604.31.
001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 1 Geachte cliënt, Hartelijk dank dat u voor een Alfa Romeo hebt gekozen. Uw Alfa 147 is ontworpen om maximale veiligheid, comfort en rijplezier te garanderen. Dit instructieboekje helpt u snel vertrouwd te raken met de eigenschappen en de werking van uw auto. De volgende pagina’s bevatten de volledige informatie waarmee u maximaal kunt profiteren van uw Alfa 147.
001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 2 ABSOLUUT LEZEN! BRANDSTOF TANKEN K Benzinemotoren: tank uitsluitend loodvrije benzine met een minimum octaangetal van 95 RON. Dieselmotoren: tank uitsluitend diesel voor motorvoertuigen conform de Europese specificatie EN590. Het gebruik van andere producten of mengsels kan de motor onherstelbaar beschadigen en het vervallen van de garantie tot gevolg hebben.
001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 3 BESCHERMING VAN HET MILIEU De auto is uitgerust met een diagnosesysteem, dat continu controles uitvoert op de componenten die van invloed zijn op de uitlaatgasemissie zodat overmatige vervuiling van het milieu wordt voorkomen. ELEKTRISCHE APPARATUUR Als u na aanschaf van uw auto accessoires wilt monteren die stroom verbruiken (waardoor de accu langzaam kan ontladen), wendt u dan tot de Alfa Romeo-dealer.
001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 4 Bij vragen of problemen op servicegebied dient u zich bij voorkeur te wenden tot de dealer die de auto heeft verkocht, hoewel u voor onderhoud of reparatie natuurlijk op ieder erkend Alfa Romeo-servicepunt een beroep kunt doen. Service- en garantiehandleiding Bij elke nieuwe auto ontvangt de eigenaar het boekje “Alfa tot uw dienst”, waarin alle diensten zijn omschreven waar u recht op hebt.
001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 5 DE SYMBOLEN IN DIT BOEK Op deze pagina zijn de symbolen afgebeeld die in dit boekje worden gebruikt om de aandacht te richten op een bepaald onderwerp. VEILIGHEID VAN DE INZITTENDEN Let op. Het niet of gedeeltelijk opvolgen van deze instructies kan gevaar opleveren voor de inzittenden. BESCHERMING VAN HET MILIEU Aanwijzing voor het juiste gedrag, zodat het gebruik van de auto zo min mogelijk schade aan het milieu oplevert.
WEGWIJS IN UW AUTO 001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 6 WEGWIJS IN UW AUTO SYMBOLEN ALFA ROMEO CODE Op of in de nabijheid van enkele onderdelen van uw Alfa 147 zijn plaatjes met een bepaalde kleur aangebracht met daarop symbolen die uw aandacht vragen en die voorzorgsmaatregelen aangeven die u in acht moet nemen als u met het betreffende onderdeel te maken krijgt. Onder de motorkap bevindt zich een plaatje met een korte samenvatting van de symbolen (fig.1).
05-06-2008 15:29 De metalen baard van de sleutel dient voor: – het start-/contactslot – het slot in het bestuurdersportier – het uitschakelen van de passagiersairbag (indien van toepassing) – het slot van de tankdop. Pagina 7 De codes op de CODE-card moeten op een veilige plaats worden opgeborgen, maar niet in de auto. Wij raden u aan de elektronische code van de CODE-card te noteren en altijd bij u te hebben, omdat deze onmisbaar is voor het uitvoeren van een noodstart.
WEGWIJS IN UW AUTO 001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 De metalen baard (A) van de sleutel dient voor: – het start-/contactslot – het slot in het bestuurdersportier – de sleutelschakelaar voor het uitschakelen van de passagiersairbag (indien van toepassing) – het slot van de tankdop. ATTENTIE Wees zeer voorzichtig bij het indrukken van drukknop (F), zodat de metalen baard geen verwondingen of beschadigingen veroorzaakt.
05-06-2008 15:29 WERKING Iedere keer als u de contactsleutel in stand STOP zet, dan schakelt de Alfa Romeo CODE de functies van de elektronische regeleenheid van de motor uit. Als u bij het starten van de motor de sleutel in stand MAR draait, dan stuurt het Alfa Romeo CODE-systeem een code naar de regeleenheid van de motor die, als de code wordt herkend, de blokkering van de functies opheft. De geheime, versleutelde en variabele code wordt door de sleutel verzonden en heeft meer dan 4 miljard combinaties.
WEGWIJS IN UW AUTO 001-057 Alfa147 Q2 NL 10 05-06-2008 15:29 Pagina 10 Batterij vervangen: 2) Als bij uitvoeringen zonder instelbaar multifunctioneel display, het lampje knippert, dan wordt de auto niet beveiligd door het startblokkeringssysteem. Deze situatie wordt bij auto’s met instelbaar multifunctioneel display aangegeven door een brandend lampje in combinatie met de boodschap: “codesysteem niet geprogrammeerd”.
05-06-2008 15:29 DIEFSTALALARM BESCHRIJVING Het systeem bestaat uit: een zender, een ontvanger, een regeleenheid met sirene en bewegingssensoren. Het diefstalalarm wordt bediend door een ontvanger in de auto en wordt in- en uitgeschakeld met de in de sleutel ingebouwde afstandsbediening die een versleutelde, variabele code verzendt.
WEGWIJS IN UW AUTO 001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Bewaking Als na het inschakelen het lampje (Afig. 7) op het dashboard gaat knipperen, dan geeft dit aan dat het systeem de auto bewaakt. Het lampje knippert zolang als het systeem de auto bewaakt. BELANGRIJK De werking van het diefstalalarm verschilt per land. A0A0005m 12 fig.
05-06-2008 15:29 Pagina 13 – als het lampje blijft knipperen, maar met een andere interval dan die bij een normale signalering, dan is geprobeerd de auto open te breken, waarbij het aantal keren knipperen de reden van het alarm aangeeft: WANNEER GAAT HET ALARM AF 1 x knipperen: één of meer portieren – als een van de portieren, de motorkap of de achterklep wordt geopend; 2 x knipperen: achterklep 3 x knipperen: motorkap 4 x knipperen: bewegingssensoren Bij ingeschakeld systeem wordt het alarm in de v
WEGWIJS IN UW AUTO 001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 ALARM BUITEN WERKING STELLEN Om het elektronische diefstalalarm buiten werking te stellen (bijvoorbeeld als de auto lange tijd wordt gestald), sluit dan de auto volledig af door enkel de sleutel in het slot te draaien. MINISTERIËLE GOEDKEURING In overeenstemming met de wetgeving in ieder land ten aanzien van radiozendapparatuur staat, voor de landen waar een zendmachtiging verplicht is, het toelatingsnummer op de component vermeld.
05-06-2008 15:29 ATTENTIE Neem altijd de sleutel uit het contactslot als de auto wordt verlaten, om onvoorzichtig gebruik van de bedieningsknoppen door andere inzittenden te voorkomen. Laat kinderen nooit alleen achter in de auto. Vergeet niet de handrem aan te trekken en schakel de eerste versnelling in bij een helling omhoog of de achteruit bij een helling omlaag. Als het start-/contactslot is geforceerd (bijv.
WEGWIJS IN UW AUTO 001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Voorportier aan passagierszijde – Ontgrendel het portier m.b.v. de centrale portiervergrendeling en trek aan de handgreep. Pagina 16 VAN BINNENUIT OPENEN/SLUITEN Voorportieren – Trek, voor het openen van het portier, aan de handgreep (A-fig. 11). – Duw het portier dicht. Achterportieren (5-deurs uitvoeringen) – Trek het portier dicht; druk vervolgens, om te voorkomen dat het portier van buitenaf wordt geopend, de knop (Afig.
05-06-2008 15:29 Pagina 17 CENTRALE PORTIERVERGRENDELING KINDERVEILIGHEIDSSLOT (5deurs uitvoeringen) Met de portiervergrendeling kunnen de portieren gelijktijdig worden ver- en ontgrendeld. De achterportieren zijn voorzien van een kinderveiligheidsslot (fig. 14), waardoor het portier niet van binnenuit geopend kan worden. De centrale portiervergrendeling werkt alleen als de portieren volledig zijn gesloten. Als dat niet het geval is, dan wordt de vergrendeling niet uitgevoerd.
WEGWIJS IN UW AUTO 001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 ZITPLAATSEN VOOR ATTENTIE Alle afstellingen mogen uitsluitend bij een stilstaande auto worden uitgevoerd. A0A0020m 18 fig. 15 Pagina 18 De stoffen bekleding van uw auto is langdurig bestand tegen slijtage die ontstaat bij een normaal gebruik van de auto.
05-06-2008 15:29 HOOGTEVERSTELLING (fig. 15) (optional bepaalde uitvoeringen/markten) Trek, voor het omhoog verplaatsen van de stoel, de hendel (B) omhoog. Beweeg de hendel vervolgens op en neer, totdat de gewenste zithoogte is bereikt en laat de hendel los. Duw, voor het omlaag verplaatsen van de stoel, de hendel (B) omlaag. Beweeg de hendel vervolgens op en neer, totdat de gewenste zithoogte is bereikt en laat de hendel los.
WEGWIJS IN UW AUTO 001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 20 STOELVERWARMING (fig. 17) HOOFDSTEUNVERSTELLING (fig. 18) U kunt de stoelverwarming, die op bepaalde uitvoeringen aanwezig is, in- en uitschakelen met de schakelaar (A) aan de buitenzijde van de stoel. Om de veiligheid van de inzittenden te vergroten, zijn de hoofdsteunen in hoogte verstelbaar. Het lampje (B) op de knop gaat branden als deze functie wordt ingeschakeld.
05-06-2008 15:29 ZITPLAATSEN ACHTER De stoffen bekleding van uw auto is langdurig bestand tegen slijtage die ontstaat bij een normaal gebruik van de auto. Hevig en/of langdurig wrijven met kledingaccessoires zoals metalen gespen, sierknopen en klittenbandsluitingen, moet echter absoluut worden vermeden omdat hierdoor grote druk ontstaat op een bepaalde plek op de bekleding, waardoor deze plek kan slijten en de bekleding beschadigd wordt.
WEGWIJS IN UW AUTO 001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Maximale vergroting Ga als volgt te werk: – plaats de sluitingen van de veiligheidsgordels (A-fig. 23) in de uitsparingen (B) in de zitting; – trek aan de handgrepen in het midden van de zittingen en klap de zittingen naar voren; A0A1003m Pagina 22 – zet de hoofdsteunen in de hoogste stand, druk beide knoppen (A-fig.
05-06-2008 15:29 Achterbank in de stand voor normaal gebruik zetten Ga als volgt te werk: – plaats de veiligheidsgordels opzij en controleer of de gordels niet gespannen zijn of gedraaid zitten; – plaats de rugleuningen omhoog en druk de leuningen naar achteren, totdat beide borgmechanismen hoorbaar inklikken. Controleer of de “rode band” op de bovenzijde van de hendels (B-fig. 25) niet meer zichtbaar is.
WEGWIJS IN UW AUTO 001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 BAGAGENET Pagina 24 STUURWIELVERSTELLING Het bagagenet is alleen op enkele uitvoeringen beschikbaar en dient voor het op zijn plaats houden van lading en/of het transport van lichte voorwerpen. In fig. 29, 30, 31 zijn de verschillende bevestigingsmogelijkheden van het net in de bagageruimte aangegeven. A0A0326m De stand van het stuurwiel kan door de bestuurder zowel axiaal als verticaal worden versteld. Ontgrendel hiervoor de hendel (A-fig.
05-06-2008 15:29 SPIEGELS VERSTELLEN BINNENSPIEGEL De spiegel is voorzien van een beveiligingsmechanisme, waardoor de spiegel bij een krachtige botsing losschiet. Met het hendeltje (A-fig. 33) kan de spiegel in twee standen worden gezet: normaal of anti-verblindingsstand. Enkele uitvoeringen voor bepaalde markten beschikken over een spiegel die zich automatisch aanpast aan het gebruik overdag of ‘s nachts. Pagina 25 BUITENSPIEGELS Inklappen (fig. 35) Elektrische verstelling (fig.
WEGWIJS IN UW AUTO 001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Ontwaseming/ontdooiing (fig. 36) De elektrisch verstelbare buitenspiegels zijn voorzien van verwarmingselementen, die worden ingeschakeld als de achterruitverwarming met de knop (A) wordt ingeschakeld. Met de elementen worden de spiegels ontwasemd of ontdooid. BELANGRIJK De functie is voorzien van een tijdschakeling, waardoor de functie na enige minuten automatisch wordt uitgeschakeld.
05-06-2008 15:29 Passagierszijde (fig. 38) Met de schakelaar (A) kan de ruit aan de passagierszijde worden bediend. BELANGRIJK De ruit aan de passagierszijde kan alleen “automatisch” worden geopend. Houd de schakelaar niet ingedrukt als de ruit geheel gesloten of geopend is. A0A0044m fig. 38 Pagina 27 ATTENTIE Onzorgvuldig gebruik van de elektrische ruitbediening kan gevaarlijk zijn.
WEGWIJS IN UW AUTO 001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Alleen aanwezig op bepaalde uitvoeringen: C – blokkering van de bedieningsschakelaars voor de ruiten achter (als de bedieningsschakelaars achter zijn uitgeschakeld, dan brandt het lampje in de schakelaar; als de schakelaar opnieuw wordt ingedrukt, dan kunnen de bedieningsschakelaars achter weer worden gebruikt).
05-06-2008 15:29 De middelste zitplaats is net als de zijzitplaatsen uitgerust met een driepuntsveiligheidsgordel met oprolautomaat (fig. 41). ATTENTIE Voor maximale bescherming moeten de veiligheidsgordels van de zitplaatsen achter worden omgelegd zoals is aangegeven in fig. 41. A0A1074m Pagina 29 ATTENTIE De rugleuning is goed vergrendeld als de “rode band” (B-fig. 42) op de hendels (A) voor het neerklappen van de rugleuning niet meer zichtbaar is.
WEGWIJS IN UW AUTO 001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 HOOGTEVERSTELLING VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS VOOR (optional voor bepaalde uitvoeringen/markten) De hoogte van de gordel voor moet altijd zijn afgestemd op het postuur van de inzittende. Dankzij deze voorzorgsmaatregel werkt de gordel beter en is het risico op verwondingen tijdens een botsing geringer. De gordel is goed afgesteld als hij over de schouder halverwege tussen nek en uiteinde van de schouder ligt. A0A0419m 30 fig.
05-06-2008 15:29 GORDELSPANNERS Voor een nog effectievere bescherming zijn de veiligheidsgordels voor van de auto voorzien van gordelspanners. Dit systeem trekt bij een heftige botsing de gordel enige centimeters aan. Op deze wijze worden de inzittenden veel beter op hun plaats gehouden en wordt de voorwaartse beweging beperkt. Het blokkeren van de veiligheidsgordel geeft aan dat de gordelspanner in werking is geweest; de gordel wordt niet meer opgerold, ook niet als hij wordt begeleid.
WEGWIJS IN UW AUTO 001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 ALGEMENE OPMERKINGEN OVER HET GEBRUIK VAN VEILIGHEIDSGORDELS De bestuurder is verplicht zich te houden aan de wettelijke voorschriften met betrekking tot het verplichte gebruik van de veiligheidsgordels (en de inzittenden erop attent te maken). Leg de veiligheidsgordel altijd om voordat u vertrekt. Pagina 32 ATTENTIE De gordelband mag nooit gedraaid zijn.
05-06-2008 15:29 ATTENTIE Iedere gordel dient slechts ter bescherming van een enkel persoon: gebruik de gordel niet voor een kind dat bij een volwassene op schoot zit, waarbij de gordel beiden zou moeten beschermen (fig. 45). Plaats bovendien geen enkel voorwerp tussen de gordel en het lichaam van een inzittende.
WEGWIJS IN UW AUTO 001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 34 KINDEREN VEILIG VERVOEREN ATTENTIE Monteer absoluut geen kinderzitje achterstevoren op de passagiersstoel voor als de frontairbag aan passagierszijde is ingeschakeld. Als bij een ongeval de airbag in werking treedt (opblaast), kan dit ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben, ongeacht de zwaarte van het ongeluk.
05-06-2008 15:29 De resultaten van onderzoek naar de optimale bescherming van kleine kinderen zijn verwerkt in de Europese ECE/R44-voorschriften die wettelijk verplicht zijn. De systemen zijn onderverdeeld in vijf groepen: Groep 0 gewicht tot aan 10 kg Groep 0 gewicht tot aan 13 kg Groep 1 gewicht: 9-18 kg Groep 2 gewicht: 15-25 kg Pagina 35 GROEP 0 en 0+ GROEP 1 Kinderen tot 13 kg moeten achterstevoren (fig.
