001-040 Alfa SPIDER NL:001-040 Alfa SPIDER NL 29-05-2009 12:00 Pagina 1 Geachte klant, Wij bedanken u dat u voor een Alfa Romeo hebt gekozen. Uw Alfa Spider is ontworpen voor een veilige, comfortabele en rustige rit, zoals u van Alfa Romeo verwacht. Dit instructieboekje helpt u om de specificaties en werking van uw auto snel en grondig te leren kennen.
001-040 Alfa SPIDER NL:001-040 Alfa SPIDER NL 29-05-2009 12:00 Pagina 2 ABSOLUUT LEZEN! TANKEN K Benzinemotoren: tank uitsluitend loodvrije benzine met een minimum octaangetal van 95 RON. Dieselmotoren: tank uitsluitend diesel voor motorvoertuigen conform de Europese specificatie EN590. Het gebruik van andere producten of mengsels kan de motor onherstelbaar beschadigen en het vervallen van de garantie tot gevolg hebben.
001-040 Alfa SPIDER NL:001-040 Alfa SPIDER NL 29-05-2009 12:00 Pagina 3 ELEKTRISCHE APPARATUUR ACCESSOIRES 쇵 Indien u na aanschaf van uw auto accessoires wilt installeren die stroom verbruiken (met het risico van geleidelijke ontlading van de accu), moet u zich wenden tot het Alfa Romeo Servicenetwerk; dit kan het totale opgenomen vermogen meten en controleren of de elektrische installatie van de auto geschikt is voor de extra belasting.
001-040 Alfa SPIDER NL:001-040 Alfa SPIDER NL 29-05-2009 12:00 Pagina 4 Service- en garantiehandleiding Bij elke nieuwe auto wordt aan de cliënt de Service- en garantiehandleiding overhandigd, waarin de normen zijn opgenomen voor de prestaties van de Garantie-afdeling van Alfa Romeo en de wijze waarop de garantie kan worden verkregen.
001-040 Alfa SPIDER NL:001-040 Alfa SPIDER NL 29-05-2009 12:00 Pagina 5 DE SYMBOLEN IN DIT BOEKJE De symbolen op deze pagina staan bij de onderdelen in dit boekje waar we extra aandacht voor vragen. VEILIGHEID VAN INZITTENDEN Let op. Het niet of niet geheel opvolgen van deze instructies kan gevaar opleveren voor personen in de auto. BESCHERMING VAN HET MILIEU Aanwijzing voor het juiste gedrag, zodat het gebruik van de auto zo min mogelijk schade aan het milieu toebrengt.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-040 Alfa SPIDER NL:001-040 Alfa SPIDER NL 6 29-05-2009 12:00 Pagina 6 DASHBOARD EN BEDIENING DASHBOARD ................................................................. 7 CRUISE CONTROL .......................................................... 71 INSTRUMENTENPANEEL .................................................. 8 PLAFONDVERLICHTING ......
001-040 Alfa SPIDER NL:001-040 Alfa SPIDER NL 29-05-2009 12:00 Pagina 7 TECHNISCHE GEGEVENS 1. Verstelbare en richtbare uitstroomopeningen aan zijkant – 2. Uitstroomopeningen voor ontwasemen/ontdooien zijruiten voor – 3. Bedieningshendel buitenverlichting – 4. Instrumentenpaneel – 5. Airbag bestuurderszijde en claxon – 6. Bedieningshendel ruitenwissers – 7. Verstelbare uitstroomopening in het midden – 8. Middelste verstelbare en regelbare uitstroomopeningen 9.
VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-040 Alfa SPIDER NL:001-040 Alfa SPIDER NL 29-05-2009 12:00 Pagina 8 INSTRUMENTENPANEEL A. Snelheidsmeter B. Waarschuwings-/controlelampjes STARTEN EN RIJDEN C. Toerenteller D. Instelbaar multifuntioneel display dieseluitvoeringen Bij de dieseluitvoeringen is het bereik van de toerenteller 6000 toeren. Afb. 2 A0G0198m Afb.
Bovendien is een plaatje met het overzicht van de symbolen Afb. 3 onder de motorkap aangebracht. Afb. 3 A0G0138m In elke elektronische sleutel bevindt zich een elektronisch systeem; dit heeft tot taak om tijdens het starten het, door een in het startsysteem geïntegreerde antenne verzonden, signaal te moduleren. Het signaal wordt bij het starten omgezet in een gecodeerd signaal en vervolgens aan de regeleenheid gezonden, die, als de code wordt herkend, het starten van de motor mogelijk maakt.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-040 Alfa SPIDER NL:001-040 Alfa SPIDER NL 10 WERKING Telkens als de elektronische contactsleutel in het startsysteem wordt geplaatst en bij elke startpoging stuurt het Alfa Romeo CODE-systeem een code naar de regeleenheid van de motor die, als de code wordt herkend, de blokkering van de functies opheft.
001-040 Alfa SPIDER NL:001-040 Alfa SPIDER NL 29-05-2009 12:00 Pagina 11 DASHBOARD EN BEDIENING ELEKTRONISCHE SLEUTEL Als de auto wordt verkocht, moeten alle elektronische sleutels en de CODE-card aan de nieuwe eigenaar worden overhandigd. Met de elektronische sleutel wordt het startsysteem van de auto bediend. Met de knop Á worden de portieren, de bagageruimte en het tankluikje centraal vergrendeld en wordt het alarm ingeschakeld (voor uitvoeringen/markten, waar voorzien).
001-040 Alfa SPIDER NL:001-040 Alfa SPIDER NL 12:00 Pagina 12 DASHBOARD EN BEDIENING WAARSCHUWING Laat de elektronische sleutel niet vallen: dit kan beschadigingen veroorzaken. VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN ONDERHOUD EN ZORG TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 12 29-05-2009 Afb. 6 A0G0022m In de elektronische sleutel Afb. 6 bevindt zich bovendien een metalen baard A; deze kan worden uitgeklapt door op knop B te drukken.
Ga voor het vervangen van de batterij Afb. 8 als volgt te werk: ❒ klap de metalen baard A uit door op de knop B te drukken; ❒ maak het geklemd gemonteerde rode vakje B-Afb. 9 met behulp van de metalen baard A van de elektronische sleutel op het aangegeven punt open; Afb. 9 A0G0242m ❒ verwijder de batterij D-Afb.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-040 Alfa SPIDER NL:001-040 Alfa SPIDER NL 14 SAFE LOCK-SYSTEEM (voor uitvoeringen/markten, waar voorzien) Dit is een veiligheidssysteem dat de werking van de binnenhandgrepen van de auto verhindert. Het safe lock-systeem biedt de best mogelijke bescherming tegen inbraakpogingen.
❒ als de metalen baard van de elektronische sleutel twee maal in het bestuurdersportier naar de vergrendelstand wordt gedraaid; ❒ als knop Á op de elektronische sleutel twee maal wordt ingedrukt. ❒ als de elektronische sleutel in het startsysteem wordt geplaatst.
STARTEN EN RIJDEN LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN ONDERHOUD EN ZORG TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 16 29-05-2009 12:00 Pagina 16 Hierna worden de belangrijkste functies van de elektronische sleutel of de metalen baard aangegeven: Ontgrendelen portieren, bagageruimte en tankluikje Vergrendelen portieren, bagageruimte en tank-luikje Elektronische sleutel Kort drukken op de knop Ë (*) Knop Á kort indrukken Metalen baard Elektronische sleutel rechtsom draaien (*) VEILIGHEID DASHBOARD EN
❒ inschakeling van het startsysteem met een niet-geschikte elektronische sleutel; ❒ als de kabels van de accu worden onderbroken; ❒ als er bewegende voorwerpen in het interieur aanwezig zijn (volumetrische beveiliging); ❒ verkeerd omhoog komen/kantelen van de auto (voor uitvoeringen/markten, waar voorzien).
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-040 Alfa SPIDER NL:001-040 Alfa SPIDER NL 18 Bewaking Na het inschakelen knippert de led A-Afb. 11 om aan te geven dat het systeem de auto bewaakt. De led knippert de gehele tijd dat het systeem de auto bewaakt. WAARSCHUWING Het alarm wordt reeds in de fabriek aangepast aan de normen van de diverse landen.
DASHBOARD EN BEDIENING ❒ lezer A-Afb. 13 van de elektronische sleutel (naast het stuur); ❒ knop START/STOP (onder de lezer van de elektronische sleutel). WAARSCHUWING Laat de elektronische sleutel niet in het startsysteem bij een uitgeschakelde auto, om onnodig ontladen van de accu te voorkomen. OPGELET Als het startsysteem verkeerd wordt gebruikt (bijvoorbeeld tijdens een diefstalpoging), moet de werking door het Alfa Romeo Servicenetwerk worden gecontroleerd, voordat er weer met de auto wordt gereden.
001-040 Alfa SPIDER NL:001-040 Alfa SPIDER NL 12:00 Pagina 20 DASHBOARD EN BEDIENING INSTRUMENTENPANEEL INSCHAKELEN Ga als volgt te werk: ❒ steek de elektronische sleutel in het startsysteem; VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN ONDERHOUD EN ZORG TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 20 29-05-2009 Afb. 14 A0G0028m MOTOR STARTEN Zie hiervoor de paragraaf „Starten van de motor” in het hoofdstuk „Starten en rijden”. START/STOP-KNOP Afb.
WAARSCHUWING Bij een storing van het stuurslot worden een symbool + bericht op het display weergegeven. Wend u zich in dit geval tot het Alfa Romeo Servicenetwerk. OPGELET Het is streng verboden om demontage-/montagewerkzaamheden uit te voeren, waarvoor wijzigingen in de stuurinrichting of de stuurkolom vereist zijn (bijv. bij montage van een diefstalbeveiliging).
