Operation Manual
ADD (toegvoegen):
Als u een netwerk heeft aangelegd met een eigen naam ziet u niet
meteen alle aangesloten dataplugs. Via toets Add kunt u een nieuw
dataplug die later op uw netwerk wordt aangesloten, toevoegen met
password en netwerknaam (zie Privacy).
Scannen:
Met de toets scannen, scant het programma het ingevoerde netwerk
af en laat alle aangesloten Datapluggen zien die in hetzelfde netwerk
zitten. (standaard staat de scanmode op autoscannen en zal dus het
netwerk om de 30 seconden scannen)
Privacy (Beveiliging):
Het standaard wachtwoord (default) vanuit de fabriek is “HomePlug”.
In het tekstvenster kan de netwerknaam worden veranderd. Voer een
nieuwe netwerknaam in en klik op “Set Local Devices Only”. Deze
netwerknaam geldt alleen voor de dataplug, die op dat moment op
de computer is aangesloten. De netwerknaam dient minimaal 4 en
maximaal 24 karakters te hebben. Het wachtwoord is hoofdletter
gevoelig. Klik op “Set All Devices” om alle datapluggen die in hetzelfde
netwerk zitten en niet zijn aangesloten op een PC te wijzigen.
Let erop dat wel het password is ingegeven, daar deze anders
niet zullen wijzigen. Alle datapluggen die rechtstreeks op een PC
zijn aangesloten dienen met dit programma via deze PC worden
geprogrammeerd met de nieuwe netwerknaam.
Op deze manier kunnen er meerdere virtuele netwerken worden
aangelegd door te kiezen uit meerder netwerknamen.
5