WEGWIJS IN UW AUTO 001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 ATTENTIE Er bestaan kinderzitjes die geschikt zijn voor de gewichtsgroepen 0 en 1. Deze kinderzitjes kunnen worden bevestigd aan de veiligheidsgordels achter en hebben zelf gordels om het kind te beschermen. Vanwege het gewicht kan het gevaarlijk zijn als ze verkeerd worden gemonteerd (bijvoorbeeld als een kussen tussen het kinderzitje en de veiligheidsgordels van de auto wordt geplaatst).
05-06-2008 15:29 Pagina 37 GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN KINDERZITJES De Alfa 147 voldoet aan de nieuwe Europese 2000/3/EU-richtlijnen voor de montage van kinderzitjes op de verschillende plaatsen in de auto.
WEGWIJS IN UW AUTO 001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Hieronder zijn de richtlijnen voor een veilig vervoer van kinderen aangegeven: 1) Monteer het kinderzitje op een van de zitplaatsen achter, omdat die plaatsen bij een ongeval de meeste bescherming bieden. 2) Controleer bij een uitschakelbare passagiersairbag (optional op bepaalde uitvoeringen/markten) altijd of het waarschuwingslampje F op het instrumentenpaneel de uitschakeling bevestigt.
05-06-2008 15:29 FRONTAIRBAGS Beschrijving en werking De frontairbag (bestuurder en passagier) is een veiligheidsvoorziening die onmiddellijk in werking treedt bij een frontale botsing. A0A1010m fig. 54 A0A1011m fig. 55 Pagina 39 De airbag bestaat uit een opblaasbaar luchtkussen dat in een daarvoor bestemde ruimte is geplaatst: – in het midden van het stuurwiel aan bestuurderszijde; – een luchtkussen met een groter volume in het dashboard aan de passagierszijde.
WEGWIJS IN UW AUTO 001-057 Alfa147 Q2 NL 40 05-06-2008 15:29 FRONTAIRBAG AAN PASSAGIERSZIJDE De frontairbag aan passagierszijde is ontwikkeld om de bescherming te verbeteren van een inzittende voor met omgelegde veiligheidsgordel. Als de airbag volledig opgeblazen is, vult deze het grootste deel van de ruimte tussen het dashboard en de passagier. ATTENTIE ZEER GEVAARLIJK: De auto is uitgerust met een airbag aan de passagierszijde.
05-06-2008 15:29 ZIJ-AIRBAGS (SIDEBAGS - HEADBAGS) De zij-airbags beschermen de inzittenden bij middelzware en zware zijdelingse aanrijdingen.
WEGWIJS IN UW AUTO 001-057 Alfa147 Q2 NL 42 05-06-2008 15:29 De levensduur en de vervangingstermijn van de pyrotechnische lading en van het spiraalmechanisme zijn vermeld op het betreffende plaatje op de voorportieren (bij het slot). Laat aan het einde van deze termijn het systeem door de Alfa Romeodealer vervangen.
05-06-2008 15:29 ATTENTIE Bedenk dat als de contactsleutel in stand MAR staat, ook bij uitgezette motor de airbags geactiveerd kunnen worden als de auto wordt aangereden door een andere auto. Daarom mogen, ook als de auto stilstaat, absoluut geen kinderen op de passagiersstoel voor worden geplaatst.
WEGWIJS IN UW AUTO 001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 44 HENDELS AAN HET STUUR Buitenverlichting (fig. 58) Grootlicht (fig. 60) De buitenverlichting wordt ingeschakeld als u de draaiknop van stand O in stand 6 zet. De systemen die met de hendels aan het stuur worden bediend, kunt u alleen bedienen als de contactsleutel in de stand MAR staat. Tegelijkertijd gaat op het instrumentenpaneel lampje 3 branden. Dimlichten (fig.
05-06-2008 15:29 Als het dimlicht en de mistlampen zijn ingeschakeld, dan volgt de regeleenheid voor de buitenverlichting (geïntegreerd in de Body Computer) één van de volgende strategieën: – bij inschakeling van het grootlicht, schakelt het dimlicht uit, waarbij de mistlampen blijven branden, en wordt teruggekeerd naar de oorspronkelijke stand als het dimlicht opnieuw wordt ingeschakeld; of – bij inschakeling van het grootlicht doven de mistlampen, die automatisch weer worden ingeschakeld zodra het groot
WEGWIJS IN UW AUTO 001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 “Follow me home” (fig. 63) Met deze functie kan voor een bepaalde tijdsperiode de ruimte voor de auto verlicht worden. U schakelt deze functie in door de contactsleutel in stand STOP te draaien of uit te nemen en de linker hendel naar het stuur te trekken. Pagina 46 Ruitenwissers - Ruitensproeiers (fig. 64-65) De hendel kan in vijf verschillende standen worden gezet: A - Ruitenwissers uitgeschakeld. B - Ruitenwissers wissen met interval.
05-06-2008 15:29 Pagina 47 INTELLIGENTE WIS/WASREGELING Regensensor (fig. 66) Als u de hendel naar het stuur trekt (onvergrendelde stand), schakelen de ruitensproeiers in. De regensensor (A) (indien aanwezig) is een elektronische voorziening voor de ruitenwissers en zorgt ervoor dat de frequentie van de slagen van de ruitenwissers, tijdens het wissen met interval, automatisch wordt aangepast aan de hoeveelheid regen op de ruit.
WEGWIJS IN UW AUTO 001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 48 Koplampsproeiers (fig. 69) eenheid, die vervolgens de ruitenwissermotor bedient. Achterruitwisser/-sproeier (fig. 67-68) Telkens als de motor wordt gestart, wordt de regensensor automatisch verwarmd tot ongeveer 40°C, zodat eventueel condens van het meetoppervlak wordt verwijderd en ijsvorming wordt voorkomen.
05-06-2008 15:29 CRUISE-CONTROL ALGEMENE INFORMATIE De elektronische snelheidsregeling (CRUISE-CONTROL) maakt het mogelijk een constante, vooraf ingestelde snelheid aan te houden, zonder het gaspedaal ingetrapt te houden. Op deze manier wordt het rijden, vooral op lange trajecten, minder vermoeiend omdat de ingestelde snelheid automatisch gehandhaafd blijft. BELANGRIJK Het systeem kan alleen worden ingeschakeld bij een snelheid tussen 30 en 190 km/h.
WEGWIJS IN UW AUTO 001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 SNELHEID OPSLAAN OPGESLAGEN SNELHEID OPROEPEN OPGESLAGEN SNELHEID VERLAGEN Zet draaiknop (A) in stand ON en ga op de normale manier met de gewenste snelheid rijden. Zet de draaiknop (B) ten minste drie seconden op (+) en laat de knop los. De snelheid van de auto is opgeslagen en het gaspedaal kan worden losgelaten.
05-06-2008 15:29 OPGESLAGEN SNELHEID WISSEN De opgeslagen snelheid wordt automatisch gewist als de motor wordt uitgezet of als u draaiknop (A) in de stand OFF zet. ATTENTIE Als de cruise-control tijdens het rijden is ingeschakeld, zet dan nooit de versnellingspook in de vrijstand of bij uitvoeringen met automatische Selespeed versnellingsbak, de versnellingspook in stand N. Schakel de cruise-control uitsluitend in als de verkeersomstandigheden en de conditie van de weg dit veilig toestaan; d.w.z.
WEGWIJS IN UW AUTO 001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 52 DASHBOARD A0A1115m fig. 71 52 1. Verstelbare uitstroomopeningen zijkant - 2. Vaste luchtroosters voor zijruiten - 3. Bedieningshendel buitenverlichting - 4. Instrumentenpaneel - 5. Drukknop achterklepontgrendeling - 6. Pasjeshouder (optional op bepaalde uitvoeringen/markten) - 7. Autoradio (optional op bepaalde uitvoeringen/markten) - 8. Verstelbare uitstroomopeningen midden - 9. Vast luchtrooster boven - 10.
001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 53 WEGWIJS IN UW AUTO INSTRUMENTEN Uitvoeringen met digitaal multifunctioneel display A. Brandstofmeter met waarschuwingslampje brandstofreserve - B. Koelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje voor te hoge koelvloeistoftemperatuur - C. Snelheidsmeter - D. Display (kilometertotaalteller, dagteller en weergave stand koplampverstelling) - E. Display voor weergave klok/buitentemperatuur F.
WEGWIJS IN UW AUTO 001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 54 Uitvoeringen met instelbaar multifunctioneel display A. Brandstofmeter met waarschuwingslampje brandstofreserve - B. Koelvloeistoftemperatuurmeter - C. Snelheidsmeter - D. Display (kilometertotaalteller, dagteller en weergave stand koplampverstelling) - E. Instelbaar multifunctioneel display - F. Toerenteller OPMERKING Op de JTDM-uitvoeringen heeft de toerenteller een schaal tot 6000 toeren/min. A0A1112m fig.
001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 55 WEGWIJS IN UW AUTO Uitvoeringen met instelbaar multifunctioneel display A. Brandstofmeter met waarschuwingslampje brandstofreserve - B. Koelvloeistoftemperatuurmeter - C. Snelheidsmeter - D. Display (kilometertotaalteller, dagteller en weergave stand koplampverstelling) - E. Instelbaar multifunctioneel display - F. Toerenteller A0A1113m fig. 75a - uitvoeringen 2.0 T. SPARK Selespeed A. Brandstofmeter met waarschuwingslampje brandstofreserve - B.
WEGWIJS IN UW AUTO 001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 KILOMETERTELLER Dit is een display met twee tellers voor de weergave van de kilometertotaal- en de dagtellerstand. Ook wordt de stand van de koplampverstelling aangegeven. Op het display wordt weergegeven: – op de eerste regel (6 cijfers) de totaalstand – op de tweede regel (4 cijfers) de dagtellerstand – aan de zijkant de stand van de koplampverstelling. Pagina 56 Houd om de dagteller op nul te zetten de drukknop (A-fig.
05-06-2008 15:29 BRANDSTOFMETER MET WAARSCHUWINGSLAMPJE BRANDSTOFRESERVE Dit instrument geeft het brandstofniveau in de tank aan. Het waarschuwingslampje K gaat branden als er nog ongeveer 7 liter brandstof aanwezig is. BELANGRIJK Onder bepaalde omstandigheden (bijv. bij sterke hellingen) kan de wijzernaald een hoeveelheid aangeven die niet overeenkomt met de werkelijke hoeveelheid in de tank. Bovendien kunnen wijzigingen in het brandstofniveau iets vertraagd worden aangegeven.
WEGWIJS IN UW AUTO 058-085 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:15 Pagina 58 DIGITAAL MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY Op het digitale multifunctionele display kan de volgende informatie worden weergegeven: tijd, buitentemperatuur, instellingen zoemer (in-/uitschakelen geluidssignaal), lichtsterkteregeling, stand van brandstofnoodschakelaar (FPS on) en motorolieniveau (bij JTD-uitvoeringen). BEDIENINGSKNOPPEN (fig.
06-11-2006 12:15 Pagina 59 KLOKJE (fig. 78) Minuten instellen Uren instellen Druk 2 keer op knop MODE Q, zodat de minuten gaan knipperen. Stel met knop + of - de gewenste minuten in. Druk op knop MODE Q, zodat de uren gaan knipperen. Stel met knop + of - het gewenste uur in. Elke keer als u de knop indrukt, verspringt het klokje een eenheid. Als u de betreffende knop ingedrukt houdt, lopen de cijfers automatisch snel door of terug.
WEGWIJS IN UW AUTO 058-085 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:15 LICHTSTERKTEREGELING (fig. 81-82) Gedeeltelijke verlichting Met deze functie kan de lichtsterkte van het instrumentenpaneel, de kilometerteller (kilometertotaal- en dagtellerstand en weergave koplampverstelling), het display voor klok/buitentemperatuur en het display van de radio en de airconditioning met gescheiden luchttemperatuurregeling worden geregeld.
06-11-2006 12:15 Controle van motoroliepeil (JTD-uitvoeringen) Als u de contactsleutel in stand MAR draait, verschijnt op het digitale multifunctionele display gedurende circa 10 seconden het opschrift “OIL”. Vervolgens wordt gedurende enkele seconden de hoeveelheid olie in de motor gemeten en verschijnen er zes streepjes op het display. Na deze fase toont het display de hoeveelheid olie (fig. 84) en vervolgens worden de kilometertotaalstand en de dagtellerstand weergegeven. In fig.
WEGWIJS IN UW AUTO 058-085 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:15 Pagina 62 INSTELBAAR MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY Het instelbare multifunctionele display kan alle nuttige en noodzakelijke informatie tijdens de rit weergeven: INFORMATIE OVER DE AUTO - Trip computer; - Lichtsterkteregeling; INFORMATIE OP HET BEGINSCHERM - Weergave storingen met bijbehorend symbool; - Tijd (A-fig. 88); - Weergave waarschuwingen met bijbehorend symbool (bijv.: kans op gladheid); - Buitentemperatuur B; - Datum (C).
06-11-2006 12:15 Pagina 63 “SETUP-MENU” In het “Setup-menu” kunnen, door het indrukken van de knoppen MODE en ▲/▼ (zie fig. 89), de instellingen worden uitgevoerd die beschreven staan op de volgende pagina’s. Het Setup-menu kan worden geactiveerd door de knop MODE kort in te drukken. Het menu bestaat uit een aantal functies dat “cyclisch” wordt weergegeven fig. 90.
WEGWIJS IN UW AUTO 058-085 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:15 Controle van motoroliepeil (JTDM-uitvoeringen) Als u de contactsleutel in stand MAR zet, dan wordt op het display gedurende enkele seconden het motoroliepeil weergegeven. Tijdens deze fase kan de weergave worden onderbroken en naar het volgende scherm worden doorgegaan door kort op de knop MODE te drukken. Pagina 64 In fig. 92 wordt een oliepeil onder het minimum niveau weergegeven. De balkjes zijn in deze situatie geheel leeg. In fig.
06-11-2006 12:15 DIMMER Met deze functie kan de lichtsterkte worden geregeld (verhogen/verlagen) van het instrumentenpaneel, de kilometerteller (kilometertotaal- en dagtellerstand), weergave koplampverstelling, het display voor de autoradio en het display voor het navigatiesysteem (indien aanwezig) en de klimaatregeling met gescheiden temperatuurregeling (indien aanwezig).
WEGWIJS IN UW AUTO 058-085 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:15 Pagina 66 TRIP B TIJD DATUM Met deze functie kan TRIP B worden in-/uitgeschakeld (ON/OFF). De functie geeft informatie over het GEMIDDELDE BRANDSTOFVERBRUIK B, GEMIDDELDE SNELHEID B, REISTIJD B en AFGELEGDE AFSTAND B tijdens een “deeltraject” dat onderdeel is van een “algemeen traject” (zie voor meer informatie de paragraaf “Trip Computer”). Met deze functie kunt u de tijd (uren minuten) instellen.
06-11-2006 12:15 Pagina 67 ZOMERTIJD 12/24-WEERGAVE RADIO Met deze functie kan de zomertijd worden in- en uitgeschakeld (ON/OFF) (+ 1 uur ten opzichte van de wintertijd). Met deze functie kan de tijd worden weergegeven in 12h of 24h.
WEGWIJS IN UW AUTO 058-085 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:15 TELEFOON NAVIGATIESYSTEEM TAAL Met deze functie kan de weergave van de naam (indien opgenomen in de telefoonlijst) en het telefoonnummer van de gesprekspartner worden in-/uitgeschakeld (ON/OFF). Tijdens het gebruik van het navigatiesysteem kan met deze functie de weergave (pictogrammen) op het display van het navigatiesysteem op het display van het instrumentenpaneel worden in-/uitgeschakeld (ON/OFF).
06-11-2006 12:15 EENHEID Met deze functie kan de meeteenheid worden ingesteld van de afgelegde afstand (km of mijl), het brandstofverbruik (l/100 km, km/l of mpg) en de temperatuur (°C of °F).
WEGWIJS IN UW AUTO 058-085 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:15 SERVICE Deze functie levert informatie over het juiste onderhoud van de auto.
06-11-2006 12:15 Pagina 71 TRIP COMPUTER Algemene informatie Met de functie “Trip computer” kan op het display informatie worden weergegeven over de werking van de auto. Deze functie bestaat uit GENERAL TRIP, dat betrekking heeft op de hele rit van de auto, en TRIP B, dat betrekking heeft op een deeltraject. Deze laatste functie vormt een onderdeel (zoals is afgebeeld in de fig.) van het totale traject van de auto. Beide functies kunnen op nul worden gezet (reset begin van een nieuwe rit).