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-040 Alfa SPIDER NL:001-040 Alfa SPIDER NL 22 29-05-2009 12:00 Pagina 22 INSTRUMENTEN BRANDSTOFMETER Afb. 15 TOERENTELLER De wijzer geeft de hoeveelheid brandstof in de tank aan. De toerenteller levert informatie over het toerental van de motor.
KOELVLOEISTOFTEMPERATU URMETER Afb. 16 De wijzer geeft de koelvloeistoftemperatuur weer; de aanduiding start als de temperatuur van de vloeistof hoger wordt dan ongeveer 50 °C . Onder normale omstandigheden bevindt de wijzer zich in het midden van de schaalverdeling. Als de wijzer in de buurt van het rode gebied komt, moet de bestuurder minder grote prestaties van de auto verlangen. VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN A0G0178m LAMPJES EN BERICHTEN Afb.
001-040 Alfa SPIDER NL:001-040 Alfa SPIDER NL 12:00 Pagina 24 DASHBOARD EN BEDIENING Als het waarschuwingslampje ` onder het rijden gaat branden (in combinatie met de weergave van een bericht op het display), is de motorolietemperatuur te hoog; zet in dat geval de motor uit en wend u zich tot het Alfa Romeo Servicenetwerk. VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN ONDERHOUD EN ZORG TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 24 29-05-2009 Afb.
KNOP VOOR OP NUL ZETTEN VAN DE DAGTELLER Afb. 18/a Druk voor het op nul zetten van de dagtellerstand enkele seconden op de knop A. Druk voor het regelen van de lichtintensiteit kort op de knop + op de linker hendel voor het verhogen of op de knop – voor het verlagen van de intensiteit: op het display verschijnt een bericht en een getal dat de op dit moment geselecteerde lichtintensiteit aangeeft. Dit scherm blijft enige seconden zichtbaar en verdwijnt vervolgens.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-040 Alfa SPIDER NL:001-040 Alfa SPIDER NL 26 29-05-2009 12:00 Pagina 26 INFORMATIE OVER DE AUTO (per gebeurtenis) INSTELBAAR MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY ❒ Afstand tot volgende servicebeurt; ❒ Informatie Tripcomputer; Il Op het instelbare multifunctionele display kan nuttige en belangrijke informatie tijdens de rit worden weergegeven, zoals: ❒ Inste
Knop lang indrukken: zorgt voor terugkeren naar het voorgaande scherm zonder de gekozen optie op te slaan; +/– voor het doorlopen naar boven/beneden van de opties in het setup-menu of het verhogen/verlagen van de op het scherm weergegeven waarde. Als op het display het standaard scherm wordt weergegeven, wordt met de knoppen +/– de intensiteit van de instrumentenpaneelverlichting geregeld. Afb.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-040 Alfa SPIDER NL:001-040 Alfa SPIDER NL 28 Selectie van een optie in het hoofdmenu met een submenu: ❒ als de knop MENU kort wordt ingedrukt, wordt de eerste optie in het submenu weergegeven; ❒ met de knop + of – (door de knop telkens in te drukken) kunt u de menuopties van het submenu doorlopen; ❒ als u de knop MENU kort indrukt, kunt u de menuoptie
12:00 Pagina 29 AUTOMAT. MISTLICHT SERVICE RESET TRIP B KLOK NOODGEVALLEN SNELHEIDSSNELHEID MODUS 12/24 VOL. TOETSEN VOL. ZOEMER ONDERHOUD EN ZORG DATUM HERHAAL. RADIO MAATEENHEDEN VERGR. PORTIEREN BAGAGERUIMTE ONAFH. BEST.PORT. ONTGR. TECHNISCHE GEGEVENS TAAL A0G0218g ALFABETISCH REGISTER MENU VERLATEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN Druk, om vanaf het standaard scherm de navigatie te bereiken, kort op de knop MENU. Druk op de knop + of – om in het menu te navigeren.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-040 Alfa SPIDER NL:001-040 Alfa SPIDER NL 30 Snelheidslimiet (drempel) Met deze functie kan de snelheidslimiet van de auto (km/h of mijl/h) worden ingesteld; als de snelheid wordt overschreden, klinkt een geluidssignaal en wordt een bericht op het display weergegeven (zie het hoofdstuk „Lampjes en berichten”).
❒ druk kort op de knop MENU: op het display verschijnen de „minuten”; ❒ druk op de knop + of – om in te stellen. ❒ druk kort op de knop MENU: het display geeft 12h of 24h aan (afhankelijk van de eerdere instelling); ❒ druk kort op de knop MENU om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-040 Alfa SPIDER NL:001-040 Alfa SPIDER NL 32 Instellen datum Met deze functie kan de datum worden ingesteld (jaar – maand – dag).
Als de functie is ingeschakeld (ON) kan het andere portier worden ontgrendeld door op de ontgrendelknop op de middenconsole te drukken.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-040 Alfa SPIDER NL:001-040 Alfa SPIDER NL 34 29-05-2009 12:00 Pagina 34 Meeteenheid Verbruik Temperatuur Met deze functie kan de eenheid van de afstand worden ingesteld (km of mi), het brandstofverbruik (l/100 km, km/l of mpg) en de temperatuur (°C of °F) worden ingesteld.
❒ druk op de knop + o – om de keuze uit te voeren; ❒ druk kort op de knop MENU om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD DASHBOARD EN EN BEDIENING BEDIENING 001-040 Alfa SPIDER NL:001-040 Alfa SPIDER NL 36 Geprogrammeerd onderhoud (Service) Met deze functie kunnen de meldingen betreffende het bereiken van de kilometerstand voor een servicebeurt worden weergegeven.
12:00 Pagina 37 TRIPCOMPUTER Algemeen De „Tripcomputer” kan op het display als de elektronische sleutel in het startsysteem is geplaatst, de gegevens weergeven betreffende het gebruik van de auto. Deze functie bestaat uit „General trip”, waarmee de gehele rit van de auto kan worden gecontroleerd, en „Trip B”, waarmee een deel van de rit kan worden gecontroleerd; deze laatste functie „valt binnen” (zoals in Afb. 22 is aangegeven) de complete rit.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD DASHBOARD EN EN BEDIENING BEDIENING 001-040 Alfa SPIDER NL:001-040 Alfa SPIDER NL 38 29-05-2009 12:00 Pagina 38 „General Trip” geeft informatie over: Weergegeven gegevens Op het display verschijnt de indicatie „- - - -” als: ❒ Gemiddeld verbruik Gemiddeld verbruik ❒ actieradius lager dan 50 km (of 30 mijl); ❒ Huidig verbruik ❒ Gemiddelde snelheid Geeft globaa
❒ „automatisch” als de „afgelegde afstand” 9999,9 km (of mijl) of de „reisduur” 99.59 (99 uur en 59 minuten) bereikt en telkens wanneer de accu wordt losgekoppeld en weer aangesloten. ❒ kort indrukken: voor weergave van de verschillende gegevens; ❒ lang indrukken: voor het op nul zetten (reset) en het beginnen van een nieuwe rit. Afb. 23 A0G0099m KNOP TRIP Met de knop TRIP Afb.
001-040 Alfa SPIDER NL:001-040 Alfa SPIDER NL 12:00 Pagina 40 DASHBOARD DASHBOARD EN EN BEDIENING BEDIENING In hetzelfde scherm wordt aan de boven- en onderzijde niet tegelijkertijd hetzelfde gegeven weergegeven. VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN ONDERHOUD EN ZORG TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 40 29-05-2009 Afb.
OPGELET Alle afstellingen mogen uitsluitend bij stilstaande auto worden uitgevoerd. De stoffen bekleding van uw auto is langdurig bestand tegen slijtage die ontstaat bij een normaal gebruik van de auto. Hevig en/of langdurig wrijven met kledingaccessoires zoals metalen gespen, sierknopen en klittenbandsluitingen, moet echter absoluut worden vermeden omdat hierdoor grote druk ontstaat op een bepaalde plek op de bekleding, waardoor deze plek kan slijten en de bekleding beschadigd wordt.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 041-078 Alfa SPIDER NL:041-078 Alfa SPIDER NL 42 29-05-2009 12:05 Pagina 42 Lendensteun verstellen (voor uitvoeringen/markten, waar voorzien) De bedieningsorganen voor het verstellen van de stoel zijn: Draai aan knop D tot de gewenste stand is bereikt.
Pagina 43 DASHBOARD EN BEDIENING Opslaan van de stand van de bestuurdersstoel/buitenspiegels STARTEN EN RIJDEN A0G0024m Draai, als de elektronische sleutel in het startsysteem is geplaatst, de draaiknop A-Afb. 27 om de functie in of uit te schakelen. De verwarming kan op 3 niveaus worden ingesteld (0 = stoelverwarming uitgeschakeld).
HOOFDSTEUNEN De hoofdsteunen zijn geïntegreerd in de stoelen van de auto. 29-05-2009 12:05 Pagina 44 STUURWIEL Dit kan zowel axiaal als verticaal versteld worden. Ontgrendel de hendel A-Afb. 28 door deze omlaag te drukken en stel vervolgens het stuur in de gewenste stand af. Blokkeer vervolgens het stuur door de hendel A omhoog te drukken. ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN OPGELET 44 A0G0136m Afb.
