functies van de
telefoon gebruiken.
1�2�3 De telefoon uitschakelen
Houd in het startscherm de Aan/uit-toets ingedrukt tot de
telefoonopties worden weergegeven en selecteer Uitschakelen.