WEGWIJS IN UW AUTO 058-085 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:15 GENERAL TRIP geeft informatie over: ❒ Gemiddeld verbruik ❒ Huidig verbruik ❒ Gemiddelde snelheid ❒ Reistijd ❒ Autonomie ❒ Afgelegde afstand TRIP B geeft informatie over: ❒ Gemiddeld verbruik B ❒ Gemiddelde snelheid B ❒ Reistijd B ❒ Afgelegde afstand B Pagina 72 Weergegeven gegevens Gemiddeld verbruik Geeft het gemiddelde brandstofverbruik aan vanaf het begin van een nieuwe rit.
06-11-2006 12:15 Pagina 73 Nieuwe rit KNOP SET Begint als een reset is uitgevoerd: Deze knop, die zich op de rechter hendel (fig. 94) bevindt, geeft, met de sleutel in de stand MAR, toegang tot de functies GENERAL TRIP en TRIP B. - “handmatig” door de gebruiker door de knop SET even ingedrukt te houden; - “automatisch” als de “afgelegde afstand” de waarde 9999,9 km (of mijl) bereikt, de “reistijd” de waarde 99.59 (99 uur en 59 minuten) of iedere keer als de accu losgekoppeld is geweest.
WEGWIJS IN UW AUTO 058-085 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:15 LAMPJES EN BERICHTEN BELANGRIJK De aanwezigheid van een lampje is afhankelijk van de motoruitvoering en het uitrustingsniveau van de auto. x TE LAAG REMVLOEISTOFNIVEAU (rood) AANGETROKKEN HANDREM (rood) Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje branden. Na enkele seconden moet het lampje doven.
¬ 06-11-2006 12:15 STORING AIRBAGSYSTEEM (rood) Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje branden. Na enkele seconden moet het lampje doven. Het lampje gaat constant branden bij een storing in het airbagsysteem.
WEGWIJS IN UW AUTO 058-085 Alfa147 Q2 NL < 06-11-2006 12:15 NIET OMGELEGDE VEILIGHEIDSGORDELS (rood) Het lampje brandt continu als de contactsleutel in stand MAR staat en de veiligheidsgordel aan de bestuurderszijde niet is omgelegd. ´ NIET GOED GESLOTEN PORTIEREN (rood) Het lampje (indien aanwezig) gaat branden (op enkele uitvoeringen verschijnen een bericht en symbool op het display) als een of meer portieren of de achterklep niet goed gesloten zijn.
06-11-2006 12:15 Pagina 77 Schakelmomenten beperken Functie Manual niet beschikbaar Bij een overmatige bediening van de versnellingsbak door de bestuurder verschijnt er een bericht op het display. Het bericht verschijnt op het display als bij draaiende motor de handmatige bediening MANUAL niet gekozen kan worden. Bij een verkeerd gebruik (door de bestuurder) kan automatisch een procedure voor de beveiliging van het systeem worden ingeschakeld.
WEGWIJS IN UW AUTO 058-085 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:15 Oververhitting koppeling Rempedaal intrappen Vertraagde start Versnelling niet beschikbaar Het bericht wordt op het display weergegeven in combinatie met een geluidssignaal, in de volgende gevallen: Het bericht verschijnt op het display in combinatie met een geluidssignaal als de koppeling te heet is geworden. ATTENTIE Als de auto stilstaat op een helling (bijv.
06-11-2006 12:15 Handeling niet toegestaan Op het display verschijnt dit bericht en er klinkt een akoestisch signaal, als het systeem een met de versnellingspook gegeven schakelopdracht, niet accepteert omdat aan enkele voorwaarden niet is voldaan.
WEGWIJS IN UW AUTO 058-085 Alfa147 Q2 NL U 06-11-2006 12:15 STORING MOTORMANAGEMENTSYSTEEM EOBD (geel) Als u onder normale omstandigheden de contactsleutel in stand MAR draait, dan gaat het lampje branden. Het lampje moet uitgaan als de motor is gestart. Het lampje gaat eerst branden om de juiste werking ervan aan te geven.
m 06-11-2006 12:15 VOORGLOEIINSTALLATIE (dieseluitvoeringen) (geel) STORING IN VOORGLOEIINSTALLATIE (dieseluitvoeringen) (geel) Voorgloeibougies Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje (indien aanwezig) branden (op enkele uitvoeringen wordt dit aangegeven op het instelbare multifunctionele display). Het lampje dooft als de voorgloeibougies de vooraf ingestelde temperatuur hebben bereikt. Start de motor zodra het lampje gedoofd is.
WEGWIJS IN UW AUTO 058-085 Alfa147 Q2 NL h 06-11-2006 12:15 VERSTOPT ROETFILTER (dieseluitvoeringen) (geel) Het lampje (indien aanwezig) gaat branden (op enkele uitvoeringen verschijnen een symbool en bericht op het display) als het roetfilter verstopt is en de rijomstandigheden verhinderen dat de regeneratieprocedure automatisch wordt uitgevoerd.
x 06-11-2006 12:15 STORING IN EBD (ROOD) (geel) Als bij een draaiende motor de lampjes x en > gelijktijdig branden (op enkele uitvoeringen verschijnen ook een bericht en symbool op het display), dan is er een storing in het EBD-systeem; in dat geval kunnen bij hard remmen de achterwielen vroegtijdig blokkeren waardoor de auto kan gaan slippen. > Rijd zeer voorzichtig naar de dichtstbijzijnde Alfa Romeo-dealer om het systeem te laten controleren.
WEGWIJS IN UW AUTO 058-085 Alfa147 Q2 NL V 06-11-2006 12:15 ASR-SYSTEEM (ANTI-DOORSLIPREGELING VAN DE WIELEN) (indien aanwezig) (geel) Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje branden. Na enkele seconden moet het lampje doven. Het lampje gaat branden als het systeem is uitgeschakeld. Het lampje knippert als het systeem inschakelt, om de bestuurder te waarschuwen dat het systeem zich aanpast aan de grip op het wegdek.
Ü 06-11-2006 12:15 CRUISE-CONTROL (indien aanwezig) (groen) Het lampje gaat branden als de draaiknop van de cruise-control in stand ON staat. 1 GROOTLICHT (blauw) Het lampje gaat branden als de buitenverlichting of het dimlicht wordt ingeschakeld. √ KANS OP GLADHEID Op enkele uitvoeringen verschijnen een bericht en het symbool √ op het display om de bestuurder te waarschuwen voor gladheid, en er klinkt een geluidssignaal als de buitentemperatuur gelijk is aan of lager wordt dan 3° C.
WEGWIJS IN UW AUTO 086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 86 KLIMAATREGELING A0A1019m fig.
06-11-2006 12:39 MIDDELSTE LUCHTROOSTER BOVEN (fig. 96) Het rooster (1) kan met knop (A) worden geopend en gesloten. gesloten. •I == Geheel Geheel geopend. Pagina 87 VERSTELBARE UITSTROOMOPENINGEN AAN DE ZIJKANT (fig. 97) De luchtstroom kan worden gericht met ring (A) en/of direct met hendeltje (B). De luchtopbrengst kan met knop (C) worden geregeld: VERSTELBARE LUCHTROOSTERS IN HET MIDDEN (fig.
WEGWIJS IN UW AUTO 086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 88 VERWARMING - AIRCONDITIONING, HANDBEDIEND (optional voor bepaalde uitvoeringen/markten) Hierna wordt beknopt de werking van de handbediende verwarming en handbediende airconditioning beschreven (optional voor bepaalde uitvoeringen/markten) De twee systemen verschillen uitsluitend door de drukknop voor de aircocompressor √, die uitsluitend op uitvoeringen met handbediende airconditioning aanwezig is.
06-11-2006 12:39 Om het systeem beter te begrijpen en te benutten, raden wij u aan om de volgende pagina’s zorgvuldig te lezen. De handbediende airconditioning maakt gebruik van het koelmiddel “R134a”. Bij lekkage is dit middel niet schadelijk voor het milieu. Gebruik in geen geval andere middelen, omdat anders de componenten van het systeem beschadigd kunnen worden. Pagina 89 BEDIENINGSORGANEN (fig.
WEGWIJS IN UW AUTO 086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 DRAAIKNOP VOOR REGELING LUCHTTEMPERATUUR DRAAIKNOP VOOR REGELING LUCHTVERDELING Draai de ring van knop (1-fig. 102) rechts- of linksom om de temperatuur van de lucht naar het interieur respectievelijk te verhogen of verlagen. Door de draaiknop (3-fig. 102) met het merkteken tegenover de symbolen te zetten, kunnen de volgende standen worden gekozen: DRAAIKNOP VOOR REGELING AANJAGERSNELHEID Met de ring van knop (2-fig.
06-11-2006 12:39 DRUKKNOP VOOR IN-/UITSCHAKELEN RECIRCULATIE v Als u drukknop (5-fig. 102) v indrukt, wordt de recirculatiefunctie ingeschakeld en gaat het lampje naast de knop branden. In dit geval wordt de lucht direct vanuit het interieur door het systeem behandeld en de aanjager ingeschakeld. U kunt de recirculatiefunctie uitschakelen en de toevoer van buitenlucht inschakelen door de knop nogmaals in te drukken. ATTENTIE Bij een lage buitentemperatuur werkt de aircocompressor niet.
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 92 WEGWIJS IN UW AUTO A0A0220m 92 Ga voorzichtig te werk als de achterruit aan de binnenzijde wordt gereinigd. De weerstandsdraden van de achterruitwarming mogen niet worden beschadigd. LUCHT KOELEN EN ONTVOCHTIGEN (fig.
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 93 - Ga als volgt te werk: - zet de ring van knop (3) voor de luchtverdeling op symbool -. Het systeem schakelt gedurende een bepaalde tijd (na drie minuten wordt de regeling automatisch uitgeschakeld) alle functies in die nodig zijn voor het ontdooien/ontwasemen van de voorruit en de zijruiten voor. D.w.z.
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 94 WEGWIJS IN UW AUTO A0A0222m 94 VERWARMEN (fig. 104) Ga voor het instellen van de gewenste temperatuur als volgt te werk: - zet knop (1) voor de temperatuurregeling in de gewenste stand in het rode gebied; - draai knop (2) voor de aanjagersnelheid op de gewenste snelheid om de hoeveelheid lucht naar het interieur aan te passen; - draai knop (3) voor de luchtverdeling op de gewenste stand.
06-11-2006 12:39 Pagina 95 AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING MET GESCHEIDEN REGELING (optional voor bepaalde uitvoeringen/markten) A0A1020m Ga als volgt te werk om het systeem in te schakelen (fig. 105): - verdraai de ringen van de knoppen om de gewenste temperatuur in te stellen (bestuurderszijde – passagierszijde). - druk knop AUTO in. WEGWIJS IN UW AUTO 086-109 Alfa147 Q2 NL BELANGRIJK Met de airconditioning kan de temperatuur voor de bestuurder en de passagier apart worden ingesteld.
WEGWIJS IN UW AUTO 086-109 Alfa147 Q2 NL 96 06-11-2006 12:39 ALGEMENE INFORMATIE De auto is uitgerust met een airconditioning met gescheiden luchttemperatuurregeling voor bestuurders- en passagierszijde, die geregeld wordt door een elektronische regeleenheid. Voor een optimale temperatuurregeling in de twee ruimtes van het interieur, is het systeem uitgerust met een buitentemperatuursensor, een interieurtemperatuursensor en een dubbele zonnestralingssensor.
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 97 A0A1021m WEGWIJS IN UW AUTO BEDIENINGSORGANEN (fig.
WEGWIJS IN UW AUTO 086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 GEBRUIK VAN DE AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING MET GESCHEIDEN REGELING (fig. 106) BELANGRIJK Het temperatuurverschil tussen de bestuurders- en passagierszijde mag maximaal 7°C zijn. Het systeem accepteert geen grotere verschillen. BELANGRIJK De ringen van de draaiknoppen zijn niet voorzien van een mechanische aanslag. Als de maximum of minimum waarde is bereikt, dan kunnen de ringen nog steeds in beide richtingen draaien.
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 99 A0A1022m WEGWIJS IN UW AUTO DRAAIKNOPPEN VOOR REGELING LUCHTTEMPERATUUR (fig. 107) Als u de ring van knop (2 of 6) rechtsof linksom draait, wordt de gewenste temperatuur links (knop 2) of rechts (knop 6) resp. verhoogd of verlaagd. De ingestelde temperaturen verschijnen op de displays (1) en (5) boven de betreffende knoppen. De gescheiden temperatuurregeling wordt automatisch hervat als u draaiknop (6) bedient. fig.
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 100 WEGWIJS IN UW AUTO A0A1023m Functie HI (maximale verwarming - fig. 108) Als u op het display een temperatuur hoger dan 32,5°C instelt, wordt deze functie ingeschakeld, onafhankelijk of de instelling aan de bestuurders- of passagierszijde of aan beide zijden plaatsvindt; door deze instelling wordt het systeem niet meer gescheiden geregeld. De functie wordt op beide displays aangegeven.
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 101 A0A1024m WEGWIJS IN UW AUTO Functie LO (maximum koeling - fig. 109) Als u op het display een temperatuur onder 16,5°C instelt, wordt deze functie ingeschakeld; deze instelling wordt op beide displays weergegeven. Deze functie kan worden ingeschakeld als u het interieur zo snel mogelijk wilt koelen, waarbij maximaal van het vermogen van het systeem gebruik wordt gemaakt.
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 102 WEGWIJS IN UW AUTO A0A1025m DRUKKNOP MONO VOOR GELIJKSTELLEN INGESTELDE TEMPERATUREN (fig. 110) Als u knop (12) MONO indrukt, wordt de temperatuur aan bestuurders- en passagierszijde automatisch gesynchroniseerd, waarna u de temperatuur in de twee gedeelten met de ring van knop (2) aan de bestuurderszijde kunt regelen. Met deze functie kan de temperatuur in het gehele interieur makkelijk geregeld worden, als de bestuurder alleen in de auto zit.
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 103 BELANGRIJK Knop (8) v voor de recirculatiefunctie kan worden ingedrukt, waardoor de buitenlucht direct naar het interieur stroomt. WEGWIJS IN UW AUTO A0A1026m DRAAIKNOP VOOR REGELING AANJAGERSNELHEID (fig.
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 104 WEGWIJS IN UW AUTO A0A1028m DRUKKNOPPEN VOOR DE LUCHTVERDELING (fig. 113) Als u een of meer knoppen (10) indrukt, dan kunt u handmatig één van de 5 mogelijke verdelingen van de lucht naar het interieur kiezen: R E Lucht uit de uitstroomopeningen in het midden en aan de zijkant van het dashboard en uit de uitstroomopening achter (indien aanwezig).
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 105 A0A1029m WEGWIJS IN UW AUTO DRUKKNOP VOOR IN-/UITSCHAKELEN AIRCOCOMPRESSOR (fig. 114) √ Als u knop (14) √ indrukt, dan wordt de aircocompressor ingeschakeld. Dit wordt aangegeven door het branden van het lampje op de knop. Als u de aircocompressor uitschakelt, dan gaat het lampje op de knoppen (13) AUTO en (14) √ uit. Bovendien wordt de automatische recirculatiefunctie uitgeschakeld (beide lampjes op knop 8 v gaan uit).
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 106 WEGWIJS IN UW AUTO A0A1031m DRUKKNOP VOOR IN-/UITSCHAKELEN RECIRCULATIE v (fig.
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 107 WEGWIJS IN UW AUTO A0A1032m ATTENTIE Het verdient aanbeveling om de recirculatiefunctie in te schakelen in de file of in tunnels. Hiermee wordt voorkomen dat vervuilde lucht het interieur bereikt. Het is raadzaam het systeem niet lang achter elkaar te gebruiken, omdat anders, vooral als u met meerdere personen in de auto zit, de kans aanzienlijk toeneemt dat de ruiten beslaan. fig. 117 ATTENTIE Bij bepaalde weersomstandigheden (bijv.
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 108 WEGWIJS IN UW AUTO A0A1033m DRUKKNOP VOOR SNEL ONTDOOIEN /ONTWASEMEN VAN DE RUITEN VOOR ( functie MAX-DEF) (fig. 118) - Als u knop (7) - indrukt, schakelt de airconditioning automatisch gedurende een bepaalde tijd alle functies in die noodzakelijk zijn voor het snel ontdooien/ontwasemen van de voorruit en de zijruiten voor. D.w.z.