041-078 Alfa SPIDER NL:041-078 Alfa SPIDER NL 29-05-2009 12:05 Pagina 45 DASHBOARD EN BEDIENING SPIEGELS A0G0036m BUITENSPIEGELS Verstellen van de spiegel De buitenspiegels kunnen alleen worden versteld en ingeklapt als de elektronische sleutel in het startsysteem is geplaatst. Kies de gewenste spiegel met de knop A-Afb. 30: ❒ draai de keuzeknop A in stand 1: de linkerspiegel wordt geselecteerd; ❒ draai de keuzeknop A in stand 2: de rechterspiegel wordt geselecteerd.
12:05 Pagina 46 Na het vergrendelen van de sloten worden de buitenspiegels ingeklapt; de spiegels klappen automatisch terug wanneer de sleutel weer in het contactslot wordt gestoken. De functie kan in-/uitgeschakeld worden door de kanteltoets langer dan 2 seconden ingedrukt te houden. De instelling wordt aan de gebruiker bevestigd met een geluidssignaal.
De spiegel gaat automatisch in de hiervoor opgeslagen stand staan. Als geen enkele stand is opgeslagen voor de spiegel en de achteruit wordt ingeschakeld, gaat de buitenspiegel aan de passagierszijde iets omlaag, zodat parkeermanoeuvres makkelijker kunnen worden uitgevoerd. De spiegel keert automatisch na ongeveer 10 seconden terug in de beginstand als een andere versnelling dan de achteruit wordt ingeschakeld of onmiddellijk als de snelheid vooruit hoger wordt dan 10 km/h of als de keuzeknop A-Afb.
29-05-2009 12:05 Pagina 48 KLIMAATREGELING A0G0278m ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 041-078 Alfa SPIDER NL:041-078 Alfa SPIDER NL 48 Afb.
29-05-2009 12:05 Pagina 49 De uitstroomopening kan worden geopend/gesloten. O = Geheel gesloten Afb. 34 A0G0012m UITSTROOMOPENINGEN IN HET MIDDEN EN AAN DE ZIJKANT Afb. 33-34 Deze bevinden zich op het dashboard. Elke uitstroomopening A is voorzien van een draaiknop B waarmee de luchtopbrengst geregeld kan worden en een knop C voor het verticaal en horizontaal richten van de luchtstroom.
STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 041-078 Alfa SPIDER NL:041-078 Alfa SPIDER NL 29-05-2009 12:05 Pagina 50 HANDBEDIENDE KLIMAATREGELING (voor uitvoeringen/markten, waar voorzien) BEDIENINGSKNOPPEN Afb.
N: voor het verwarmen van de voeten; M: voor het verwarmen van de voeten terwijl het gezicht koel blijft (functie bilevel); Q: voor verwarming van de beenruimten en ontwaseming van de voorruit; ❒ schakel de recirculatie uit (wanneer ingeschakeld). Beslaan van de ruiten voorkomen De klimaatregeling √ is heel nuttig om het ontwasemen te versnellen: we raden u dan ook aan om deze functie onder zeer vochtige omstandigheden te gebruiken.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 041-078 Alfa SPIDER NL:041-078 Alfa SPIDER NL 52 29-05-2009 12:05 Pagina 52 LUCHTRECIRCULATIE INSCHAKELEN AIRCONDITIONING (snel koelen) ONDERHOUD VAN HET SYSTEEM Druk op de knop v: het lampje op de knop gaat branden als deze functie wordt ingeschakeld. WAARSCHUWING De compressor √ kan alleen worden ingeschakeld als de ventilatie is ingeschakeld.
Voor uitvoeringen/markten, waar voorzien, is in het systeem voorzien van een wasemsensor A-Afb. 38, die achter de binnenspiegel is gemonteerd. Deze sensor "controleert" een bepaald gebied aan de binnenzijde van de voorruit en bedient het systeem automatisch, zodat wordt voorkomen dat de ruiten beslaan. De sen- DASHBOARD EN BEDIENING VEILIGHEID A0G0091m sor kan handmatig worden uitgeschakeld als de functie is ingeschakeld.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 041-078 Alfa SPIDER NL:041-078 Alfa SPIDER NL 54 29-05-2009 12:05 Pagina 54 Bedieningsknoppen Afb.
Als de draaiknoppen rechts- of linksvoor in de uiterste standen HI of LO worden gezet, worden respectievelijk de functies maximaal verwarmen of maximaal koelen ingeschakeld. Deze functie kan worden ingeschakeld als u het interieur zo snel mogelijk wilt verwarmen en gebruik wilt maken van het maximale vermogen van het systeem. De functie maakt gebruik van de maximale koelvloeistoftemperatuur, terwijl de luchtverdeling en de aanjagersnelheid automatisch door het systeem worden geregeld.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 041-078 Alfa SPIDER NL:041-078 Alfa SPIDER NL 56 Het verdient aanbeveling om deze functie niet in te schakelen als de motor nog koud is, om de toevoer van onvoldoende verwarmde lucht naar het interieur te voorkomen. Als deze functie is ingeschakeld, zijn alle handmatige instellingen mogelijk.
waarbij alle voorafgaande handmatige instellingen worden opgeheven. AUTO verdwijnt van het display in de betreffende zone (bestuurders- of passagierszijde) als een handeling wordt uitgevoerd, behalve als de gewenste temperatuur wordt gewijzigd. ❒ minimumsnelheid = één staafje verlicht; OPGELET Bij lage buitentemperaturen raden wij u aan om de recirculatiefunctie niet te gebruiken, omdat hierdoor de ruiten sneller kunnen beslaan.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 041-078 Alfa SPIDER NL:041-078 Alfa SPIDER NL 58 29-05-2009 12:05 Pagina 58 SNEL ONTWASEMEN/ ONTDOOIEN VOORRUIT EN ZIJRUITEN VOOR (MAX-DEF-functie) De handelingen die het systeem uitvoert bij ingeschakelde MAX-DEF-functie zijn: Druk op de knop - om alle functies die nodig zijn voor het snel ontwasemen/ontdooien van de voorruit, de zijruiten voor en, b
WAARSCHUWING Plak geen stickers of andere plaatjes op de elektrische weerstandsdraden aan de binnenzijde van de achterruit, om beschadiging van de achterruitverwarming te voorkomen.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 041-078 Alfa SPIDER NL:041-078 Alfa SPIDER NL 60 LUCHTVERDELING INSTELLEN Als de knoppen A/S/D worden ingedrukt, kan handmatig een van de 7 mogelijke luchtverdelingen in het interieur worden gekozen: D Luchtstroom naar de middelste uitstroomopeningen en de uitstroomopeningen aan de zijkant van het dashboard (lichaam passagier).
VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN LAMPJES EN BERICHTEN Bij een buitentemperatuur lager dan -1 °C kan de aircocompressor niet werken. Bij lage buitentemperaturen raden wij u aan om de recirculatiefunctie niet te gebruiken, omdat hierdoor de ruiten sneller kunnen beslaan. NOODGEVALLEN De ruiten kunnen onder bepaalde klimaatomstandigheden beslaan, bijvoorbeeld bij een buitentemperatuur rond 0 °C, terwijl de recirculatie automatisch wordt geregeld.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 041-078 Alfa SPIDER NL:041-078 Alfa SPIDER NL 62 Inschakeling AQS (Air Quality System) (voor uitvoeringen/markten, waar voorzien) De functie AQS schakelt de recirculatie automatisch in als vervuilde lucht wordt gesignaleerd, bijvoorbeeld tijdens het rijden in de stad, in een file en in tunnels.
❒ wordt de recirculatie ingeschakeld (led op de knop brandt); ❒ wordt de compressor uitgeschakeld; ❒ wordt de ventilatie uitgeschakeld. Druk op de knop AUTO of een andere knop (behalve ( en v) om de klimaatregeling opnieuw in te schakelen. Als de klimaatregeling opnieuw wordt ingeschakeld, wordt de recirculatie weer automatisch geregeld. De auto is voorzien van een extra verwarming, waarmee de motor, bij koude of in de winter, sneller een comfortabele temperatuur in het interieur kan bereiken.
DASHBOARD EN BEDIENING Met de linker hendel bedient u de buitenverlichting. ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN BUITENVERLICHTING VEILIGHEID 041-078 Alfa SPIDER NL:041-078 Alfa SPIDER NL 64 29-05-2009 12:06 Pagina 64 Richtingaanwijzers Zet de hendel in de vergrendelde stand: ❒ omhoog: inschakeling rechter richtingaanwijzer; LINKER HENDEL Afb.
Telkens als de hendel wordt bediend, gaat het lampje 3 op het instrumentenpaneel branden en wordt er een bericht op het display weergegeven (zie het hoofdstuk „Lampjes en berichten”). Uitschakelen Houd de hendel langer dan 2 seconden naar het stuur getrokken. De gevoeligheid van de schemersensor instelbaar m. b. v. het „Setup-menu” van het display (zie de paragraaf „Instelbaar multifunctioneel display” in dit hoofdstuk). Inschakelen A: Draai de draaiknop A-Afb.
041-078 Alfa SPIDER NL:041-078 Alfa SPIDER NL 12:06 Pagina 66 DASHBOARD EN BEDIENING Parkeerlichten Dit gaat bij een uitgeschakeld instrumentenpaneel branden als er op de knop C wordt gedrukt. Als de knop wordt ingedrukt, klinkt er een geluidssignaal en gaat het lampje 3 op het instrumentenpaneel branden. VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN ONDERHOUD EN ZORG TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 66 29-05-2009 Druk voor uitschakeling nogmaals op de knop. Afb.
