Operation Manual

5
DRAADLOZE MICROFOON:
De microfoon dient voorzien te worden van 2x 1,5V AA batterijen.
Het verdient de voorkeur om hiervoor alkaline batterijen te gebruiken en geen
oplaadbare NICd of NiMh batterijen. Dit heeft te maken met de ontlaadkarakteris-
tiek van deze oplaadbare batterijen.
Met de schakelaar op de microfoon kan de microfoon worden aangezet.
Het volume van de draadloze microfoon kan worden geregeld op de versterker,
met de volumeregeling op de microfoonontvanger.
Als de batterijen beneden een bepaalde capaciteit komen zal de LED oplichten. U
dient nu de batterijen te vervangen, dit om te voorkomen dat de microfoon plotse-
ling stopt met functioneren.
Als de microfoon is ingeschakeld en de mute functie is uitgeschakeld, zal de LED
RF op de microfoonontvanger oplichten. Met de microfoon volumeregelaar kan het
volume van de microfoon geregeld worden.
AFSTANDSBEDIENING:
Verwijder voor het eerste gebruik de isolatie-
strip uit de afstandsbediening. (zie 1)
Batterij leeg:
Het batterijcompartiment opent u door de vergrendeling (2) opzij te drukken en het
batterijvakje uit de afstandsbediening te schuiven.
Type batterij: CR-2025, Lithium, 3V.
2
1