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 109 A0A1034m WEGWIJS IN UW AUTO DRUKKNOP VOOR ACHTERRUIT- EN SPIEGELVERWARMING (fig. 119) ( Als u knop (9) ( indrukt, dan worden de achterruitverwarming en, indien aanwezig, de spiegelverwarming ingeschakeld. Het lampje op de knop gaat branden als deze functie wordt ingeschakeld. De functie schakelt na ongeveer 20 minuten automatisch uit, of als opnieuw de knop wordt ingedrukt.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 HULPVERWARMING (optional voor bepaalde uitvoeringen/markten) De auto is uitgerust met een extra verwarming, waardoor de motor bij koud weer sneller op bedrijfstemperatuur komt en in het interieur sneller een comfortabele temperatuur wordt bereikt. De extra verwarming werkt bij een draaiende motor als de buitentemperatuur lager is dan 20°C en de motor nog niet de normale bedrijfstemperatuur heeft bereikt.
05-06-2008 15:33 MISTACHTERLICHT (fig. 120) U kunt het mistachterlicht inschakelen door knop (D) op het dashboard in de middenconsole in te drukken, als het dimlicht of de mistlampen reeds zijn ingeschakeld; tegelijkertijd gaat het lampje op de drukknop branden. Als u de contactsleutel in stand STOP zet, schakelt het mistachterlicht automatisch uit. De lamp schakelt pas weer in als u na het starten opnieuw op knop (D) drukt. Druk knop (D) nogmaals in om het mistachterlicht uit te schakelen.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 HOOGTEVERSTELLING VAN DE KOPLAMPEN (fig. 122) Als de auto beladen is, moet de hoogte van de koplampen worden afgesteld. Druk voor de afstelling (alleen mogelijk als het dimlicht brandt) op de knoppen +/-: – druk op knop + om een stand te verhogen (bijv.: 0 ➟ 1 ➟ 2 ➟ 3); – druk op knop - om een stand te verlagen (bijv.: 3 ➟ 2 ➟ 1 ➟ 0); Display (A), in de snelheidsmeter, toont d e stand gedurende de koplampafstelling.
05-06-2008 15:33 Handrem uitschakelen: – trek de hendel (A) iets omhoog en druk op de knop (B); – houd de knop ingedrukt en laat de hendel zakken; lampje x op het instrumentenpaneel dooft. Om onverwachte bewegingen van de auto te voorkomen, moet bij het bedienen van de handrem het rempedaal worden ingetrapt. BELANGRIJK De handremhendel (A) is voorzien van een beveiligingsmechanisme.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 SELESPEED VERSNELLINGSBAK (optional voor bepaalde uitvoeringen/markten) De 2.0 T.SPARK uitvoering kan zijn uitgerust met een elektronisch geregelde mechanische “Selespeed” versnellingsbak. Selespeed maakt het gebruik van de auto aanzienlijk eenvoudiger, vermindert de vermoeidheid als in de stad wordt gereden of als vaak geschakeld moet worden, en levert tegelijkertijd uitstekende prestaties.
05-06-2008 15:33 Tijdens de automatische werking CITY kan handmatig worden geschakeld met zowel de pook als de hendels op het stuurwiel. De versnellingsbak blijft in CITY. De ingeschakelde versnelling (fig. 129) blijft altijd aangegeven op het display ongeacht de gekozen stand. N = vrijstand; Pagina 115 Als de CITY-stand is gekozen, dan wordt dit ook aangegeven. Een waarschuwingslampje en een bericht (“STORING VERSNELLINGSBAK”) (fig.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 WERKING BIJ STILSTAANDE MOTOR BELANGRIJK Voordat de pook wordt bediend, moet beslist op het display gecontroleerd worden welke versnelling is ingeschakeld (N, 1, 2, 3, 4, 5, R). Als de motor niet draait en de auto stilstaat, kunnen alle versnellingen worden ingeschakeld. Als de auto stilstaat en het rempedaal is ingetrapt, kunt u overschakelen zowel met de pook op de middenconsole als met de hendels op het stuurwiel.
05-06-2008 15:33 MOTOR STARTEN De motor kan worden gestart, zowel bij ingeschakelde versnelling als bij een versnellingsbak in de vrijstand (N), mits het rempedaal voldoende is ingetrapt. BELANGRIJK Houd het rempedaal ingetrapt tijdens het starten. Als het rempedaal herhaaldelijk wordt ingetrapt bij een afgezette motor, is er meer kracht vereist. In een dergelijke situatie moet voor het starten van de motor het rempedaal krachtiger worden ingetrapt.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 WEGRIJDEN Bij draaiende motor en stilstaande auto kunt u alleen de eerste versnelling (1), de tweede (2) of de achteruit (R) inschakelen. Schakel de versnelling in met de pook op de middenconsole of de hendels op het stuurwiel en houd hierbij het rempedaal ingetrapt BELANGRIJK De achteruit (R) kan vanuit de volgende versnellingen worden ingeschakeld: vrij (N), eerste (1) of tweede (2) versnelling.
05-06-2008 15:33 Hoewel het beslist wordt afgeraden, kunt u door onvoorziene omstandigheden afdalen van een helling met de versnellingsbak van de auto in de vrijstand (N); als u vervolgens een schakelopdracht geeft, dan schakelt het systeem automatisch de versnelling in, die het meest geschikt is om het motorkoppel over te brengen naar de wielen.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 SEQUENTIËLE WERKING (HANDMATIG) Als het systeem handmatig (MANUAL) wordt bediend, dan wordt op het display de ingeschakelde versnelling weergegeven. Bij deze bedieningswijze ligt de beslissing om over te schakelen bij de bestuurder. Overschakelen kan plaatsvinden met behulp van: – de pook op de middenconsole (A-fig. 134); – de hendels (fig. 135).
05-06-2008 15:33 Als het gaspedaal meer dan 60% van de totale slag is ingetrapt en bij een toerental hoger dan 5000 t/min, vindt het overschakelen sneller plaats.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Bij een storing aan andere componenten van de versnellingsbak kunnen slechts enkele versnellingen worden ingeschakeld: de eerste versnelling (1), de tweede versnelling (2) en de achteruit (R). ATTENTIE Wendt u bij een storing (aan welke component dan ook) van de versnellingsbak zo snel mogelijk tot de Alfa Romeodealer om het systeem te laten controleren.
05-06-2008 15:33 INTERIEURUITRUSTING DASHBOARDKASTJE Het dashboardkastje is voorzien van een binnenverlichting en een klepje. Pagina 123 ATTENTIE Rijd niet met een geopend Dashboardkastje: bij een ongeval zou het klepje de passagier kunnen verwonden. BELANGRIJK Als u de contactsleutel in stand STOP zet en het klepje opent, dan gaat het lampje 15 minuten branden. Hierna dooft het lampje om de accu te sparen. HANDGREPEN Trek aan de handgreep (A-fig. 138) om het kastje te openen.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 PLAFONDVERLICHTING VOOR (fig. 140) De plafondverlichting bestaat uit twee lampjes met de bijbehorende schakelaar. BELANGRIJK Als een portier wordt geopend, gaat de plafondverlichting automatisch gedurende ongeveer 3 minuten branden en gaat vervolgens uit; als de portieren worden gesloten (binnen deze 3 minuten), dan blijft de verlichting nog ongeveer 7 seconden branden, zodat de motor kan worden gestart. A0A0111m 124 fig.
05-06-2008 15:33 VERLICHTING ZONNEKLEPSPIEGEL (fig. 141) (voor bepaalde uitvoeringen/markten) Aan de achterzijde van de zonnekleppen aan bestuurders- en passagierszijde gaat, als u het klepje (A) opent, de verlichting (B) branden als de contactsleutel in de stand MAR staat. Door de verlichting kan het spiegeltje ook bij weinig licht gebruikt worden. BELANGRIJK Als u de contactsleutel in stand STOP zet, kan de verlichting nog 15 minuten ingeschakeld blijven.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 DORPELVERLICHTING (fig. 143) (voor bepaalde uitvoeringen/markten) De verlichting (A) in de portieren gaat branden als het portier wordt geopend, ongeacht de stand van de contactsleutel. Pagina 126 BEWAKINGSLAMPJE (fig. 144) Het lampje (A) op het instrumentenpaneel gaat knipperen als de portieren zijn vergrendeld (sleutel in stand STOP of uitgenomen) en blijft rood knipperen, totdat de portieren weer worden ontgrendeld.
05-06-2008 15:33 ATTENTIE De aansteker wordt erg heet. Gebruik de aansteker voorzichtig en voorkom dat hij gebruikt wordt door kinderen: risico op brand en/of brandwonden. Pagina 127 ASBAK ACHTER (fig. 146) De achterpassagiers hebben de beschikking over twee verzonken asbakken. Open de asbak in de richting van de pijl om deze te gebruiken en druk de lip in om de asbak te verwijderen. OPBERGVAK (fig.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 PASJESHOUDER EN BEKERHOUDER (fig. 148) (optional voor bepaalde uitvoeringen/markten) Het dashboard is in het midden voorzien van een pasjeshouder (A) en een bekerhouder (B). Druk deze in, zoals is aangegeven, zodat gebruik van deze voorzieningen kan worden gemaakt. Pagina 128 OPBERGVAK OP DASHBOARD (fig. 149) OPBERGVAKKEN IN TUNNELCONSOLE (fig.
05-06-2008 15:33 Pagina 129 KAARTVAKKEN OP VOORPORTIEREN (fig. 151) KAARTVAKKEN ACHTER (fig. 152) Elk voorportier is voorzien van een kaartvak (A). Naast de achterbank zijn in de zijpanelen kaartvakken (A) aangebracht. ZONNEKLEPPEN (fig. 153) De kleppen kunnen, zoals is afgebeeld, voor de voorruit en de zijruit worden gedraaid. Op bepaalde uitvoeringen/markten is aan de achterzijde van de kleppen een spiegel aangebracht met verlichting (B). Til het klepje (A) op om van de spiegel gebruik te maken.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 OPENDAK OPENEN EN SLUITEN ATTENTIE Onzorgvuldig gebruik van het opendak kan gevaarlijk zijn. Controleer voor en tijdens de bediening van de schakelaar altijd of de passagiers niet verwond kunnen worden door de beweging van het opendak zelf of door in beweging gebrachte voorwerpen. ATTENTIE Open het dak niet bij sneeuw of ijs: het kan dan beschadigd worden. A0A0123m 130 fig.
05-06-2008 15:33 Pagina 131 ACHTERZIJDE OMHOOG KANTELEN BEDIENING IN NOODGEVALLEN Als de contactsleutel in stand MAR staat, kan de bedieningsknop (A-fig. 156) worden verdraaid in de richting van de pijl en kan een keuze worden gemaakt uit 3 openingsstanden. Als het elektrische bedieningsmechanisme niet werkt, dan kan het opendak op de volgende manier handmatig worden bediend: Zet voor het sluiten van het dak, bedieningsknop (A) in de middelste stand. – maak het paneel (A-fig.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 132 VAN BINNENUIT OPENEN (fig. 158) OPENEN MET AFSTANDSBEDIENING (fig. 159) U kunt de achterklep alleen elektrisch ontgrendelen als de contactsleutel in stand MAR staat, bij een stilstaande auto en in stand STOP of PARK gedurende 3 minuten, behalve als een portier is geopend of gesloten. De achterklep kan, ook bij ingeschakeld alarm, op afstand worden geopend door drukknop (A) in te drukken.
05-06-2008 15:33 BAGAGERUIMTEVERLICHTING (fig. 160) Als u de achterklep opent, dan gaat automatisch de verlichting (A) aan de rechterzijde van de bagageruimte branden. De verlichting gaat automatisch uit als u de achterklep sluit. Pagina 133 BELANGRIJK Als u de contactsleutel in stand STOP zet, kan na het openen van de achterklep, de verlichting nog 15 minuten ingeschakeld blijven. Hierna gaat de verlichting uit om de accu te sparen.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 BAGAGE VASTZETTEN (fig. 162) De vervoerde bagage kan met riemen of spanbanden worden bevestigd aan de daarvoor bestemde ringen (A) in de bagageruimte. De ringen dienen ook voor het bevestigen van het eventueel aanwezige bagagenet (deze is leverbaar bij de Alfa Romeo-dealer). A0A0133m 134 fig.
05-06-2008 15:33 MOTORKAP De hendel voor het openen van de motorkap bevindt zich uiterst links onder het dashboard. Pagina 135 BELANGRIJK Het optillen van de motorkap wordt vergemakkelijkt door twee gasveren aan de zijkant. Wij raden u aan deze gasveren niet te demonteren en de motorkap tijdens het optillen te begeleiden. Openen: Druk in dit laatste geval de motorkap niet dicht, maar til hem opnieuw op en herhaal de handeling. – trek aan hendel (A-fig. 163) totdat u de ontgrendeling hoort.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 136 INBOUWVOORBEREIDING ALLESDRAGER 5-deurs uitvoeringen 3-deurs uitvoeringen De achterste bevestigingspunten bevinden zich op de punten (B). De voorste bevestigingspunten bevinden zich op de punten (A-fig. 165). De voorste bevestigingspunten bevinden zich op de punten (A-fig. 166). BELANGRIJK U dient zich strikt aan de aanwijzingen te houden die in het pakket zijn meegeleverd.
05-06-2008 15:33 Pagina 137 KOPLAMPEN KOPLAMPVERSTELLING (fig. 167) Goed afgestelde koplampen zijn belangrijk voor het comfort en de veiligheid van uzelf en de overige weggebruikers. Als de auto beladen is, helt hij achterover. Het gevolg is dat de lichtbundel van de koplampen meer naar boven schijnt. – druk op knop ▲ om een stand te verhogen (bijv.: 0 ➟ 1 ➟ 2 ➟ 3); Bovendien zijn er wettelijke voorschriften. De stand van de koplampen moet in dat geval worden gecorrigeerd.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Ga voor het instellen van de juiste stand afhankelijk van de belading, als volgt te werk: – stand 0: één of twee personen op de voorstoelen – stand 1: vijf personen – stand 2: vijf personen + bagage in de bagageruimte – stand 3: bestuurder + 350 kg in de bagageruimte. Pagina 138 KOPLAMPEN AANPASSEN AAN HET BUITENLAND (fig. 168-169) De afbeelding toont het afplakken van auto’s voor rechtsrijdend verkeer in linksrijdende landen.
05-06-2008 15:33 Pagina 139 PARKEERSENSOREN ACTIVERING (optional voor bepaalde uitvoeringen/markten) De sensoren worden automatisch geactiveerd als de achteruit wordt ingeschakeld. Deze bevinden zich in de achterbumper van de auto (fig. 170) en attenderen de bestuurder via een repeterend geluidssignaal op de aanwezigheid van obstakels achter de auto.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 140 05-06-2008 15:33 ABS De auto is uitgerust met een antiblokkeersysteem (ABS). Het systeem voorkomt dat de wielen blokkeren, waardoor de beschikbare grip optimaal wordt benut en de auto ook tijdens een noodstop bestuurbaar en stabiel blijft. Als het ABS in werking is getreden, merkt de bestuurder dit aan een trilling in het rempedaal, die gepaard gaat met enig geluid.
05-06-2008 15:33 BELANGRIJK Op auto’s die met ABS zijn uitgerust, mogen uitsluitend door de fabriek voorgeschreven velgen, banden en remblokken gemonteerd worden. Het systeem wordt gecompleteerd met een elektronische remdrukverdeling EBD (Electronic Brake Distributor), die via de regeleenheid en de sensoren van het ABS de prestaties van het remsysteem verhoogt. ATTENTIE Als het noodreservewiel is gemonteerd, is het ABS uitgeschakeld en brandt lampje > op het instrumentenpaneel.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 142 05-06-2008 15:33 BEHALVE BIJ UITVOERINGEN MET VDC-SYSTEEM ATTENTIE Als na gebruik van het noodreservewiel het normale wiel weer is gemonteerd, dan moet een gevarieerd traject van circa 30 km (20 minuten) worden afgelegd of circa 15 km (10 minuten) op de snelweg worden gereden, zodat de software van de ABS/ASR-regeleenheid de maten van het “normale” wiel kan herkennen; gedurende deze tijd kan de auto tijdens het remmen in lichte mate naar een kant trekken en
05-06-2008 15:33 STORINGSMELDINGEN IN HET VDC-SYSTEEM Bij een storing in het VDC-systeem wordt het systeem automatisch uitgeschakeld en gaat lampje á op het instrumentenpaneel continu branden. Bovendien verschijnt een bericht op het instelbare multifunctionele display. Als het VDC-systeem een storing heeft, gedraagt de auto zich hetzelfde als uitvoeringen die niet met dit systeem zijn uitgerust: het verdient wel aanbeveling om u zo snel mogelijk tot een Alfa Romeodealer te wenden.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 ASR-SYSTEEM (AntiSlip Regulation) (optional voor bepaalde uitvoeringen/markten) Het ASR-systeem controleert de trekkracht van de auto en grijpt automatisch in als een of beide aangedreven wielen dreigen door te slippen.