Als de buitenverlichting brandt, worden bij het inschakelen van de ruitensproeiers ook de koplampsproeiers ingeschakeld. 2: continu langzaam wissen Ruitenwissers/-sproeiers 3: continu snel wissen De rechter hendel kan in vijf verschillende standen worden gezet: 4: tijdelijk snel wissen (onvergrendelde stand) 0: ruitenwissers uitgeschakeld; 1: wissen met interval.
VEILIGHEID TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN Als u de hendel loslaat, stoppen de ruitensproeiers onmiddellijk terwijl de ruitenwissers nog 3 slagen maken. Na ongeveer 6 seconden volgt nog een extra reinigingsslag. ALFABETISCH REGISTER 12:06 Pagina 68 De regensensor schakelt in als de rechter hendel in stand 1-Afb.
❒ vuil op het controle-oppervlak (zoutaanslag, vuil enz.); ❒ verschil tussen dag en nacht. Schakel de regensensor niet in als de auto in een automatische wasstraat wordt gewassen. Schakel het systeem bij ijsvorming op de voorruit uit. STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID Bij een storing in de regensensor wordt er een bericht op het display weergegeven (zie hoofdstuk „Lampjes en berichten”).
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 041-078 Alfa SPIDER NL:041-078 Alfa SPIDER NL 70 29-05-2009 12:06 Pagina 70 WAARSCHUWING Contoleer regelmatig of de koplampsproeiers schoon en in goede staat zijn. Als er waterresten achterblijven, kunnen de ruitenwissers ongewenste bewegingen maken. OPGELET Controleer als de voorruit moet worden schoongemaakt altijd of het systeem is uitgeschakeld.
ALGEMENE INFORMATIE De snelheidsregeling (CRUISE CONTROL) is een elektronisch systeem waarmee de auto met de gewenste snelheid blijft rijden, zonder dat het gaspedaal ingetrapt hoeft te worden. Hierdoor neemt de vermoeidheid af tijdens een rit op de snelweg, vooral bij lange ritten, omdat de opgeslagen snelheid automatisch in stand wordt gehouden. WAARSCHUWING Het systeem kan alleen worden ingeschakeld met een snelheid tusen 40 en 190 km/h. Afb. 46 A0G0095m SYSTEEM INSCHAKELEN Draai draaiknop A-Afb.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 041-078 Alfa SPIDER NL:041-078 Alfa SPIDER NL 72 29-05-2009 12:06 Pagina 72 OPGESLAGEN SNELHEID OPROEPEN OPGESLAGEN SNELHEID VERHOGEN OPGESLAGEN SNELHEID VERLAGEN Als het systeem is uitgeschakeld door bijvoorbeeld het intrappen van het rem- of koppelingspedaal, kan de opgeslagen snelheid op de volgende manier worden opgeroepen: Dit kan op twee manie
❒ intrappen van het gaspedaal: in dit geval wordt het systeem slechts tijdelijk uitgeschakeld; als het pedaal wordt losgelaten, schakelt het systeem automatisch opnieuw in; ❒ als de voertuigsnelheid lager wordt dan de limiet (in dat geval blijft de laatst opgeslagen snelheid bewaard en kan worden opgeroepen door de knop RES in te drukken); Bij een storing van de cruise control of het motormanagementsysteem wordt het systeem uitgeschakeld totdat de elektronische sleutel uit het startsysteem wordt verwijderd
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 041-078 Alfa SPIDER NL:041-078 Alfa SPIDER NL 74 29-05-2009 12:06 Pagina 74 PLAFONDVERLICHTING PLAFONDLAMPJE VOOR Afb. 47 Druk op de volgende knoppen: A: om de instapverlichting bestuurderszijde in/uit te schakelen; B: om de verlichting in het midden in/uit te schakelen; C: om de instapverlichting passagierszijde in/uit te schakelen.
Wijze van in-/uitschakelen plafondverlichting Openen van een portier Inschakeling licht gedurende enkele minuten. De tijdregeling wordt opnieuw gestart als een willekeurig portier wordt geopend Sluiten van alle portieren Elektronische sleutel verwijderd uit startsysteem: de verlichting blijft nog gedurende 10 seconden branden.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 041-078 Alfa SPIDER NL:041-078 Alfa SPIDER NL 76 BEDIENINGSKNOPPEN BRANDSTOFNOODSCHAKEL AAR EN ELEKTRISCHE VOEDING De auto is voorzien van een beveiligingsschakelaar, die bij een botsing in werking treedt en de brandstoftoevoer onderbreekt, waardoor de motor afslaat.
29-05-2009 12:06 Pagina 77 Druk om de brandstofnoodschakelaar weer in te schakelen op de knop A-Afb. 49. OPGELET Controleer voordat de voedingsonderbreekschakelaar weer wordt ingeschakeld zorgvuldig of er geen brandstof lekt en of de elektrische systemen (bijvoorbeeld de koplampen) niet zijn beschadigd. Ga voor het opheffen van de werking van de voedingsonderbreekschakelaar als volgt te werk: ❒ druk op de knop A-Afb.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 041-078 Alfa SPIDER NL:041-078 Alfa SPIDER NL 78 29-05-2009 12:06 Pagina 78 INTERIEURUITRUSTING MIDDELSTE ARMSTEUN Deze bevindt zich tussen de voorstoelen. De armsteun is voorzien van een koel-/warmhoudvak (voor uitvoeringen/markten, waar voorzien) (zie de volgende paragraaf). Afb. 52 A0G0262m Opbergvak Druk op knop A-Afb.
Afb. 55 DASHBOARDKASTJE ASBAK EN AANSTEKER Open het kastje met behulp van de greep A-Afb. 54. Als het kastje wordt geopend, gaat er in het kastje een lampje branden. Als u vergeet het kastje te sluiten, gaat de verlichting na enkele minuten automatisch uit. Op de klep kan een pen of een potlood worden bevestigd. Asbak Rijd niet met een geopend dashboardkastje: bij een ongeval zou de passagier zich kunnen verwonden. A0G0140m Til het deksel op om toegang te verkrijgen A-Afb. 55.
29-05-2009 15:49 Pagina 80 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 079-116 Alfa SPIDER NL:079-116 Alfa SPIDER NL 80 Afb. 56 A0G0264m Afb. 58 A0G0248m Afb. 60 A0G0269m ZONNEKLEPPEN Afb. 60 De zonnekleppen zitten aan beide zijden naast de binnenspiegel. Ze kunnen voor de voorruit worden gedraaid. Afb. 57 A0G0268m OPBERGVAKKEN Deze bevinden zich op de tunnelconsole Afb. 56 en Afb.
Bij hoge snelheden, vormt er zich een onderdruk in het interieur die een „ruis” van de kap zou kunnen veroorzaken: in dat geval de luchttoevoer naar het interieur activeren/verhogen om de druk tot een passend niveau terug te brengen. Geen inrichtingen voor het vervoer van bagage aan de kap bevestigen. De kap niet bedienen wanneer de omgevingstemperatuur lager is dan 0 °C en het eventuele ijs dat zich gevormd heeft niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 079-116 Alfa SPIDER NL:079-116 Alfa SPIDER NL 82 Geen alcohol, benzine, chemische producten, wasmiddelen en poetsmiddelen gebruiken. Als u de kap gaat wassen, moet u het vuil op de oppervlakken eerst met een zachte borstel of stofzuiger verwijderen. Het eindresultaat wordt hierdoor aanzienlijk beter.
Waarschuwingen DE KAP WASSEN Vervolgens voorzichtig afspoelen met schoon water en de doek in de open lucht laten drogen. De kap mag niet worden afgedroogd met zeemleer of iets dergelijks. ❒ De kap alleen bij stilstaande auto bedienen, aangezien het niet is toegestaan de kap te openen/sluiten als de auto rijdt (op het display worden hoe dan ook een bericht + waarschuwingssymbool voor de bestuurder weergegeven).
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 079-116 Alfa SPIDER NL:079-116 Alfa SPIDER NL 84 29-05-2009 15:49 Pagina 84 ❒ Wanneer de kap wordt bediend door het indrukken van de knop C-Afb. 61, en in een willekeurige tussenstand wordt gelaten, ook met elektronische sleutel uit het startsysteem verwijderd, doen zich onderstaande condities voor: – na 12 minuten, door te drukken op de knop C-Afb.
Pagina 85 DASHBOARD EN BEDIENING Onderbreking openings/sluitingsmanoeuvre De voltooiing van de manoeuvre wordt aangegeven door een akoestisch signaal („beep”) en door de weergave van een bericht + symbool op het display. Afb.
29-05-2009 15:49 Pagina 86 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 079-116 Alfa SPIDER NL:079-116 Alfa SPIDER NL 86 Afb. 64 A0G0152m Afb. 66 A0G0288m Afb. 68 A0G0121m ❒ gebruik de speciale steeksleutel die zich in de bagageruimte bevindt en de bijgeleverde schroevendraaier (Afb.
29-05-2009 15:49 Pagina 87 Afb. 72 A0G0294m Afb. 73 A0G0295m Afb. 70 A0G0112m ❒ til de kap op en leg deze op de fronttraverse neer, waarbij u controleert of de haken van de sloten in verticale positie geopend zijn Afb. 69; ❒ verwijder de plastic dop A-Afb. 70 die zich in het midden van de profilering bevindt; ❒ klap de vleugelkleppen in door te draaien aan de hefboom A-Afb. 71 op de pin tot het dode punt; ❒ til langzaam de boog van de kap op Afb. 72 en laat vervolgens de kapafdekking zakken A-Afb.
