Operation Manual

WEGWIJS IN UW AUTO
47
Regensensor (fig. 66)
De regensensor (A) (indien aanwezig)
is een elektronische voorziening voor de
ruitenwissers en zorgt ervoor dat de fre-
quentie van de slagen van de ruitenwis-
sers, tijdens het wissen met interval, auto-
matisch wordt aangepast aan de hoeveel-
heid regen op de ruit.
Alle andere door de rechter hendel gere-
gelde functies worden hier niet door beïn-
vloed.
De regensensor wordt automatisch inge-
schakeld als u de rechter hendel in stand
(B-fig. 64) zet en heeft een regelbereik
dat geleidelijk varieert van stilstaande rui-
tenwissers bij een droge ruit, tot de eerste
snelheid (langzaam continu wissen) bij
veel regenval.
INTELLIGENTE WIS/WASREGELING
Als u de hendel naar het stuur trekt
(onvergrendelde stand), schakelen de rui-
tensproeiers in.
Als u de hendel aangetrokken houdt,
dan worden in een beweging de ruiten-
wissers/-sproeiers ingeschakeld; de rui-
tenwissers schakelen automatisch in als u
de hendel langer dan een halve seconde
aangetrokken houdt.
De ruitenwissers blijven nog enkele sla-
gen werken, nadat u de hendel loslaat; na
enige seconden volgt nog een “reinigings-
slag”.
fig. 65
A0A0071m
fig. 66
A0A1012m
Als u de draaiknop (F-fig. 64) ver-
draait, dan wordt de gevoeligheid van de
regensensor verhoogd, waardoor de over-
gang van stilstaande ruitenwissers bij een
droge ruit, naar de eerste snelheid (lang-
zaam continu wissen) sneller plaatsvindt.
Als de ruitensproeiers worden bediend bij
ingeschakelde regensensor (hendel in
stand B), werkt het normale reinigings-
programma. Daarna hervat de regensen-
sor zijn normale automatische werking.
Draai de contactsleutel in stand STOP
om de regensensor uit te schakelen. Als
de motor daarna wordt gestart (sleutel in
stand MAR), schakelt de regensensor
niet opnieuw in als de hendel in stand (B)
is blijven staan. Om de regensensor
opnieuw in te schakelen moet u de hendel
in stand (A) of (C) zetten en vervolgens
opnieuw in stand (B).
Als de regensensor op deze wijze
opnieuw wordt ingeschakeld, wordt ten
minste een wisslag uitgevoerd, ook bij
een droge ruit. Hiermee wordt aangege-
ven dat het systeem weer is ingeschakeld.
De regensensor bevindt zich achter de
binnenspiegel in het gebied dat bestreken
wordt door de ruitenwissers en staat in
contact met de voorruit. De sensor levert
een signaal aan een elektronische regel-
001-057 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:29 Pagina 47