05-06-2008 15:33 INSCHAKELEN VAN DE ASR Het ASR-systeem schakelt automatisch in als de motor wordt gestart. Tijdens het rijden kan het systeem worden uit- of ingeschakeld door schakelaar (A-fig. 171) in te drukken. Als de functie is uitgeschakeld, brandt het lampje V op het instrumentenpaneel. Als het systeem tijdens het rijden wordt uitgeschakeld, schakelt het als de auto opnieuw wordt gestart automatisch weer in.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 EOBD-SYSTEEM (optional voor bepaalde uitvoeringen/markten) Met het EOBD-systeem (European On Board Diagnosis) kan een doorlopende diagnose worden uitgevoerd van die componenten op de auto die van invloed zijn op de emissie; bovendien attendeert het systeem de bestuurder door het branden van lampje U (bij sommige uitvoeringen verschijnen ook een bericht en een symbool op het instelbare multifunctionele display) op het instrumentenpaneel op de ver
05-06-2008 15:33 INBOUWVOORBEREIDING VOOR AUTORADIO (optional voor bepaalde uitvoeringen/markten) Als de auto niet is uitgerust met de inbouwvoorbereiding autoradio, beschikt u op het dashboard over een opbergvak (fig. 172). Pagina 147 Als u na aankoop van de auto een autoradio wilt installeren, moet u eerst contact opnemen met de Alfa Romeo-dealer; deze zal u instructies geven om de levensduur van de accu te behouden.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 AUTORADIO De autoradio van deze auto is uitgerust met een CD-speler (autoradio met CD-speler) of een MP3 CD-speler (autoradio met MP3 CD-speler). De vormgeving en specificaties van het systeem zijn aangepast aan het interieur en sluiten aan bij het ontwerp van het dashboard. De afmetingen van de vast ingebouwde autoradio zijn afgestemd op de auto, waardoor de radio niet in een andere auto kan worden gebruikt.
05-06-2008 15:33 ATTENTIE Een te hoog volume tijdens het rijden kan zowel uw leven als het leven van anderen in gevaar brengen. Wij raden u dan ook aan om het volume altijd zo te regelen dat geluiden van buiten (claxons, sirenes van ambulance, politie enz.) hoorbaar blijven. Pagina 149 Voorzorgsmaatregelen en onderhoud Zonder dat er speciale voorzorgsmaatregelen nodig zijn, is een lange levensduur van de speciaal ontworpen autoradio gegarandeerd. Wendt u bij een storing tot de Alfa Romeo-dealer.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 150 05-06-2008 15:33 Neem de CD uit het doosje door in het midden van het doosje te drukken en de CD aan de rand omhoog te trekken. Pak de CD altijd bij de rand vast. Raak nooit het oppervlak aan. Verwijder eventuele vingerafdrukken en stof van het CD-oppervlak met een zachte doek vanuit het midden naar de randen. Gebruik geen CD’s met krassen, barsten of vervormingen enz. Het gebruik van dergelijke CD’s kan storingen of schade veroorzaken.
05-06-2008 15:33 Bovendien staat op beveiligde CD’s (en op de doosjes) vaak niet het identificatiesymbool van audio-CD’s: Pagina 151 BELANGRIJK De CD-speler kan de meeste in de handel verkrijgbare compressiesystemen lezen (bijv.: LAME, BLADE, XING, FRAUNHOFER), maar door de verdere ontwikkeling van dergelijke systemen, kan het lezen van alle compressieformaten niet worden gegarandeerd.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Zekering De autoradio is uitgerust met een zekering van 10A. Deze zekering bevindt zich aan de achterzijde van de autoradio. Voor het vervangen van de zekering moet de autoradio worden uitgenomen: wendt u hiervoor tot de Alfa Romeo-dealer.
05-06-2008 15:33 Pagina 153 BEDIENINGSKNOPPEN OP HET FRONTPANEEL fig.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 154 Toets FUNCTIES ALGEMEEN Wijze FM AS Golfband FM1, FM2, FM Autostore selecteren Toets kort opeenvolgend indrukken AM Golfband MW, LW selecteren Toets kort opeenvolgend indrukken CD Audiobron kiezen: radio, CD-speler, CD-wisselaar Toets kort opeenvolgend indrukken MUTE Volume in-/uitschakelen (MUTE / PAUSE) Toets kort indrukken AUD Audio-instellingen: lage tonen (BASS), hoge tonen (TREBLE), balans links/rechts (BALANCE),
05-06-2008 15:33 Pagina 155 BEDIENINGSKNOPPEN OP HET STUURWIEL (indien aanwezig) A0A1126m fig.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 156 05-06-2008 15:33 ALGEMENE INFORMATIE Het apparaat heeft de volgende functies: Radio – PLL-tuner voor de golfbanden FM/ AM/MW/LW; – RDS (Radio Data System) met TA (verkeersinformatie) - TP (verkeersprogramma’s) - EON (Enhanced Other Network) REG (regionale programma’s); – AF: zoeken naar alternatieve frequenties in RDS; – ontvangst van alarmberichten; – automatische/handmatige afstemming op stations; – FM Multipath detector; – handmatig opslaan van 36 station
05-06-2008 15:33 FUNCTIES EN INSTELLINGEN Autoradio inschakelen Druk voor het inschakelen van de autoradio op toets ON. Als u de radio inschakelt, wordt het volume ingesteld op de waarde 20 als het daarvoor was ingesteld op een hogere waarde. Als de radio is ingeschakeld terwijl de contactsleutel uit het contactslot is genomen, dan schakelt de radio automatisch na circa 20 minuten uit.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Functie mute/pause (volume op nul zetten) Druk voor het inschakelen van de Mutefunctie kort op de toets MUTE. Het volume neemt geleidelijk af en op het display verschijnt het opschrift “MUTE” (bij gebruik van de radio) of “PAUSE” (bij gebruik van de CD-speler of CD-wisselaar). Druk voor het uitschakelen van de Mutefunctie nogmaals op de toets MUTE. Het volume wordt geleidelijk verhoogd tot op het niveau dat daarvoor was ingesteld.
05-06-2008 15:33 Faderregeling Ga als volgt te werk: – Selecteer met de toets ▲ of ▼ de instelling “FADER”” in het AUDIO-menu; – druk op toets ÷ om het geluid uit de luidsprekers achter te versterken of op toets ˜ om het geluid uit de luidsprekers voor te versterken. Als u de toets kort indrukt, wijzigt het geluidsniveau in stappen. Als u de toets ingedrukt houdt, is de wijziging sneller. Selecteer de waarde “÷ O ˜” als u de audio-uitgangen voor en achter op dezelfde waarde wilt instellen.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 RADIO (TUNER) Inleiding Als u de autoradio inschakelt, dan wordt de audiobron ingeschakeld die voor het uitschakelen beluisterd werd (Radio, CD-speler of CD-wisselaar). Om de Radio te selecteren tijdens het beluisteren van een andere audiobron, moet u kort op de toets FMAS of AM drukkken, afhankelijk van de gewenste golfband.
05-06-2008 15:33 Handmatige afstemming U kunt handmatig de stations op de geselecteerde golfband zoeken. Kies de gewenste golfband en druk vervolgens herhaaldelijk kort op toets ▲ of ▼ om in de gekozen richting te zoeken. Als toets ▲ of ▼ langer wordt ingedrukt, wordt er snel naar stations gezocht. Als de toets wordt losgelaten, stopt het zoeken.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Ontvangst van alarmberichten De autoradio is bij ingeschakeld RDS voorbereid op de ontvangst van alarmberichten in geval van uitzonderlijke omstandigheden of gebeurtenissen die gevaar kunnen opleveren (aardbevingen, overstromingen enz.). Deze berichten worden uitgezonden op het station waarop is afgestemd. Deze functie wordt automatisch ingeschakeld en kan niet worden uitgeschakeld.
05-06-2008 15:33 Functie AF (zoeken naar alternatieve frequentie) Met het RDS-systeem kan de autoradio op twee verschillende manieren werken: – “AF ON”: zoeken naar alternatieve frequentie ingeschakeld (op het display verschijnt het opschrift “AF”); – “AF OFF”: zoeken naar alternatieve frequentie uitgeschakeld. Als u de functie inschakelt (“AF ON”), wordt automatisch afgestemd op het station met het sterkste signaal dat hetzelfde programma uitzendt.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Functie REG (ontvangst van regionale uitzendingen) Enkele nationale stations zenden, op bepaalde uren van de dag, regionale programma’s uit die per gebied verschillen. Met deze functie wordt automatisch alleen op lokale (regionale) stations afgestemd (zie “Functie EON”). Als u wilt dat de autoradio automatisch afstemt op regionale stations binnen het gekozen netwerk, dan moet u deze functie inschakelen.
05-06-2008 15:33 Functie SVC (snelheidsafhankelijke volumeregeling - behalve bij uitvoeringen met Bose HIFIsysteem) Met deze functie wordt automatisch het volume verhoogd als de snelheid toeneemt, waardoor het volumeniveau wordt aangepast aan het achtergrondgeluid in het interieur. De functie kan worden in-/uitgeschakeld met toets ÷ of ˜. Op het display verschijnt de huidige status van de functie: – SVC OFF: functie uitgeschakeld. – SVC LOW: functie ingeschakeld (lage ontvangstgevoeligheid).
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 CD-SPELER Inleiding In dit hoofdstuk wordt alleen de werking van de CD-speler beschreven: zie voor de werking van de autoradio de paragraaf “Functies en instellingen”. Pagina 166 CD-speler selecteren Laden/uitwerpen van de CD Ga voor het inschakelen van de geïntegreerde CD-speler als volgt te werk: Steek de CD voorzichtig in de opening, zodat de CD automatisch en op de juiste wijze in de speler wordt geladen.
05-06-2008 15:33 Eventuele foutmeldingen Als de geladen CD niet kan worden gelezen (bijv. als een CD-ROM is geladen, een CD verkeerd is geplaatst of er een leesfout is), verschijnt op het display ongeveer 2 seconden het opschrift “CD ERROR”. Vervolgens wordt de CD uitgeworpen en hoort u de audiobron die ingeschakeld was voordat de CD-speler werd geselecteerd.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 168 Diefstalbeveiliging Geheime code invoeren De autoradio is voorzien van een diefstalbeveiliging die gebaseerd is op de informatie-uitwisseling tussen de autoradio en de regeleenheid (Body Computer) in de auto. Als u de autoradio inschakelt, verschijnt, als de code wordt gevraagd, op het display ongeveer 2 seconden het opschrift “CDC CODE”, gevolgd door vier streepjes “- - - -”.
05-06-2008 15:33 MP3 CD-SPELER (indien aanwezig) Inleiding In dit hoofdstuk wordt alleen de werking van de MP3 CD-speler beschreven: zie voor de werking van de autoradio de paragraaf “Functies en instellingen”. OPMERKING MPEG Layer-3 audio decoding technology licensed from Fraunhofer IIS and Thomson multimedia. Pagina 169 MP3-speler Naast het weergeven van normale audioCD’s, kan de autoradio ook CD-ROM’s weergeven waarop MP3-bestanden zijn geregistreerd.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 INFORMATIE OP HET DISPLAY Volgende/vorige map selecteren Weergave van informatie ID3-tag (informatie over het muziekstuk) Druk op toets ▲ om de volgende map te selecteren of op toets ▼ om de vorige map te selecteren. De naam van de nieuwe map wordt op het display weergegeven.
05-06-2008 15:33 CD-WISSELAAR (CDC) Wendt u voor de installatie en aansluiting van de CDwisselaar uit het Alfa Romeo Lineaccessori-programma tot de Alfa Romeo-dealer. Inleiding In dit hoofdstuk wordt alleen de werking van de CD-wisselaar (indien aanwezig) beschreven: zie voor de werking van de autoradio de paragraaf “Functies en instellingen”. CD-wisselaar selecteren Schakel de autoradio in en druk vervolgens herhaaldelijk kort op de toets CD om de functie “CHANGER” te selecteren.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 DIAGNOSE VAN STORINGEN CD-speler MP3-bestand lezen Algemeen De CD wordt niet weergegeven De CD is vuil. Maak de CD schoon. Er zitten krassen op de CD. Probeer een andere CD. Het muziekstuk springt over tijdens het lezen van mp3bestanden Er zitten krassen op de CD of de CD is vuil. Maak de CD schoon, zie “CD” in de paragraaf “Tips”.
05-06-2008 15:33 INBOUWVOORBEREIDING MOBIELE TELEFOON De auto kan uitgerust zijn met een inbouwvoorbereiding voor een mobiele telefoon. De voorbereiding bestaat uit: – antenne met dubbele functie (autoradio + mobiele telefoon); – aansluit- en voedingskabels met speciale stekker voor aansluiting van de handsfree carkit. De handsfree kit dient door u zelf te worden aangeschaft, omdat de kit geschikt moet zijn voor uw mobiele telefoon.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 RADIOZENDAPPARATUUR EN MOBIELE TELEFOONS Radiozendapparaten (mobiele telefoons, 27 mc en dergelijke) mogen alleen in de auto worden gebruikt met een aparte antenne aan de buitenkant van de auto. BELANGRIJK Het gebruik van dergelijke apparaten in de auto (zonder buitenantenne) kan niet alleen schadelijk zijn voor de gezondheid van de inzittenden, maar kan ook storingen in de elektrische systemen van de auto veroorzaken.
05-06-2008 15:33 Pagina 175 COMPONENTEN VAN HET SYSTEEM – wordt de functie privé-gesprek ingeschakeld. GESCHIKTE MOBIELE TELEFOONS De belangrijkste componenten van het systeem zijn: Als de rode toets (B) wordt ingedrukt, dan: In de tabel staan de mobiele telefoons die geschikt zijn voor het systeem: – de regeleenheid – de microfoon – het toetsenpaneel De regeleenheid in het dashboard bevat de Bluetooth® radiozender, de microprocessor voor het verwerken van de signalen en de software.
05-06-2008 15:33 WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL SYSTEEM INSCHAKELEN Voor het activeren van het systeem, hoeft na de eerste verbinding, alleen de contactsleutel in stand MAR te worden gedraaid. Als het systeem is geactiveerd, gaan de twee lampjes van de toetsen van het toetsenpaneel branden. Voor het verbinden van de mobiele telefoon met het handsfreesysteem moet, na de eerste verbinding, in de auto worden plaatsgenomen met ingeschakelde telefoon en met geactiveerde Bluetooth®-functie.
05-06-2008 15:33 – druk direct op de zend-toets op de telefoon – de telefoon gaat automatisch handsfree werken (op enkele modellen mobiele telefoons, bijv. SIEMENS S55, moet de groene toets (A) worden ingedrukt om handsfree te bellen). Voor een oproep m.b.v.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 178 05-06-2008 15:33 ERICSSON/SONY ERICSSON MOBIELE TELEFOONS Een spraakcommando aan een naam toevoegen – Kies in het menu “Verbindingen” “Accessoires” – kies het systeemmenu – kies “Telefoonagenda” – kies “Lijst” (de lijst met telefoonnummers in het geheugen verschijnt) – kies een naam en selecteer deze – spreek na de aankondiging van het systeem de weergegeven naam duidelijk uit in de richting van de microfoon in het plafondlampje voor – het systeem laat het g
05-06-2008 15:33 Voor het kopiëren van de telefoonagenda: – kies in het menu “Verbindingen” van het systeem de functie “Accessoires” – kies het systeemmenu – het systeem begint met het overbrengen van de gegevens; dit wordt aangegeven met een mededeling op het telefoondisplay – met een andere mededeling wordt de voltooiing aangegeven.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Volumeregeling Gebruik het telefoontoetsenbord voor de regeling van het gespreksvolume. Privé-gesprek Druk kort op de groene toets (A) op het toetsenpaneel om te schakelen tussen een handsfreegesprek en de telefoon en andersom. De mogelijkheid bestaat ook om de functie privé-gesprek direct met de telefoon in te stellen: raadpleeg hiervoor de handleiding van de telefoon.
05-06-2008 15:33 Pagina 181 BELANGRIJK Door het wissen van het geheugen worden alle opgeslagen telefoons “losgekoppeld”, alle in het geheugen opgeslagen nummers gewist en de verbindingsprocedure moet opnieuw worden uitgevoerd voordat het systeem kan worden gebruikt.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 TANKEN MET DE ALFA 147 BENZINEMOTOREN Door de toepassing van emissiereductiesystemen in de Alfa 147 mag u uitsluitend loodvrije benzine tanken met een octaangetal van ten minste 95 R.O.N. Pagina 182 Om te voorkomen dat per ongeluk loodhoudende benzine wordt getankt, heeft de vulopening van de tank zodanige afmetingen dat geen tankpistool voor loodhoudende benzine kan worden ingestoken.