29-05-2009 15:49 Pagina 88 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 079-116 Alfa SPIDER NL:079-116 Alfa SPIDER NL 88 Afb. 74 A0G0296m WAARSCHUWING Als al deze handelingen voltooid zijn, wend u zich dan hoe dan ook tot het Alfa Romeo Servicenetwerk voor de noodzakelijke werkzaamheden voor het herstel van de functionaliteit van de kap.
❒ Open de twee klepjes door aan de betreffende lippen te trekken A-Afb. 76 en schroef de twee bevestigingsknoppen van de doppen los. Verwijder de doppen en plaats de Wind stopper in de twee horizontale sleufvormige openingen B-Afb. 77 en in de twee zijdelingse sleufvormige openingen C aangebracht op de roll bars en controleer de juiste plaatsing. ❒ Draai de twee bijgeleverde knoppen vast en sluit de kapafdekking opnieuw door de knop C-Afb. 61 te activeren.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 079-116 Alfa SPIDER NL:079-116 Alfa SPIDER NL 90 PORTIEREN PORTIEREN CENTRAAL VER-/ ONTGRENDELEN Portiervergrendeling van buitenaf Druk met gesloten portieren op de knop Á op de elektronische sleutel of steek de metalen baard (in de sleutel) in het portierslot aan de bestuurderszijde en draai de sleutel.
Met het „Setup-menu” (of bij sommige uitvoeringen met het radio-/navigatiesysteem) van de auto kan het automatisch vergrendelen van de portieren bij een snelheid hoger dan 20 km/h worden geactiveerd (zie de paragraaf „Instelbaar multifunctioneel display” in dit hoofdstuk). DASHBOARD EN BEDIENING VEILIGHEID A0G0110m WAARSCHUWING Als de accu losgekoppeld is geweest of als er een zekering is doorgebrand, moet het ont-/vergrendelmechanisme van de portieren worden geïnitialiseerd.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 079-116 Alfa SPIDER NL:079-116 Alfa SPIDER NL 92 ELEKTRISCHE RUITBEDIENING WAARSCHUWING Vanaf het uitschakelen van de motor blijft de ruitbediening ongeveer 3 minuten actief en worden ze onmiddellijk gedeactiveerd bij de opening van één van de deuren.
2. sluit de ruit van het bestuurdersportier volledig door de knop nog ten minste 3 seconden te bedienen, nadat de bovenste uiterste stand is bereikt; Druk op de knoppen A of B om de gewenste ruit te openen/sluiten. Druk kort op een van de knoppen voor het "stapsgewijs" openen/sluiten van de ruit; als de knop langer wordt ingedrukt, wordt de "automatisch continue" werking ingeschakeld zowel tijdens het openen als het sluiten. De ruit stopt in de gewenste stand als u nogmaals op de knop A of B drukt.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 079-116 Alfa SPIDER NL:079-116 Alfa SPIDER NL 94 29-05-2009 15:50 Pagina 94 WAARSCHUWING Als de accu losgekoppeld is geweest of als er een zekering is doorgebrand, moet het ont-/vergrendelmechanisme van de achterklep worden geïnitialiseerd.
A0G0271m BAGAGERUIMTE IN NOODGEVALLEN VANUIT HET INTERIEUR OPENEN Als de accu is losgenomen, kan de bagageruimte worden geopend door aan de handgreep A-Afb. 82 in het opbergvak achter de stoel aan de linkerzijde. ❒ de volumetrische beveiliging; ❒ de kantelbeveiliging; ❒ de signaleringssensor voor geopende bagageruimte. Als de bagageruimte wordt gesloten, worden al deze functies weer ingeschakeld en gaan de richtingaanwijzers ongeveer 1 seconde branden.
DASHBOARD EN BEDIENING 079-116 Alfa SPIDER NL:079-116 Alfa SPIDER NL 29-05-2009 15:50 Pagina 96 OPGELET ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID Niet goed vastgezette bagage kan bij een ongeluk de passagiers ernstig verwonden. 96 Afb. 83 Afb. 84 A0G0131m A0G0284m BAGAGE VASTZETTEN In de bagageruimte bevinden zich 4 haken Afb.
Pagina 97 Als de motorkap niet goed is gesloten, wordt dit aangegeven door het verschijnen van het symbool S en door een bericht op het display (zie het hoofdstuk „Lampjes en berichten”). MOTORKAP OPENEN Ga als volgt te werk: Afb. 86 A0G0122m ❒ trek aan het hendeltje B-Afb.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 079-116 Alfa SPIDER NL:079-116 Alfa SPIDER NL 98 KOPLAMPEN KOPLAMPEN AFSTELLEN Goed afgestelde koplampen zijn belangrijk voor het comfort en de veiligheid van uzelf en de overige weggebruikers. Voor optimaal zicht en zichtbaarheid moeten de koplampen op de juiste wijze zijn afgesteld.
❒ positie 2 – lading: bestuurder + lading bagageruimte (290 kg voor de uitvoering 2.2 JTS, 275 kg voor de uitvoering 3.2 JTS); ❒ positie 3 – mag niet gebruikt worden. WAARSCHUWING Controleer altijd de stand van de koplampen als het gewicht van de vervoerde lading wijzigt. Afb. 89 A0G0050m MISTLAMPEN VOOR AFSTELLEN Wend u zich voor de controle en de eventuele instelling tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 079-116 Alfa SPIDER NL:079-116 Alfa SPIDER NL 100 ABS Het ABS-systeem dat in het remsysteem is geïntegreerd, voorkomt dat de wielen tijdens het remmen blokkeren, ongeacht de toestand van het wegdek en de druk op het pedaal, en verhindert daarmee dat een of meerdere wielen slippen. Hierdoor blijft de auto bestuurbaar, zelfs bij noodstops.
In dit geval kunnen bij krachtig remmen de achterwielen vroegtijdig blokkeren waardoor de auto kan slippen. Rijd uiterst voorzichtig verder naar het dichtstbijzijnde bedrijf in het Alfa Romeo Servicenetwerk om het systeem te laten controleren. Brake Assist wordt bij een auto met VDC uitgeschakeld als een storing wordt gesignaleerd (een storing wordt aangegeven door het branden van het lampje á op het instrumentenpaneel (in combinatie met de weergave van een bericht op het display).
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 079-116 Alfa SPIDER NL:079-116 Alfa SPIDER NL 102 VDC (Vehicle Dynamics Control) Dit systeem bewaakt de stabiliteit van de auto als de wielen hun grip verliezen, waardoor de auto beter op koers blijft. De werking van het VDC is uitermate nuttig als de grip op het wegdek wisselt.
OPGELET Voor een juiste werking van het VDC-systeem moeten de banden op alle wielen van hetzelfde merk en type zijn. Ze moeten in goede toestand en van het voorgeschreven type, merk en maat zijn.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 079-116 Alfa SPIDER NL:079-116 Alfa SPIDER NL 104 Storingsmeldingen Bij een storing van het systeem wordt er een bericht op het display weergegeven (zie het hoofdstuk „Lampjes en berichten”).
Tijdens de rit kan de ASR worden uitgeschakeld door kort op de ASR/VDC-knop op de middenconsole te drukken. Als het systeem wordt uitgeschakeld, gaat het lampje op de knop ASR/VDC branden en wordt het symbool V op het display weergegeven. Als de ASR tijdens de rit wordt uitgeschakeld, wordt het na de volgende keer starten opnieuw ingeschakeld. Schakel het ASR-systeem uit als u met sneeuwkettingen rijdt: onder deze omstandigheden levert het slippen van de aangedreven wielen juist meer trekkracht op.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 079-116 Alfa SPIDER NL:079-116 Alfa SPIDER NL 106 EOBD-SYSTEEM (voor uitvoeringen/markten, waar voorzien) Met het EOBD-systeem (European On Board Diagnosis) wordt er een doorlopende diagnose uitgevoerd op de onderdelen van de auto die van invloed zijn op de emissie.
Let op bij de montage van extra spoilers en niet standaard lichtmetalen velgen: ze kunnen de ventilatie van de remmen verminderen en daarmee hun doelmatigheid tijdens krachtig en veelvuldig remmen; bijvoorbeeld tijdens een lange afdaling. Controleer bovendien of de slag van de pedalen niet beperkt wordt (door matten enz.). Fiat Auto S.p.A.
De parkeersensoren verschaffen de bestuurder informatie over de afstand tot obstakels achter de auto. Dit parkeerhulpsysteem signaleert obstakels die zich buiten het gezichtsveld van de bestuurder bevinden.
A0G0270m SENSOREN Het systeem maakt voor het bepalen van de afstand tot obstakels gebruik van 4 sensoren in de voorbumper Afb. 91. Voor een juiste werking van het systeem mag er geen modder, vuil, sneeuw of ijs op de sensoren zitten. Wees voorzichtig bij het reinigen van de sensoren om krassen of beschadigingen te voorkomen; gebruik geen droge, grove of harde doek. De sensoren moeten met schoon water, eventueel met toevoeging van autoshampoo worden schoongemaakt.
TREKKEN VAN AANHANGERS De sensoren worden automatisch opnieuw ingeschakeld als u de aanhangerstekker loskoppelt. ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 079-116 Alfa SPIDER NL:079-116 Alfa SPIDER NL 110 De werking van de sensoren wordt automatisch uitgeschakeld als de stekker van de elektrische kabel van de aanhanger wordt aangesloten op de stekkerdoos van de trekhaak.
OPGELET Ook al heeft de auto een TPMS-systeem, de bestuurder moet nog altijd regelmatig de bandenspanning (ook van het reservewiel) controleren en de banden rouleren (voor uitvoeringen/markten, waar voorzien). Storingsmeldingen worden niet opgeslagen en worden dus niet aangegeven als de motor wordt uitgezet en vervolgens weer wordt gestart. Als de storingen blijven bestaan, stuurt de regeleenheid de betreffende meldingen pas naar het instrumentenpaneel als de auto een korte tijd rijdt.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 079-116 Alfa SPIDER NL:079-116 Alfa SPIDER NL 112 Voor het TPMS-systeem is speciale uitrusting nodig. Raadpleeg het Alfa Romeo Servicenetwerk voor de accessoires die geschikt zijn voor het systeem (wielen, wieldoppen, enz.). Het gebruik van andere accessoires kan de normale werking van het systeem verhinderen.
Optreden door Servicenetwerk – – JA Wend u zich tot het Alfa Romeo Servicenetwerk. Een wiel door het reservewiel vervangen NEE JA Het beschadigde wiel repareren Wielen vervangen door winterbanden NEE JA Wend u zich tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 079-116 Alfa SPIDER NL:079-116 Alfa SPIDER NL 114 29-05-2009 15:50 Pagina 114 TANKEN DIESELMOTOREN BENZINEMOTOREN Bij lage buitentemperaturen kan de vloeibaarheid van de dieselbrandstof verminderen door de vorming van paraffine, waardoor het brandstofsysteem niet meer goed werkt. Tank uitsluitend loodvrije benzine.
079-116 Alfa SPIDER NL:079-116 Alfa SPIDER NL 29-05-2009 15:50 Pagina 115 DASHBOARD EN BEDIENING DOP VAN DE BRANDSTOFTANK LUIKJE OPENEN IN NOODGEVALLEN B C A0G0313m Plaats de dop B en draai de dop rechtsom, totdat u een of meer klikken hoort. Sluit vervolgens het luikje A. Afb. 92 WAARSCHUWING Omdat de tank hermetisch wordt afgesloten, kan er een kleine overdruk worden waargenomen. Het is normaal dat u bij het losdraaien van de dop een sissend geluid hoort.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 079-116 Alfa SPIDER NL:079-116 Alfa SPIDER NL 116 BESCHERMING VAN HET MILIEU De emissiereductiesystemen voor benzinemotoren zijn: ❒ driewegkatalysator; ❒ lambdasondes; 29-05-2009 15:50 Pagina 116 OPGELET Onder normale bedrijfsomstandigheden bereiken de katalysator en het roetfilter (DPF) hoge temperaturen.
KINDEREN VEILIG VERVOEREN ............................ 122 FRONTAIRBAGS ................................................ 126 ZIJ-AIRBAGS (sidebag) ...................................... 130 VEILIGHEID GORDELSPANNERS ............................................ 119 STARTEN EN RIJDEN SBR-SYSTEEM ................................................. 118 LAMPJES EN BERICHTEN VEILIGHEIDSGORDELS .......................................
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 117-132 Alfa SPIDER NL:117-132 Alfa SPIDER NL 118 29-05-2009 12:10 Pagina 118 VEILIGHEIDSGORDELS SBR-SYSTEEM (Seat Belt Reminder) GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS Ga goed rechtop zitten, steun tegen de rugleuning en leg dan de gordel om. Trek de gordel uit en maak de gordel vast door de gesp A-Afb.
De gordelspanners werken alleen als de veiligheidsgordels goed in de sluitingen vergrendeld zijn. OPGELET De gordelspanner werkt slechts eenmaal. Als de gordelspanners hebben gewerkt, moet u zich tot het Alfa Romeo Servicenetwerk wenden om de spanners te laten vervangen. De geldigheid van het systeem staat vermeld op een plaatje dat zich op het bestuurdersportier bevindt: laat het systeem voor het verstrijken van deze termijn door het Alfa Romeo Servicenetwerk vervangen.
117-132 Alfa SPIDER NL:117-132 Alfa SPIDER NL 29-05-2009 12:10 Pagina 120 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING OPGELET 120 Afb. 2 A0G0104m ALGEMENE OPMERKINGEN OVER HET GEBRUIK VAN VEILIGHEIDSGORDELS De bestuurder is verplicht zich te houden aan de wettelijke voorschriften met betrekking tot het verplichte gebruik van de veiligheidsgordels (en de inzittenden erop attent te maken).
WAARSCHUWING Iedere gordel dient slechts ter bescherming van een enkele persoon: gebruik de gordel niet voor een kind dat bij een volwassene op schoot zit, waarbij de gordel beiden zou moeten beschermen Afb. 4. Plaats bovendien geen enkel voorwerp tussen de gordel en het lichaam van een inzittende.
KINDEREN VEILIG VERVOEREN Dit is een wettelijk voorschrift volgens richtlijn 2003/20/EU in alle lidstaten van de Europese Unie. Het hoofd van kleine kinderen is in verhouding met de rest van het lichaam groter en zwaarder dan dat van volwassenen, terwijl spieren en botstructuur nog niet volledig zijn ontwikkeld. Daarom moeten kleine kinderen door andere systemen beschermd worden dan door de veiligheidsgordels.
29-05-2009 12:11 Pagina 123 DASHBOARD EN BEDIENING 117-132 Alfa SPIDER NL:117-132 Alfa SPIDER NL Kinderen tot 13 kg moeten in babyzitjes worden vervoerd die achterstevoren Afb. 5 zijn geplaatst, waardoor het achterhoofd wordt gesteund en bij plotseling remmen de nek niet wordt belast. Kinderen met een gewicht tussen 9 en 18 kg moeten in de rijrichting worden vervoerd in een zitje met een kussen Afb. 6; hierbij houdt de veiligheidsgordel van de auto het kinderzitje en het kind op zijn plaats.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 117-132 Alfa SPIDER NL:117-132 Alfa SPIDER NL 124 29-05-2009 12:11 Pagina 124 OPGELET Er bestaan kinderzitjes die geschikt zijn voor de gewichtsgroepen 0 en 1 die uitgerust zijn met een bevestigingspunt achter. Deze kinderzitjes hebben zelf gordels om het kind te beschermen.
GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE KINDERZITJES Gewicht Passagierszitplaats voor Zitplaats met 4 verstelmogelijkheden Zitplaats met 8 verstelmogelijkheden Groep 0, 0+ tot 13 kg L L Groep 1 9-18 kg L L Groep 2 15-25 kg L L Groep 3 22-36 kg L L Legenda: L = geschikt voor kinderzitjes die speciaal ontworpen zijn voor de vermelde groep. Deze kinderzitjes zijn opgenomen in het Alfa Romea-Lineaccessori-programma.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 117-132 Alfa SPIDER NL:117-132 Alfa SPIDER NL 126 29-05-2009 12:11 Pagina 126 Hierna zijn de richtlijnen voor een veilig vervoer van kinderen aangegeven: ❒ controleer altijd of de gordel niet langs de nek van het kind loopt; FRONTAIRBAGS ❒ als de frontairbag aan passagierszijde buiten werking wordt gesteld, moet er altijd worden gecontroleerd of de a
117-132 Alfa SPIDER NL:117-132 Alfa SPIDER NL 29-05-2009 12:11 Pagina 127 FRONTAIRBAG PASSAGIERSZIJDE Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen met een groter volume dan dat aan bestuurderszijde. Het kussen is in een daarvoor bestemde ruimte in het dashboard Afb. 10 geplaatst. STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen dat in een daarvoor bestemde ruimte in het midden van het stuur is geplaatst Afb. 9.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 117-132 Alfa SPIDER NL:117-132 Alfa SPIDER NL 128 OPGELET Monteer absoluut geen kinderzitje achterstevoren op de passagiersstoel voor als de frontairbag aan passagierszijde is ingeschakeld. Als bij een ongeval de airbag in werking treedt (opblaast), kan dit ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben.
Als het absoluut noodzakelijk is een kind op de passagiersstoel vóór te vervoeren, moeten de frontairbag en de knie-airbag (voor uitvoeringen/markten, waar voorzien) aan passagierszijde en de zijairbags worden uitgeschakeld. DASHBOARD EN BEDIENING VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN WAARSCHUWING Bedien de schakelaar alleen als de motor is uitgezet en de contactsleutel is uitgenomen.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 117-132 Alfa SPIDER NL:117-132 Alfa SPIDER NL 130 29-05-2009 12:11 Pagina 130 ZIJ-AIRBAGS (sidebag) ZIJ-AIRBAGS VOOR BESCHERMING BORSTBEKKEN (SIDEBAGS) De auto is uitgerust met zij-airbags voor (sidebags voor) aan bestuurders- en aan passagierszijde voor bescherming van borst-bekken.
OPGELET Steek nooit het hoofd, de armen of de ellebogen uit het raam. OPGELET Als u de sleutel in het startsysteem wordt geplaatst en het lampje ¬ gaat niet branden of blijft branden tijdens het rijden (in combinatie met een op het display weergegeven bericht), is er mogelijk een storing in de veiligheidssystemen; in dat geval kunnen de airbags of gordelspanners niet bij een ongeval worden geactiveerd of, in een zeer beperkt aantal gevallen, niet op de juiste manier worden geactiveerd.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 117-132 Alfa SPIDER NL:117-132 Alfa SPIDER NL 132 OPGELET Laat bij diefstal of een poging tot diefstal, bij beschadiging of als de auto bij een overstroming onder water is geweest, het airbagsysteem door het Alfa Romeo Servicenetwerk controleren.