05-06-2008 15:33 TANKDOP (fig. 176) De tankdop (A) is voorzien van een slot met sleutel en een koord (B) om verlies van de dop te voorkomen. Dit koord is vast met het tankklepje (C) verbonden. De tankdop kan worden bereikt door het tankklepje te openen. Draai vervolgens de contactsleutel in het slot van de dop linksom en draai de dop los. Haak tijdens het tanken de dop aan het klepje, zoals is afgebeeld.
WEGWIJS IN UW AUTO 110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 BESCHERMING VAN HET MILIEU De emissiereductiesystemen voor benzinemotoren zijn: – driewegkatalysator; – lambdasondes; – benzinedamp-opvangsysteem. Laat de motor nooit, ook niet tijdens testwerkzaamheden, met losgenomen bougiekabels draaien. 184 Pagina 184 De emissiereductiesystemen voor dieselmotoren zijn: – oxidatiekatalysator; – uitlaatgasrecirculatiesysteem (EGR); – roetfilter (DPF).
05-06-2008 15:33 ROETFILTER DPF (Diesel Particulate Filter) Het roetfilter (Diesel Particulate Filter) is een mechanisch filter in het uitlaatsysteem dat de partikels in het uitlaatgas van dieselmotoren opvangt. Het roetfilter (Diesel Particulate Filter) vangt bijna de totale hoeveelheid roetdeeltjes op om te voldoen aan de huidige/toekomstige wettelijke normen.
CORRECT GEBRUIK VAN DE AUTO 186-196 Alfa147 Q2 NL 186 06-11-2006 14:00 Pagina 186 C O R R E C T G E B R U I K VA N D E A U T O MOTOR STARTEN BELANGRIJK De auto is uitgerust met elektronische startonderbreking. Zie “Alfa CODE” als de motor niet wil starten. Het is raadzaam om gedurende de eerste gebruiksperiode geen maximale prestaties van uw auto te verlangen (bijv. krachtig accelereren, langdurig rijden met hoge toerentallen en bruusk remmen).
06-11-2006 14:00 STARTEN VAN BENZINEMOTOREN BELANGRIJK Het gaspedaal mag pas worden ingetrapt nadat de motor is gestart. 1) Zorg ervoor dat de handrem is aangetrokken. 2) Zet de versnellingspook in de vrijstand. 3) Trap het koppelingspedaal geheel in, zodat de startmotor de tandwielen in de versnellingsbak niet hoeft aan te drijven. 4) Controleer of elektrische systemen en verbruikers zijn uitgeschakeld. Let vooral op systemen die veel vermogen vragen (bijv. de achterruitverwarming).
CORRECT GEBRUIK VAN DE AUTO 186-196 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:00 MOTOR OPWARMEN – Rijd rustig weg, laat de motor niet met hoge toerentallen draaien en trap het gaspedaal niet bruusk in. – Verlang de eerste kilometers geen maximale prestaties, maar wacht tot de koelvloeistoftemperatuur 50-60°C bedraagt. Geef niet bruusk gas vlak voordat de motor wordt uitgezet. Dit geldt voor alle motoren, maar in het bijzonder voor motoren die voorzien zijn van een turbocompressor.
06-11-2006 14:00 PARKEREN Pagina 189 BRANDSTOFBESPARING Stroomverbruikers Hierna volgen enkele nuttige tips, waardoor het brandstofverbruik zo laag mogelijk blijft en de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen zoveel mogelijk beperkt wordt. – Schakel de eerste versnelling in als de auto op een helling omhoog staat en de achteruit bij een helling omlaag (gezien vanuit de rijrichting). Gebruik de elektrische installaties alleen als u ze nodig hebt.
CORRECT GEBRUIK VAN DE AUTO 186-196 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:00 Pagina 190 RIJSTIJL Keuze van de versnellingen GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN Starten Gebruik als het verkeer en de weg het toelaten de hoogste versnelling. Koude start Laat de motor als de auto stilstaat, niet warmdraaien met stationair toerental en ook niet met een hoog toerental: onder deze omstandigheden warmt de motor veel langzamer op, terwijl het verbruik en de schadelijke uitlaatgasemissie toenemen.
06-11-2006 14:00 Pagina 191 WIELOPHANGING MET “COMFORT”AFSTELLING WINTERBANDEN (optional voor bepaalde uitvoe- De Alfa Romeo-dealer kan u adviseren welke band het meest geschikt is voor het doel waarvoor u hem wilt gebruiken. ringen/markten) De auto kan zijn uitgerust met een speciale afstelling van de voor- en achterwielophanging, waarbij de nadruk op rijcomfort ligt. Gebruik winterbanden die dezelfde maat hebben als de standaard geleverde banden.
CORRECT GEBRUIK VAN DE AUTO 186-196 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:00 SNEEUWKETTINGEN Het gebruik van sneeuwkettingen is afhankelijk van de voorschriften van het land waar wordt gereden. Gebruik sneeuwkettingen waarvan de dikte boven het profiel maximaal 12 mm is. Bij banden met maat 205/ 55 R16” 91V 205/55 R16” 91W of 215/45 R17” 87W kunnen geen sneeuwkettingen worden gemonteerd, omdat ze de naafdrager van de voorwielophanging raken.
06-11-2006 14:00 AUTO LANGERE TIJD STALLEN Tref de volgende maatregelen als de auto enkele maanden niet wordt gebruikt: – zet de auto in een overdekte, droge en zo mogelijk goed geventileerde ruimte; – schakel een versnelling in; – zorg ervoor dat de handrem is aangetrokken; – maak de minkabel los van de accu en controleer de acculading. Gedurende het stallen moet deze controle iedere drie maanden worden herhaald.
CORRECT GEBRUIK VAN DE AUTO 186-196 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:00 Om er zeker van te zijn dat u het maximum toelaatbaar aanhangergewicht niet overschrijdt (aangegeven op de typegoedkeuring), moet u er rekening mee houden dat het maximum betrekking heeft op het totale gewicht van de aanhangwagen of caravan, inclusief accessoires en bagage. Houdt u aan de snelheidsbeperkingen die voor auto’s met aanhanger gelden. U mag in geen geval harder rijden dan 100 km/h.
06-11-2006 14:00 De eventueel aanwezige elektrisch geregelde rem moet rechtstreeks op de accu worden aangesloten met een kabel met een diameter van minimaal 2,5 mm2. Naast de op het schema aangegeven aansluitingen, is slechts een aansluiting voor een elektrisch geregelde rem toegestaan en een voor een 15W-gloeilamp voor de binnenverlichting van de caravan. Pagina 195 MONTAGESCHEMA (fig.
186-196 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:00 Pagina 196 Doorsnede A-A Beladen Hart achterwielen CORRECT GEBRUIK VAN DE AUTO A0A0339m Centreerboring Hart trekkogel Centreerboring 196 fig.
06-11-2006 14:09 Pagina 197 N O O D G E VA L L E N NOODSTART Als de Alfa CODE er niet in slaagt om de startblokkering op te heffen, blijven het controlelampje Y en het waarschuwingslampje U branden en start de motor niet. Voor het starten van de motor is het nodig een noodstart uit te voeren. BELANGRIJK Wij raden u aan om eerst de instructies goed te lezen, voordat u de motor op deze wijze start.
NOODGEVALLEN 197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 STARTEN MET EEN HULPACCU Als de accu leeg is (bij een accu met optische hydrometer: donkere kleur zonder groen in het midden), kan de motor worden gestart met een hulpaccu, die ten minste dezelfde capaciteit moet hebben als de lege accu. Ga als volgt te werk (fig. 1): 2) Sluit een tweede startkabel aan op de minpool (–) van de hulpaccu en op de massakabel E op de motor of de versnellingsbak van de auto die gestart moet worden. A0A0149m fig.
06-11-2006 14:09 Pagina 199 ROLLEND STARTEN EEN LEKKE BAND Probeer auto’s nooit te starten door ze aan te duwen, te slepen of van een helling af te laten rijden. Op die wijze kan er onverbrande benzine in de katalysator terechtkomen, waardoor deze onherstelbaar zal beschadigen. BELANGRIJK Als de auto is uitgerust met de snelle bandenreparatieset “Fix&Go automatic”, zie dan de betreffende instructies in het volgende hoofdstuk.
NOODGEVALLEN 197-233 Alfa147 Q2 NL 200 06-11-2006 14:09 ATTENTIE der dan 80 km/h rijden. Op het noodreservewiel is een sticker aangebracht waarop de belangrijkste aanwijzingen en de beperkingen staan vermeld met betrekking tot het gebruik van het reservewiel. Deze sticker mag absoluut niet worden verwijderd of afgedekt. Op de sticker staan de volgende aanwijzingen in vier talen vermeld: ATTENTIE! ALLEEN VOOR TIJDELIJK GEBRUIK! MAXIMAAL 80 km/h! VERVANG ZO SNEL MOGELIJK DOOR EEN NORMAAL WIEL.
06-11-2006 14:09 Pagina 201 WIEL VERWISSELEN – Zet de motor uit en trek de handrem aan. Het is nodig te weten dat: – De krik 2,100 kg weegt. – De krik geen afstelwerkzaamheden vereist. – De krik niet kan worden gerepareerd. Bij een defect moet de krik door een krik van hetzelfde type worden vervangen. – Behalve de slinger geen enkel ander gereedschap op de krik gemonteerd mag worden.
NOODGEVALLEN 197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 – Plaats de slinger in de krik en krik de auto omhoog, totdat het wiel enige centimeters los van de grond is. – Verwijder de wielbouten volledig en verwijder het wiel. – Zorg ervoor dat de boutgaten en alle contactvlakken van het noodreservewiel schoon zijn en geen onzuiverheden bevatten, omdat hierdoor na verloop van tijd de wielbouten kunnen loslopen. – Monteer het noodreservewiel, waarbij een gat (A-fig. 7) over pen (B) moet vallen.
06-11-2006 14:09 Voor uitvoeringen met lichtmetalen velgen: – Draai de centreerpen (A-fig. 9) in één van de boutgaten in de wielnaaf. – Plaats het wiel op de pen en draai met de bijgeleverde sleutel de vier bouten aan; de bouten kunnen makkelijker worden aangebracht met het bijgeleverde verlengstuk (B). – Draai de centreerpen (A-fig. 9) los en draai de laatste bout aan. – Laat de auto zakken en verwijder de krik.
NOODGEVALLEN 197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 SNELLE BANDENREPARATIESET FIX&GO automatic (voor bepaalde uitvoeringen/markten) De auto kan zijn uitgerust met de snelle bandenreparatieset “FIX&GO automatic”, als vervanging van het gebruikelijke gereedschap en het noodreservewiel. De reparatieset fig. 10 is in de bagageruimte geplaatst. In de houder van de bandenreparatieset zijn ook de schroevendraaier en het sleepoog te vinden. Pagina 204 De reparatieset bevat: – een spuitbus A-fig.
06-11-2006 14:09 ATTENTIE Overhandig de informatiefolder aan het personeel dat de band moet repareren die behandeld is met de bandenreparatieset. Als u een lekke band krijgt, kan de band gerepareerd worden als de diameter van het lek niet groter is dan 4 mm. Pagina 205 Het is noodzakelijk te weten dat: De afdichtvloeistof bij buitentemperaturen tussen -20°C en +50°C werkt. ATTENTIE De afdichtvloeistof een houdbaarheidsdatum heeft.
NOODGEVALLEN 197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 ATTENTIE De compressor mag niet langer dan 20 minuten achter elkaar worden ingeschakeld. Gevaar voor oververhitting. De reparatieset is niet geschikt voor permanente reparatie; de gerepareerde banden mogen daarom slechts tijdelijk worden gebruikt. Pagina 206 OPPOMPEN VAN DE BAND – draai de ventieldop los, neem de vulbuis A-fig. 13 uit en draai de ring B-fig.
06-11-2006 14:09 – als u er niet in slaagt binnen 5 minuten de bandenspanning op ten minste 1,5 bar te krijgen, koppel dan de compressor los van het ventiel en de contactdoos en verplaats vervolgens de auto ongeveer 10 meter naar voren of naar achteren, zodat de afdichtvloeistof in de band verdeeld wordt; pomp de band vervolgens weer op; – als u er ook dan niet in slaagt om, binnen 5 minuten na inschakeling van de compressor, de spanning op ten minste 1,8 bar te brengen, mag niet verder worden gereden, om
NOODGEVALLEN 197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 Pagina 208 ALLEEN VOOR HET CONTROLEREN EN HERSTELLEN VAN DE SPANNING wordt de afdichtvloeistof niet in de band gespoten. De compressor kan ook worden gebruikt voor het herstellen van de bandenspanning. Maak de snelkoppeling A-fig. 17 los en verbind de koppeling direct met het ventiel van de op te pompen band fig.
06-11-2006 14:09 EEN GLOEILAMP VERVANGEN ATTENTIE Modificaties of reparaties aan de elektrische installatie die niet correct worden uitgevoerd en waarbij geen rekening wordt gehouden met de technische specificaties van het systeem, kunnen storingen in de werking en zelfs brand veroorzaken. ATTENTIE Wij raden u aan defecte gloeilampen, indien mogelijk, door de Alfa Romeo-dealer te laten vervangen.
NOODGEVALLEN 197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 ALGEMENE AANWIJZINGEN TYPEN GLOEILAMPEN (fig. 20) – Als een lamp niet brandt, controleer dan eerst of de zekering niet doorgebrand is, voordat u de lamp vervangt. Op de auto zijn verschillende typen gloeilampen gemonteerd: – Zie voor de plaats van de zekeringen de paragraaf “Een doorgebrande zekering” in dit hoofdstuk. – Controleer, voordat u een lamp vervangt, of de contacten niet zijn geoxideerd.
06-11-2006 14:09 Pagina 211 FIGUUR 20 TYPE VERMOGEN Grootlicht D H1 55W Dimlicht D H7 55W Dimlicht met Xenongasontladingslampen F DS2 35W Buitenverlichting voor B H6W 6W Mistlampen voor E H1 55W Richtingaanwijzers voor B PY21W 21W Richtingaanwijzers op voorspatbord A W5W 5W Richtingaanwijzers achter B P21W 21W Achterlichten - remlichten B P21/5W 5W/21W Derde remlicht A W2,3W 2,3W Achteruitrijlichten B P21W 21W Mistachterlicht B P21W 21W Kentekenplaatverl
NOODGEVALLEN 197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 DEFECTE BUITENVERLICHTING In de koplampunits zijn de gloeilampen voor de buitenverlichting, het dimlicht, het grootlicht en de richtingaanwijzers voor opgenomen. HALOGEEN KOPLAMPEN ATTENTIE KOPLAMPEN MET XENONLAMPEN Xenonlampen hebben een zeer lange levensduur waardoor een eventueel defect en daardoor een vervanging onwaarschijnlijk is.
06-11-2006 14:09 Dimlichten (fig. 22-23) Gloeilamp vervangen: – Schuif de rubber beschermhoes los. Pagina 213 – Monteer de nieuwe lamp. Hierbij moeten de lippen van het metalen deel vallen in de uitsparingen van de reflector; maak vervolgens de veer (B) vast. – Maak de veer van de lamp (B) los. – Verwijder en vervang de lamp. Gloeilamp vervangen: – Schuif de rubber beschermhoes los. – Sluit de stekker (A) aan. – Maak de stekker (A) los. Buitenverlichting voor (fig.
NOODGEVALLEN 197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 Grootlicht (fig. 25-26) Gloeilamp vervangen: – Schuif de rubber beschermhoes los. Pagina 214 – Monteer de nieuwe lamp. Hierbij moet de nok van het metalen deel vallen in de uitsparing in de reflector. Maak vervolgens de veer (B) vast. – Sluit de stekker (A) aan. – Maak de stekker (A) los. – Maak de veer van de lamp (B) los. – Verwijder en vervang de lamp. – Monteer de rubber beschermhoes weer op de juiste wijze. Richtingaanwijzers voor (fig.
06-11-2006 14:09 MISTLAMPEN (fig. 28) BELANGRIJK Wendt u voor het afstellen van de mistlampen voor tot een Alfa Romeo-dealer. Pagina 215 ATTENTIE Bij een verkeerde afstelling van de verlichting vermindert de lichtopbrengst en kunnen bovendien andere weggebruikers worden gehinderd. Neem bij twijfel contact op met de Alfa Romeo-dealer voor het controleren en eventueel afstellen van de verlichting. RICHTINGAANWIJZERS OP SPATBORD VOOR (fig.