S TA R T E N E N R I J D E N MOTOR STARTEN .............................................. 134 PARKEREN ....................................................... 139 GEBRUIK VAN DE VERSNELLINGSBAK ................... 140 DASHBOARD EN BEDIENING Pagina 133 VEILIGHEID 12:11 AUTO LANGERE TIJD STALLEN .............................. 146 LAMPJES EN BERICHTEN SNEEUWKETTINGEN .......................................... 145 NOODGEVALLEN WINTERBANDEN ...............................................
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 133-146 Alfa SPIDER NL:133-148 Alfa SPIDER NL 134 MOTOR STARTEN De auto is uitgerust met een elektronische startblokkering: zie bij startproblemen de paragraaf „Alfa Romeo CODE-systeem” in het hoofdstuk „Dashboard en bediening”. WAARSCHUWING Als het startsysteem onjuist wordt behandeld, kan dit het ongewenst blokkeren van het stuur tot gevolg hebben.
Ga als volgt te werk: Als de motor is uitgeschakeld en de elektronische sleutel is in het startsysteem geplaatst, dan kan de motor automatisch worden gestart door kort op de START/STOP-knop te drukken en het koppelingspedaal ingetrapt te houden. WAARSCHUWING De motor kan worden gestart als het rempedaal in plaats van het koppelingspedaal wordt ingetrapt. In dat geval wordt de motor niet automatisch gestart. Druk in dat geval de START/STOP-knop in en laat deze los zodra de motor is gestart.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 133-146 Alfa SPIDER NL:133-148 Alfa SPIDER NL 136 WAARSCHUWINGEN Als u tijdens het starten de motor uit moet schakelen, is het voldoende om voor het opnieuw starten van de motor het koppelings- of rempedaal in te trappen en vervolgens op de START/STOP-knop te drukken.
OPGELET In noodgevallen of om veiligheidredenen kan de motor bij een rijdende auto worden uitgeschakeld door een aantal malen (drie keer binnen 2 seconden) de START/STOP-knop in te drukken en vervolgens de knop enige seconden ingedrukt te houden. In dat geval kunt u geen gebruik meer maken van de stuurbekrachtiging. WAARSCHUWING Als de motor wordt uitgeschakeld en de auto rijdt, kan om veiligheidsredenen, de elektronische sleutel niet uit het startsysteem worden verwijderd.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 133-146 Alfa SPIDER NL:133-148 Alfa SPIDER NL 138 29-05-2009 12:11 Pagina 138 WAARSCHUWING Plaats in opening A-Afb. 1 geen andere voorwerpen dan de metalen baard B van de elektronische sleutel.
❒ schakel een versnelling in (de 1e als de weg omhoog loopt, de achteruit als de weg omlaag loopt) en zet de voorwielen iets uitgestuurd. Als de auto op een steile helling staat, blokkeer de wielen dan met stenen of wiggen. Laat de sleutel nooit in het startsysteem zitten als de motor is uitgezet, om te voorkomen dat de accu ontlaadt. OPGELET Laat kinderen nooit alleen achter in de auto. Verwijder de elektronische sleutel altijd uit de zitting op het dashboard als u de auto verlaat en neem de sleutel mee.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 133-146 Alfa SPIDER NL:133-148 Alfa SPIDER NL 140 29-05-2009 12:11 Pagina 140 GEBRUIK VAN DE VERSNELLINGSBAK OPGELET De auto is voorzien van een handgeschakelde versnellingsbak met 6 versnellingen. De stand van de afzonderlijke versnellingen is op de knop van de versnellingshendel afgebeeld.
Zorg voor een goed onderhoud van de auto door de controles en afstellingen die in het „Onderhoudsschema” staan vermeld, te laten uitvoeren. Banden Controleer regelmatig, ten minste een keer per maand, de spanning van de banden: als de spanning te laag is, wordt de weerstand groter en neemt het verbruik toe. Imperiaal/skidrager Aerodynamische accessoires Verwijder de imperiaal of skidrager als u deze niet meer gebruikt. Ze verminderen de aerodynamica van de auto, waardoor het brandstofverbruik toeneemt.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 133-146 Alfa SPIDER NL:133-148 Alfa SPIDER NL 142 RIJSTIJL Starten Laat de motor als de auto stilstaat, niet warmdraaien met stationair toerental en ook niet met een hoog toerental: onder deze omstandigheden warmt de motor veel langzamer op, terwijl het verbruik en de schadelijke uitlaatgasemissie toenemen.
Let er op dat het maximum klimvermogen van de auto door het gewicht van een aanhanger wordt beperkt. Ook de remweg wordt langer en u heeft langer de tijd nodig om in te halen. Houd u zich aan de snelheidsbeperkingen die voor auto’s met aanhanger gelden. U mag in geen geval harder rijden dan 100 km/h. OPGELET Wijzig beslist op geen enkele wijze het remsysteem van de auto. Het remsysteem van de aanhanger moet geheel onafhankelijk van het hydraulisch remsysteem van de auto worden bediend.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 133-146 Alfa SPIDER NL:133-148 Alfa SPIDER NL 144 WINTERBANDEN Gebruik winterbanden die dezelfde maat hebben als de standaard geleverde banden. Het Alfa Romeo Servicenetwerk kan u adviseren welke band het meest geschikt is voor het doel waarvoor u deze wilt gebruiken.
Gebruik van dunne sneeuwkettingen: gebruik voor bandenmaat 215/55 R16''uitsluitend dunne sneeuwkettingen die maximaal 12 mm boven het profiel van de banden uitsteken. Het gebruik van sneeuwkettingen kan ook verplicht zijn voor voorwielaangedreven auto’s. Bij de uitvoering 3.2 JTS moeten de kettingen gemonteerd worden op de VOORAS van de auto. Bij bandenmaat 225/50 R17'' kan uitsluitend gebruik worden gemaakt van „spike spider”-sneeuwkettingen.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 133-146 Alfa SPIDER NL:133-148 Alfa SPIDER NL 146 AUTO LANGERE TIJD STALLEN Tref de volgende maatregelen als de auto enkele maanden niet wordt gebruikt: 29-05-2009 12:11 Pagina 146 ❒ maak de gespoten plaatdelen schoon en behandel ze met een beschermende was; ❒ reinig en conserveer de glimmende metalen delen met daarvoor geschikte middelen; ❒ zet de au
153 154 154 154 154 154 155 156 156 157 157 158 158 158 159 159 159 160 160 160 160 160 160 161 161 161 161 161 161 161 162 162 162 162 163 163 163 163 164 164 VEILIGHEID VDC-SYSTEEM ............................................................... STORING HILL HOLDER ................................................... ASR (ANTIDOORSLIPREGELING)........................................ DEFECTE BUITENVERLICHTING ......................................... STORING REMLICHTEN.....................................
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 147-164 Alfa SPIDER NL:147-164 Alfa SPIDER NL 148 LAMPJES EN BERICHTEN ALGEMENE OPMERKINGEN De storingsberichten die op het display verschijnen, zijn onderverdeeld in twee categorieën: zeer ernstige storingen en ernstige storingen.
Als het lampje tijdens het rijden gaat branden, controleer dan of de handrem niet is aangetrokken. Als het lampje blijft branden als de handrem niet is aangetrokken, breng dan de auto onmiddellijk tot stilstand en wend u tot het Alfa Romeo Servicenetwerk. WAARSCHUWING De auto is uitgerust met een slijtagesensor voor de voorste remblokken; als deze moeten worden vervangen, moeten ook de remblokken achter worden gecontroleerd.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 147-164 Alfa SPIDER NL:147-164 Alfa SPIDER NL 150 < VEILIGHEIDSGORDELS NIET OMGELEGD (rood) Bij stilstaande auto gaat het lampje continu branden als: ❒ de bestuurdersgordel niet juist is omgelegd; ❒ de passagiersgordel niet juist is omgelegd en er zich een gewicht op de passagiersstoel bevindt; ❒ de bestuurders- of de passagiersgordel worden afgedaan.
Als u de sleutel in het startsysteem plaatst en het lampje ¬ gaat niet branden of blijft branden tijdens het rijden (in combinatie met een bericht op het display), is er mogelijk een storing in het airbag- of gordelspannersysteem; in dat geval kunnen de airbags of gordelspanners bij een ongeval niet worden geactiveerd of, in een zeer beperkt aantal gevallen, niet op de juiste wijze worden geactiveerd.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 147-164 Alfa SPIDER NL:147-164 Alfa SPIDER NL 152 OPGELET Een defect lampje F wordt aangegeven door het branden van het lampje ¬. Daarnaast kunnen de airbags aan passagierszijde (frontairbag en zij-airbag) automatisch worden uitgeschakeld.
Als het lampje ` tijdens het rijden gaat knipperen, moet u zich tot het Alfa Romeo Servicenetwerk wenden. Oliekwaliteit onvoldoende (dieseluitvoeringen) Op het display worden een bericht + symbool weergegeven, als het systeem motorolie van onvoldoende kwaliteit constateert. Na de eerste constatering zal iedere keer bij het starten van de motor het bericht + symbool ca. 1 minuut lang op het display worden weergegeven en daarna iedere 2 uur, totdat de olie is ververst.
´ LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN ONDERHOUD EN ZORG TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 154 NIET GOED GESLOTEN PORTIEREN (rood) De weergave van het symbool ´ + bericht op het display signaleren dat een van de portieren niet goed gesloten is.