NOODGEVALLEN 197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 ACHTERUITRIJLICHT EN MISTACHTERLICHT (fig. 30-31) Pagina 216 – Draai de schroeven (D) los en verwijder de lamphouder. Het achteruitrijlicht en het mistachterlicht bevinden zich in de achterlichtunit op de achterklep; de opstelling van de lichten is afhankelijk van de plaats van het stuur. Gloeilamp vervangen: – Open de achterklep.
06-11-2006 14:09 – Draai de schroef (D) los en verwijder de lamphouder. – Verwijder de lamp door deze iets in te drukken en linksom te draaien: (E) - lamp voor achterlicht-remlicht achter. (F) - lamp voor richtingaanwijzer achter. – Vervang de lamp, monteer de lamphouder en draai de schroef (D) vast. – Sluit de stekker (C) weer aan. – Monteer de achterlichtunit op de carrosserie en draai de moeren (B) vast. – Sluit het klepje (A). Pagina 217 KENTEKENPLAATVERLICHTING (fig.
NOODGEVALLEN 197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 – Monteer de lamphouder, waarbij de zijklemmen (E) goed geborgd moeten zijn. – Monteer het lampenglas/lamphouder (C) in de steun (D). – Sluit de stekker (B) aan. – Monteer de unit op de achterklep en draai de schroeven (A) vast. Pagina 218 DORPELVERLICHTING (fig. 37) (voor bepaalde uitvoeringen/markten) Gloeilamp vervangen: – Open het portier en draai de schroef (A) van de lampenglazen los.
06-11-2006 14:09 – Sluit het beschermdeksel (B). – Monteer het plafondlampje door het voorzichtig nabij de borglippen vast te drukken, totdat u hoort dat de bevestiging inklikt. Pagina 219 – Monteer het plafondlampje door eerst de zijde met de stekker te plaatsen en vervolgens de andere zijde vast te drukken, totdat de borglip (B) inklikt. PLAFONDLAMPJE ACHTER (fig. 40-41) Gloeilamp vervangen: – Maak het plafondlampje (A) op het door de pijl aangegeven punt los.
NOODGEVALLEN 197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 VERLICHTING DASHBOARDKASTJE (fig. 42-43) Gloeilamp vervangen: Pagina 220 – Monteer de verlichtingsunit door deze eerst aan een zijde in de juiste stand te plaatsen en vervolgens de andere zijde aan te drukken, totdat de borging inklikt. BAGAGERUIMTEVERLICHTING (fig. 44-45) Gloeilamp vervangen: – Open de achterklep. – Open het dashboardkastje en maak de verlichtingsunit (A) op het door de pijl aangegeven punt los.
06-11-2006 14:09 de veercontacten los en vervang de lamp door een nieuwe lamp. De nieuwe lamp moet goed vastzitten in de veercontacten. – Sluit het beschermdeksel (B). – Monteer het plafondlampje door het eerst aan een zijde in de juiste stand te plaatsen en vervolgens de andere zijde aan te drukken, totdat de borging inklikt.
NOODGEVALLEN 197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 ATTENTIE Vervang een zekering nooit door een zekering met een hogere stroomsterkte (ampère); BRANDGEVAAR. ATTENTIE Als een hoofdzekering (MAXI-FUSE of MEGAFUSE) doorbrandt, voer dan geen enkele reparatie uit maar wendt u tot de Alfa Romeo-dealer. Pagina 222 ATTENTIE Controleer, voordat u een zekering vervangt, of de contactsleutel uit het contactslot is genomen en alle stroomgebruikers uit staan en/of zijn uitgeschakeld.
197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 Pagina 223 A0A0134m NOODGEVALLEN De zekeringen in het zekeringenkastje naast de accu zijn bereikbaar nadat de borgveren (A-fig. 48) zijn losgehaakt en de klep (B) is verwijderd. Om de zekeringen te identificeren, moet gebruik worden gemaakt van de tabellen op de volgende pagina’s en wordt verwezen naar onderstaande afbeeldingen fig. 49, fig. 50 en 51. fig. 49 - Zekeringenkast op dashboard A0A0187m fig.
197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 Pagina 224 A0A0215m NOODGEVALLEN A0A0137m fig. 50 - Zekeringenkast naast de accu 224 fig.
06-11-2006 14:09 Pagina 225 ZEKERINGENTABEL VERLICHTING FIGUUR ZEKERING AMPÈRE Waarschuwingsknipperlichten 49 F53 10 Dimlicht rechts 49 F12 10 Dimlicht links 49 F13 10 Grootlicht rechts 50 F14 10 Grootlicht links 50 F15 10 Mistlampen voor 50 F30 15 Remlichten 49 F37 10 Achteruitrijlichten 49 F35 7,5 +30 richtingaanwijzers 49 F53 10 FIGUUR ZEKERING AMPÈRE Pomp Selespeed versnellingsbak 50 F03 (MAXI-FUSE) 30 Hulpverwarming 51 F73 (MAXI-FUSE) 30 Koplampvers
NOODGEVALLEN 197-233 Alfa147 Q2 NL 226 06-11-2006 14:09 Pagina 226 VERBRUIKERS FIGUUR ZEKERING AMPÈRE Voeding vanaf contactslot +30 49 F32 15 Selespeed versnellingsbak 49 F32 15 Selespeed versnellingsbak 49 F51 7,5 Autoradio 49 F39 15 Navigatiesysteem 49 F39 15 Achterruitwisser 49 F52 15 Ruitbediening linksachter 49 F33 20 Ruitbediening rechtsachter 49 F34 20 Achterruitverwarming 49 F40 30 Ruitensproeier voor – ruitensproeier achter (tweeweg-pomp) 49 F43 30
06-11-2006 14:09 Pagina 227 VERBRUIKERS FIGUUR ZEKERING AMPÈRE Bewegingssensoren 49 F39 15 VDC-sensor 49 F42 7,5 Stuurhoeksensor 49 F42 7,5 Diagnosestekker EOBD 49 F39 15 Inbouwvoorbereiding mobiele telefoon 49 F39 15 Voeding regeleenheid bestuurdersportier 49 F47 20 Voeding regeleenheid passagiersportier 49 F48 20 Verlichting bedieningsorganen 49 F49 7,5 Verlichting bedieningsorganen klimaatregeling 49 F35 7,5 Instrumentenpaneel 49 F37 10 Instrumentenpaneel 4
NOODGEVALLEN 197-233 Alfa147 Q2 NL 228 06-11-2006 14:09 Pagina 228 VERBRUIKERS FIGUUR ZEKERING AMPÈRE Aanjager 50 F05 (MAXI-FUSE) 40 Elektroventilateur (eerste snelheid - benzine-uitvoeringen) 50 F06 (MAXI-FUSE) 30 Elektroventilateur (tweede snelheid - benzine-uitvoeringen) 50 F07 (MAXI-FUSE) 50 Claxon 50 F10 15 Brandstofpomp 50 F21 15 Inspuitventielen (benzine-uitvoeringen) 50 F22 15 Bobines 50 F21 15 Achterklepontgrendeling 49 F60 (*) 25 Elektronische inspuiting
06-11-2006 14:09 Pagina 229 EEN LEGE ACCU Wij raden u aan in het hoofdstuk “Onderhoud van de auto” de voorzorgsmaatregelen door te lezen om een lege accu te voorkomen en om een lange levensduur van de accu te garanderen. ACCU OPLADEN BELANGRIJK De beschrijving voor het opladen van de accu dient slechts ter informatie. Wendt u bij voorkeur tot een Alfa Romeo-dealer om deze werkzaamheden uit te laten voeren. We raden u aan de accu langzaam en met een lage stroomsterkte (ampère) gedurende ca.
NOODGEVALLEN 197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 Pagina 230 HET SLEPEN VAN DE AUTO Bij de auto is een sleepoog geleverd. Het sleepoog bevindt zich in de gereedschaphouder onder de bekleding van de bagageruimte. Sleepoog bevestigen: – Verwijder het sleepoog uit de gereedschaphouder. – Verwijder het geklemde gemonteerde dekseltje (A) op de voor- (fig. 52) of achterbumper (fig. 53).
06-11-2006 14:09 ATTENTIE Start de motor niet als de auto wordt gesleept. Pagina 231 HET OPKRIKKEN VAN DE AUTO MET DE BOORDKRIK Zie de paragraaf “Een lekke band” in dit hoofdstuk. BELANGRIJK Controleer bij auto’s met een Selespeed versnellingsbak of de versnellingsbak in de vrijstand (N) staat (controleer of de auto rolt als er tegen wordt geduwd) en sleep de auto zoals een auto met een handgeschakelde versnellingsbak, zoals hiervoor is beschreven.
NOODGEVALLEN 197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 Plaats de hefarmen van de brug of de garagekrik zeer zorgvuldig, zodat de side-skirts niet worden beschadigd. Pagina 232 BIJ EEN ONGEVAL – Het is belangrijk altijd rustig te blijven. – Als u niet direct bij het ongeval betrokken bent, stopt u dan op een afstand van ten minste een tiental meters van het ongeluk. – Stop bij ongevallen op de snelweg zo mogelijk in de berm en laat de vluchtstrook vrij.
06-11-2006 14:09 ALS ER GEWONDEN ZIJN – Blijf altijd bij de gewonde. Ook de personen die niet direct bij het ongeval betrokken zijn, zijn verplicht hulp te bieden. – Blijf niet om de gewonde heen staan. – Stel de gewonde gerust over het tijdig komen van de hulp. Blijf bij de gewonde om eventuele paniekaanvallen te vermijden. Pagina 233 maten, buig nooit het hoofd en houd, voor zover mogelijk, het lichaam in horizontale positie.
ONDERHOUD VAN DE AUTO 234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 O N D E R H O U D VA N D E A U T O GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD Doelmatig onderhoud is een beslissende factor voor een lange levensduur, de beste prestaties en een zo zuinig mogelijk gebruik van de auto. Voor deze Alfa Romeo zijn service- en inspectiebeurten voorgeschreven die om de 20.000 km moeten worden uitgevoerd.
05-06-2008 15:37 Pagina 235 ONDERHOUDSSCHEMA x 1000 km 20 40 60 80 100 120 140 160 180 Banden op conditie en slijtage controleren en bandenspanning eventueel herstellen ● ● ● ● ● ● ● ● ● Werking verlichting (koplampen/achterlichtunits, richtingaanwijzers, bagageruimte, interieur, dashboardkastje, waarschuwings-/controlelampjes enz.
ONDERHOUD VAN DE AUTO 234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 Pagina 236 x 1000 km 20 40 60 80 100 ● Inspuiting/ontsteking controleren (m.b.v. diagnosestekker) 160 ● ● ● ● ● ● Oliepeil in versnellingsbak controleren ● Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren (dieseluitvoeringen) 180 ● ● Klepspeling controleren/afstellen (JTDM 120 pk) ● ● ● ● ● ● Getande distributieriem vervangen (T.
05-06-2008 15:37 JAARLIJKS INSPECTIESCHEMA Voor auto’s waarmee jaarlijks minder dan 20.000 km wordt gereden (bijvoorbeeld ongeveer 10.000 km) is er een jaarlijks inspectieschema dat het volgende bevat: – Banden op conditie en slijtage controleren en bandenspanning eventueel herstellen (inclusief het reservewiel) – Werking verlichting (koplamp-/achterlichtunits, richtingaanwijzers, waarschuwingsknipperlichten, bagageruimte, interieur, dashboardkastje, waarschuwings-/ controlelampjes enz.
ONDERHOUD VAN DE AUTO 234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 BELANGRIJK Motorolie BELANGRIJK Luchtfilter BELANGRIJK Pollenfilter Als de auto overwegend onder zware bedrijfsomstandigheden rijdt, zoals: Als de auto over stoffige wegen rijdt, moet het luchtfilter vaker worden vervangen dan in het onderhoudsschema staat aangegeven.
234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 Pagina 239 MANUTENZIONE DELLA VETTURA A0A0192m NIVEAUS CONTROLEREN ATTENTIE Rook nooit tijdens werkzaamheden in de motorruimte: er kunnen licht ontvlambare gassen aanwezig zijn; brandgevaar. Let op. Tijdens het bijvullen mogen de vloeistoffen met verschillende specificaties niet gemengd worden: als de specificaties van de vloeistoffen verschillen, kan de auto ernstig beschadigd worden. fig. 1 - Uitvoeringen 1.6 T.SPARK (105 pk) - 1.6 T.SPARK (120 pk) - 2.0 T.
234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 Pagina 240 ONDERHOUD VAN DE AUTO A0A0345m 1 Motorolie - 2 Accu - 3 Remvloeistof 4 Ruiten-/koplampsproeiervloeistof 5 Motorkoelvloeistof - 6 Olie van de stuurbekrachtiging fig. 3 - Uitvoeringen JTDM (120 pk) A0A0396m 1 Motorolie - 2 Accu - 3 Remvloeistof 4 Ruiten-/koplampsproeiervloeistof 5 Motorkoelvloeistof - 6 Olie van de stuurbekrachtiging 240 fig.
05-06-2008 15:37 MOTOROLIE (fig. 5-6-7) Controleer het oliepeil als de auto op een vlakke ondergrond staat en enige minuten (circa 5) na het uitzetten van de motor. Verwijder de oliepeilstok (A) en maak de peilstok schoon. Plaats de peilstok geheel terug, verwijder de peilstok en controleer of het niveau tussen het MIN- en MAXmerkteken op de peilstok staat. Het verschil tussen het MIN- en MAX-merkteken komt overeen met ongeveer 1 liter olie.
ONDERHOUD VAN DE AUTO 234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 Motorolieverbruik Als richtlijn geldt een maximaal motorolieverbruik van ongeveer 400 gram per 1000 km. De motor van een nieuwe auto moet nog worden ingereden. Dit betekent dat het motorolieverbruik pas na de eerste 5.000 ÷ 6.000 km stabiliseert. BELANGRIJK Het motorolieverbruik hangt af van de rijstijl en de gebruiksomstandigheden van de auto. Afgetapte motorolie en gebruikte oliefilters bevatten stoffen die schadelijk zijn voor het milieu.
05-06-2008 15:37 MOTORKOELVLOEISTOF (fig. 9) ATTENTIE Draai bij een warme motor de dop van het expansiereservoir nooit los: gevaar voor verbranding. Het niveau van de koelvloeistof moet op een vlakke ondergrond en bij een koude motor worden gecontroleerd en moet zich tussen het MIN- en MAX-merkteken op het reservoir bevinden. A0A0240m fig.
ONDERHOUD VAN DE AUTO 234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 Als het olieniveau lager is dan voorgeschreven, vul dan bij met een van de producten uit de tabel “Smeermiddelen en vloeistoffen” in het hoofdstuk “Technische gegevens”. Vul als volgt bij: – Start de motor en wacht tot het olieniveau in het reservoir stabiliseert. – Draai bij draaiende motor het stuurwiel een aantal malen naar uiterst rechts en uiterst links. – Vul olie bij, totdat het niveau nabij het MAX-merkteken staat en monteer de dop.
05-06-2008 15:37 ATTENTIE De rem- en koppelingsvloeistof is giftig en zeer corrosief. Als per ongeluk remvloeistof wordt gemorst, moeten de betreffende delen onmiddellijk worden gewassen met water en neutrale zeep en daarna met veel water worden afgespoeld. Bij inslikken dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd. ATTENTIE Het symbool p op het reservoir geeft aan dat synthetische remvloeistof en geen minerale vloeistof moet worden gebruikt.
ONDERHOUD VAN DE AUTO 234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 LUCHTFILTER Het luchtfilter is verbonden met de systemen die de luchttemperatuur en luchthoeveelheid meten. Deze sturen elektrische signalen naar de regeleenheid, die noodzakelijk zijn voor een correct functioneren van het inspuit-/ontstekingssysteem. Voor de juiste werking van de motor, een laag verbruik en een lage uitstoot van uitlaatgassen, is het daarom noodzakelijk dat het luchtinlaatsysteem altijd in perfecte conditie is.
05-06-2008 15:37 Pagina 247 POLLENFILTER ACCU Het filter filtert de lucht mechanisch en elektrostatisch mits de portierruiten zijn gesloten. De accu is “onderhoudsarm” en voorzien van een optische hydrometer (Afig. 14) voor de controle van het elektrolytniveau en de acculading. Onder normale omstandigheden hoeft het elektrolyt niet bijgevuld te worden met gedestilleerd water.
ONDERHOUD VAN DE AUTO 234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 ATTENTIE Als u de auto langere tijd stalt in extreem koude omstandigheden moet, om bevriezing te voorkomen, de accu worden verwijderd en op een verwarmde plaats worden bewaard. ATTENTIE Bij werkzaamheden aan de accu of in de buurt van de accu, moet u uw ogen altijd beschermen met een speciale bril. De vloeistof in de accu is giftig en corrosief. Voorkom contact met de huid en de ogen.
05-06-2008 15:37 – Schakel aan het einde van het opladen eerst de acculader uit en koppel dan de accu los. – Sluit de minklem (–) weer aan op de accu. ATTENTIE Probeer een bevroren accu niet op te laden: eerst moet de accu ontdooid worden, anders loopt u het risico dat de accu ontploft. Als de accu bevroren is geweest, moet door deskundig personeel worden gecontroleerd of de cellen niet beschadigd zijn en of de bak geen scheuren vertoont, waardoor de giftige en corrosieve vloeistof kan weglekken.
ONDERHOUD VAN DE AUTO 234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 Het totale energieverbruik van deze accessoires (standaard en achteraf gemonteerde accessoires) moet minder zijn dan 0,6 mA x Ah (van de accu), zoals in de volgende tabel staat vermeld: Accu van Maximum stroomverbruik bij stilstaande motor 50 Ah 30 mA 60 Ah 36 mA 70 Ah 42 mA Pagina 250 ELEKTRONISCHE REGELEENHEDEN Bij een normaal gebruik van de auto zijn speciale voorzorgsmaatregelen niet nodig.
05-06-2008 15:37 WIELEN EN BANDEN BANDENSPANNING De spanning van de banden, inclusief het reservewiel, moet regelmatig, om de twee weken en voor een lange rit, worden gecontroleerd. De bandenspanning moet bij koude banden worden gecontroleerd. Tijdens het rijden neemt de bandenspanning toe; zie voor de juiste waarde van de bandenspanning de paragraaf “Wielen” in het hoofdstuk “Technische gegevens”. ATTENTIE Bedenk dat ook de wegligging afhankelijk is van een juiste bandenspanning.
ONDERHOUD VAN DE AUTO 234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 type band mag nooit een binnenband worden gemonteerd. Bij de montage van een nieuwe band moet ook het ventiel vernieuwd worden. Om een gelijke slijtage van de banden op de vooras en de achteras te verkrijgen, is het raadzaam de banden om de 10.000 / 15.000 km van as te verwisselen. Hierbij moeten de banden aan dezelfde zijde van de auto gemonteerd blijven, zodat een omkering van de draairichting wordt voorkomen fig. 17).
05-06-2008 15:37 Ruitenwisserbladen vervangen (fig. 18) Aanwijzingen voor het losmaken van het wisserblad Ga als volgt te werk: – til de wisserarm (A) van de voorruit; – draai het wisserblad (B) 90° ten opzichte van de pen (C), die zich aan het uiteinde van de wisserarm bevindt; – trek het wisserblad los van de pen (C). Pagina 253 Aanwijzingen voor het plaatsen van het wisserblad Ga als volgt te werk: – steek de pen (C) in het gat in het middelste deel van het wisserblad (B); RUITENSPROEIERS (fig.
ONDERHOUD VAN DE AUTO 234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 KOPLAMPSPROEIERS Controleer regelmatig of de koplampsproeiers schoon en in goede staat zijn (fig. 22). Wendt u tot de Alfa Romeo-dealer voor het afstellen van de ruitensproeierstraal. Pagina 254 CARROSSERIE BESCHERMING TEGEN ATMOSFERISCHE INVLOEDEN De belangrijkste oorzaken van roest zijn: – luchtverontreiniging – zoutgehalte in de lucht en luchtvochtigheid (gebieden aan zee, warm en vochtig klimaat) – omgevings-/seizoensinvloeden.
05-06-2008 15:37 TIPS VOOR HET BEHOUD VAN DE CARROSSERIE Lak De lak heeft behalve een esthetische functie ook een beschermende functie. Daarom moeten beschadigingen van de laklaag, zoals krassen, onmiddellijk worden bijgewerkt om roestvorming te voorkomen. Het bijwerken dient met de originele lak te worden uitgevoerd (zie het “Plaatje met informatie over de carrosserielak” in het hoofdstuk “Technische gegevens”).
ONDERHOUD VAN DE AUTO 234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 Pagina 256 INTERIEUR STOELEN EN STOFFEN BEKLEDING SCHOONMAKEN Controleer af en toe of er onder de vloerbedekking geen water is blijven staan (dooiwater van sneeuwresten aan schoenen, lekkende paraplu’s enz.), waardoor roestvorming op de bodem veroorzaakt zou kunnen worden. – Verwijder stof met een zachte borstel of een stofzuiger. Voor een nog betere reiniging van de stoffen bekleding raden wij u aan de borstel vochtig te maken.
05-06-2008 15:37 KUNSTSTOF INTERIEURDELEN Gebruik speciale reinigingsmiddelen om het visuele effect van de componenten niet te wijzigen. BELANGRIJK Gebruik nooit alcohol of benzine om het glas van het instrumentenpaneel schoon te maken. ATTENTIE Bewaar nooit spuitbussen in de auto. Ontploffingsgevaar. Spuitbussen mogen niet worden blootgesteld aan temperaturen boven 50°C. In de zomer kan de temperatuur in het interieur ver boven deze waarde oplopen.
TECHNISCHE GEGEVENS 258-273 Alfa 147 Q2 NL 06-11-2006 14:21 Pagina 258 TECHNISCHE GEGEVENS TYPEPLAATJE MET IDENTIFICATIEGEGEVENS IDENTIFICATIEGEGEVENS Wij raden u aan nota te nemen van de identificatiegegevens. De identificatiegegevens zijn ingeslagen of aangebracht op plaatjes. De gegevens zijn op de volgende plaatsen aangebracht (fig. 1): 1 - Typeplaatje gegevens met identificatie- 2 - Chassisnummer 3 - Plaatje met informatie over de carrosserielak 4 - Motornummer. Het plaatje (fig.
06-11-2006 14:21 PLAATJE MET INFORMATIE OVER DE CARROSSERIELAK Pagina 259 MOTORCODES - CARROSSERIE-UITVOERINGEN Het plaatje (fig. 4) is aangebracht op de linker binnenrand van de achterklep. Het plaatje bevat de volgende gegevens: A. Fabrikant van de lak. B. Kleurbenaming. C. Kleurcode. MOTORNUMMER Het motornummer is ingeslagen in het motorblok aan de zijde van de versnellingsbak nabij het uitlaatspruitstuk. Motorcode Carrosserie-uitvoering 3-deurs 5-deurs 1.6 T.
TECHNISCHE GEGEVENS 258-273 Alfa 147 Q2 NL 06-11-2006 14:21 MOTOR Typecode Cyclus Aantal en opstelling cilinders Pagina 260 1.6 T.SPARK (105 pk) 1.6 T.SPARK (120 pk) 2.0 T.
06-11-2006 14:21 Pagina 261 BRANDSTOFSYSTEEM Inspuiting 1.6 T.SPARK (105 pk) 1.6 T.SPARK (120 pk) 2.0 T.
TECHNISCHE GEGEVENS 258-273 Alfa 147 Q2 NL 06-11-2006 14:21 Pagina 262 REMMEN 1.6 T.SPARK (105 pk-120 pk) - 2.0 T.SPARK JTDM (120 pk) - JTDM (136 pk-150 pk) Voetrem: – voor Schijfrem – achter Schijfrem Bediend met handremhefboom, werkend op de achterwielen Handrem WIELOPHANGING 1.6 T.SPARK (105 pk-120 pk) - 2.0 T.SPARK JTDM (120 pk) - JTDM (136 pk-150 pk) Voor vierpunts-ophanging met stabilisatorstang Achter type McPherson STUURINRICHTING 1.6 T.SPARK (105 pk-120 pk) - 2.0 T.
258-273 Alfa 147 Q2 NL 06-11-2006 14:21 Pagina 263 1.6 T.SPARK DISTINCTIVE (105 pk - 120 pk) JTDM DISTINCTIVE 2.0 T.SPARK 2.0 T.
TECHNISCHE GEGEVENS 258-273 Alfa 147 Q2 NL 06-11-2006 14:21 VELGEN EN BANDEN Geperst stalen of lichtmetalen velgen. Tubeless radiaalbanden. Op de typegoedkeuring zijn bovendien alle goedgekeurde banden aangegeven. Pagina 264 VERKLARING VAN DE CODERING OP DE BANDEN (fig. 5) Hieronder wordt de codering van de banden, die op de banden is aangebracht, aangegeven en de betekenis van de codering.
06-11-2006 Snelheidsindex Q = tot 160 km/h. R = tot 170 km/h S = tot 180 km/h. T = tot 190 km/h. U = tot 200 km/h. 14:21 Pagina 265 Maximum snelheid bij winterbanden Q M + S = tot 160 km/h. T M + S = tot 190 km/h. H M + S = tot 210 km/h. VERKLARING VAN DE CODERING OP DE VELGEN Hieronder wordt de codering van de velgen, die op de velgen is aangebracht, aangegeven en de betekenis van de codering (fig. 5). NOODRESERVEWIEL H = tot 210 km/h. Geperst stalen velg. V = boven 210 km/h.
TECHNISCHE GEGEVENS 258-273 Alfa 147 Q2 NL 06-11-2006 14:21 Pagina 266 WIELUITLIJNING Alle uitvoeringen Voorwielen: Achterwielen: – camber –0° 48’ ± 20’ – caster + 3° 55’ ± 30’ – toespoor – 1 ± 0,6 mm (*) (– 9 ± 5’) – camber – 44’ ± 20’ – toespoor + 3 ± 1 mm (+ 27’ ± 9’) (*) Bij het toespoor dat is omgezet van graden in mm is altijd uitgegaan van een 15”-velg ongeacht de werkelijk gemonteerde velgen; als het niet mogelijk is om voor de meting 15” velgen te gebruiken op de meetbank, dan moe
258-273 Alfa 147 Q2 NL 06-11-2006 14:21 Pagina 267 A0A1091m TECHNISCHE GEGEVENS AFMETINGEN De afmetingen zijn aangegeven in mm en zijn geldig voor auto’s met standaard banden. De afmetingen wijken iets af als optional banden zijn gemonteerd. De hoogte heeft betrekking op een onbelaste auto. INHOUD BAGAGERUIMTE Inhoud .................................... 292 dm3 Inhoud bij neergeklapte rugleuning van achterbank ......... 1042 dm3 3-deurs uitvoeringen fig. 6 A B C D E F G H I 1.6 T.
258-273 Alfa 147 Q2 NL 06-11-2006 14:21 Pagina 268 TECHNISCHE GEGEVENS A0A1092m De afmetingen zijn aangegeven in mm en zijn geldig voor auto’s met standaard banden. De afmetingen wijken iets af als optional banden zijn gemonteerd. De hoogte heeft betrekking op een onbelaste auto. INHOUD BAGAGERUIMTE Inhoud .................................... 292 dm3 Inhoud bij neergeklapte rugleuning van achterbank ......... 1042 dm3 5-deurs uitvoeringen 268 fig. 7 A B C D E F G H I 1.6 T.
06-11-2006 14:21 Pagina 269 GEWICHTEN 1.6 T.SPARK 1.6 T.SPARK (105pk) (120pk) 3 deurs 5 deurs 3 deurs 5 deurs 2.0 T.SPARK 3 deurs 5 deurs 2.0 T.
TECHNISCHE GEGEVENS 258-273 Alfa 147 Q2 NL 06-11-2006 Pagina 270 VULLINGSTABEL Brandstoftank: liter – incl. een reserve van liter 1.6 T.SPARK (105pk) 1.6 T.SPARK (120pk) 2.0 T.SPARK 2.0 T.SPARK Selespeed JTDM (120pk) JTDM (136pk 150pk) 60 ● 7● 60 ● 7● 60 ● 7● 60 ● 7● 60 ❍ 7❍ 60 ❍ 7❍ Voorgeschreven brandstof Aanbevolen producten ● Loodvrije benzine octaangetal ten minste 95 R.O.
06-11-2006 14:21 Pagina 271 VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN AANBEVOLEN PRODUCTEN EN HUN SPECIFICATIES Smering voor benzinemotoren 2.0 T.SPARK, 2.0 T.SPARK Selespeed Smering voor benzinemotoren 1.6 T.SPARK (❏) Smering voor dieselmotoren Specificaties van de vloeistoffen en smeermiddelen voor een correct functioneren van de auto Vloeistoffen en smeer -middelen (originele) Synthetisch smeermiddel SAE 10W-60.
TECHNISCHE GEGEVENS 258-273 Alfa 147 Q2 NL 06-11-2006 Gebruik Olie en vetten voor krachtoverbrengingen Vloeistof voor remsysteem 14:21 Pagina 272 Specificaties van de smeermiddelen en vloeistoffen voor een correct functioneren van de auto Toepassing Synthetische SAE 75W-80 EP olie die ruimschoots voldoet aan de specificaties API GL5 en MIL-L-2105 D LEV TUTELA CAR ZC 75 Synth Mechanische versnellingsbakken en differentieels Speciale olie met additieftype “ATF DEXRON III” TUTELA CAR CS SPEED El
06-11-2006 14:21 Pagina 273 BRANDSTOFVERBRUIK Het brandstofverbruik dat in de tabel is opgenomen, is gemeten volgens een vastgestelde testmethode die in EU-normen is vastgelegd.
ALFABETISCH REGISTER 274-280 Alfa 147 Q2 NL:274-280 Alfa 147 Q2 NL 29-5-09 11:29 Pagina 274 A L FA B E T I S C H R E G I S T E R 140 Auto langere tijd stallen ................ 193 Bedieningsorganen....................... 110 Aansteker ................................... 126 Autoradio.................................... 149 Bekerhouder/Pasjeshouder ........... 128 ABS ........................................... 140 Bagagenet................................. ABS .....................................
Dashboardkastje .......................... 123 Gewichten................................. Derde remlicht ............................. 217 Gloeilampen................................ 209 Kilometerteller ............................. 56 Diefstalalarm............................... Gloeilampen vervangen................. 209 Kinderen veilig vervoeren .............. 34 Kinderveiligheidsslot ..................... 17 Klimaatregeling............................ 86 Klokje..............................
ALFABETISCH REGISTER 274-280 Alfa 147 Q2 NL:274-280 Alfa 147 Q2 NL 29-5-09 11:29 Pagina 276 Motor starten .............................. 186 Plafondverlichting achter ............... 125 - intelligente wis/wasregeling ....... Motorkap.................................... 135 - gloeilamp vervangen.................. 219 - sproeiermonden ........................ 253 Motorolie (verbruik) ..................... 241 Plafondverlichting voor.................. 124 Ruitenwissers Motorruimte..................
VDC (systeem) ......................... 142 Veiligheidsgordels......................... 28 Verbandtrommel .......................... 233 Verlichting dashboardkastje - gloeilamp vervangen.................. 220 Versnellingsbak handgeschakeld..... 113 Verwarming ................................ 88 Vloeistoffen en smeermiddelen ...... 271 Zonneklepverlichting..................... 125 ALFABETISCH REGISTER 274-280 Alfa 147 Q2 NL:274-280 Alfa 147 Q2 NL 29-5-09 11:29 Pagina 277 Vullingstabel..............
274-280 Alfa 147 Q2 NL:274-280 Alfa 147 Q2 NL 29-5-09 11:29 Pagina 278 Voor wie hart heeft voor zijn auto. De kracht achter uw motor.
274-280 Alfa 147 Q2 NL:274-280 Alfa 147 Q2 NL 29-5-09 11:29 Pagina 279 De experts adviseren Selenia De motor van uw nieuwe auto is ontwikkeld met Selenia, een motorolielijn die voldoet aan de meest geavanceerde internationale specificaties. Tijdens specifieke tests blijkt dat door de hoge technische specificaties Selenia het smeermiddel is om de prestaties van uw motor optimaal en betrouwbaar te houden.
274-280 Alfa 147 Q2 NL:274-280 Alfa 147 Q2 NL 29-5-09 11:29 Pagina 280 BANDENSPANNING IN KOUDE TOESTAND Banden 205/55 R16”(•) voor achter Banden 195/60 R15” voor achter Banden 205/55 R16” (•) voor achter Banden 215/45 R17”(•) voor achter bij geringe belading bar 2,3 2,3 2,2 2,2 2,3 2,3 2,4 2,3 volbeladen 2,6 2,6 2,5 2,5 2,6 2,6 2,7 2,6 bar Noodreservewiel 125/80 R15” 4,2 (•) Banden niet geschikt voor sneeuwkettingen Bij warme banden moet de bandenspanning 0,3 bar hoger zijn dan de
NEDERLANDS SERVICE