Het lampje dooft als de storing verdwijnt; de storing wordt door het systeem in het geheugen opgeslagen. Als bij het plaatsen van de sleutel in het startsysteem, het lampje U niet gaat branden of als tijdens de rit het lampje continu of knipperend gaat branden, wend u zich dan zo snel mogelijk tot het Alfa Romeo Servicenetwerk. De werking van het lampje U kan met speciale apparatuur door de verkeerspolitie gecontroleerd worden. Houd u aan de wetgeving van het land waarin u rijdt.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 147-164 Alfa SPIDER NL:147-164 Alfa SPIDER NL 156 Y STORING ALARM (geel) (voor uitvoeringen/markten, waar voorzien) INBRAAKPOGING (geel) ELEKTRONISCHE SLEUTEL NIET HERKEND (geel) Storing alarm De weergave van een bericht + symbool op het display signaleren een storing in het diefstalalarm. Wend u zich zo snel mogelijk tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
WAARSCHUWING Bij een matige of hoge omgevingstemperatuur kan het lampje zeer kort branden. c WATER IN HET BRANDSTOFFILTER (dieseluitvoeringen – geel) Het lampje gaat tijdens het rijden continu branden (in combinatie met een bericht op het display) als er water in het brandstoffilter aanwezig is. DASHBOARD EN BEDIENING VEILIGHEID Door water in het brandstofcircuit kan het inspuitsysteem ernstig worden beschadigd en de motor onregelmatig gaan draaien.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 147-164 Alfa SPIDER NL:147-164 Alfa SPIDER NL 158 s BRANDSTOFNOODS CHAKELAAR GEACTIVEERD Wanneer de brandstofnoodschakelaar is ingeschakeld, verschijnen er een bericht + een symbool op het display.
ASR uitschakelen Als het VDC handmatig wordt uitgeschakeld (door gedurende 2 seconden op de ASR/VDCknop te drukken) (zie de paragraaf „VDC” in het hoofdstuk „Dashboard en bediening), wordt er op het display een bericht weergegeven. Als het ASR handmatig wordt uitgeschakeld (door op de ASR / VDC-knop te drukken (zie de paragraaf „ASR” in het hoofdstuk „Dashboard en bediening”) gaat de led op de ASR/VDC-knop branden en wordt er op het display het symbool V weergegeven.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 147-164 Alfa SPIDER NL:147-164 Alfa SPIDER NL 160 W DEFECTE BUITENVERLICHTING (geel) 29-05-2009 T 12:13 Pagina 160 STORING REMLICHTEN (geel) Op het display worden een bericht + symbool weergegeven, wanneer een storing van de verlichting is geconstateerd: Op het display worden een bericht + symbool weergegeven als een storing van de remlichten wordt
Het lampje gaat branden als de richtingaanwijzerhendel omlaag wordt gezet of, tegelijk met het richtingaanwijzercontrolelampje rechts, als de drukknop voor de waarschuwingsknipperlichten wordt ingedrukt. E RICHTINGAANWIJZER RECHTS (groen) Het lampje gaat branden als de richtingaanwijzerhendel omhoog wordt gezet of, tegelijk met het richtingaanwijzercontrolelampje links, als de drukknop voor de waarschuwingsknipperlichten wordt ingedrukt.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 147-164 Alfa SPIDER NL:147-164 Alfa SPIDER NL 162 Ü CRUISE CONTROL (groen) (voor uitvoeringen/markten, waar voorzien) 29-05-2009 5 12:13 Pagina 162 STORING ANTIBEKLEMMINGSFUNC TIE RUITEN (geel) Het lampje (in combinatie met de weergave van een bericht op het display) gaat branden als de draaiknop van de cruise control in de stand Ü wordt gedraaid.
Als er een of meer wielen zonder sensor gemonteerd zijn, verschijnt er een waarschuwingsbericht op het display, totdat de oorspronkelijke situatie weer is hersteld. Als er twee of meer banden te zacht zijn, dan wordt achtereenvolgens iedere band apart aangegeven. In dit geval raden wij u aan om zo snel mogelijk de juiste bandenspanning te herstellen (zie de paragraaf „Bandenspanning in koude toestand” in het hoofdstuk „Technische gegevens”).
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 147-164 Alfa SPIDER NL:147-164 Alfa SPIDER NL 164 n TE LAGE BANDENSPANNING (voor uitvoeringen/markten, waar voorzien) Bij enkele uitvoeringen wordt op het display een bericht + een rood symbool weergegeven, om aan te geven dat de spanning van één of meer banden lager is dan de aanbevolen waarde.
STARTEN MET EEN HULPACCU ......................................... 166 WIEL VERWISSELEN ...................................................... 167 BANDENREPARATIESET FIX&GO automatic ........................................................ 172 LAMP VERVANGEN ........................................................ 178 LAMP BUITENVERLICHTING VERVANGEN ............................ 181 LAMP INTERIEURVERLICHTING VERVANGEN ........................ 187 ZEKERINGEN VERVANGEN ........................................
VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 165-202 Alfa SPIDER NL:165-202 Alfa SPIDER NL 29-05-2009 STARTEN EN RIJDEN ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN BERICHTEN TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER Pagina 166 STARTEN MET EEN HULPACCU Gebruik voor een noodstart beslist nooit een accusnellader: hierdoor kunnen de elektrische systemen en de regeleenheden voor het motormanagementsysteem worden beschadigd.
Houd er rekening mee dat de rem- en de stuurbekrachtiging niet werken zolang de motor niet is aangeslagen, waardoor er meer kracht nodig is voor de bediening van het rempedaal en het stuur. Als reserve kan de auto in plaats van de „Kit Fix&Go Automatic” voorzien zijn (op aanvraag) van het noodreservewiel: voor de eventuele verwisseling ervan en het juiste gebruik van de krik, moeten de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 165-202 Alfa SPIDER NL:165-202 Alfa SPIDER NL 168 OPGELET Het noodreservewiel (voor uitvoeringen/markten, waar voorzien) is specifiek voor de auto; monteer het niet op andere auto’s en monteer geen reservewielen van andere auto’s. Het noodreservewiel mag alleen in noodgevallen worden gebruikt.
29-05-2009 12:16 Pagina 169 DASHBOARD EN BEDIENING 165-202 Alfa SPIDER NL:165-202 Alfa SPIDER NL ❒ de krik geen afstelwerkzaamheden vereist; ❒ zet de auto stil op een plaats waar het verkeer niet in gevaar wordt gebracht en in alle veiligheid het wiel kan worden verwisseld.
29-05-2009 12:16 Pagina 170 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 165-202 Alfa SPIDER NL:165-202 Alfa SPIDER NL 170 Afb. 4 A0G0019m Afb. 5 A0G0206m Afb. 6 A0G0272m ❒ voor uitvoeringen met noodreservewiel de blokkeerschroef losdraaien A-Afb.
Afb. 8 A0G0210m ❒ monteer het reservewiel, waarbij de gaten op de velg moeten samenvallen met die aanwezig op de wielnaaf; ❒ draai met de bijgeleverde sleutel de vijf wielbouten handvast aan; ❒ laat de auto zakken en verwijder de krik; ❒ draai m. b. v. de bijgeleverde sleutel vervolgens de bouten kruislings in de aangegeven volgorde geheel vast, zoals is afgebeeld in Afb. 8. Afb. 9 A0G0211m NORMAAL WIEL MONTEREN Volg de hiervoor beschreven procedure, krik de auto op en demonteer het noodreservewiel.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 165-202 Alfa SPIDER NL:165-202 Alfa SPIDER NL 172 29-05-2009 12:16 Pagina 172 BANDENREPARATIES ET FIX&GO automatic De auto is uitgerust met de snelle bandenreparatieset „Fix & Go”, als vervanging van het gebruikelijke gereedschap en het noodreservewiel. De kit bevindt zich aan de linkerzijde van de bagageruimte Afb. 10.
OPGELET Als u een lekke band krijgt, kan de band gerepareerd worden als de diameter van het lek niet groter is dan 4 mm. Het is niet mogelijk lekken aan de zijkanten van de band te repareren. Gebruik de reparatieset niet als de band beschadigd is geraakt door het rijden met een lege band. OPGELET Bij schade aan de velg (zodanige vervorming van het kanaal dat er lucht wegloopt) kan de band niet gerepareerd worden. Verwijder de eventueel in de band binnengedrongen voorwerpen (schroeven of spijkers) niet.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 165-202 Alfa SPIDER NL:165-202 Alfa SPIDER NL 174 OPGELET De spuitbus bevat ethyleenglycol. Bevat latex: kan een allergische reactie veroorzaken. Schadelijk bij inslikken. Irriterend voor de ogen. Kan overgevoeligheid veroorzaken bij inademing en contact. Vermijd contact met ogen, huid en kleding. Spoel bij contact onmiddellijk overvloedig met water.
29-05-2009 12:16 Pagina 175 A0G0213m ❒ controleer of de schakelaar A-Afb. 16 van de compressor in stand 0 (uitgeschakeld) staat, start de motor, steek de stekker A-Afb. 17 in het contact of de aansteker op de tunnel en schakel de compressor in door de schakelaar A-fig 16 in stand I (ingeschakeld) te zetten. Afb. 15 A0G0214m ❒ Draai de ventieldop los, neem de vulbuis A-Afb. 14 uit en draai de ring BAfb.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 165-202 Alfa SPIDER NL:165-202 Alfa SPIDER NL 176 ❒ als de band op de juiste spanning is gebracht (zie de paragraaf „Banden” in het hoofdstuk „Technische gegevens”), vertrek dan onmiddellijk; OPGELET Plaats de sticker op een voor de bestuurder goed zichtbare plaats om aan te geven dat de band behandeld is met de snelle bandenreparatieset.
29-05-2009 12:16 Pagina 177 De compressor kan ook worden gebruikt voor het herstellen van de bandenspanning. Maak de snelkoppeling A-Afb. 18 los en verbind de koppeling direct met het ventiel van de band Afb. 19; op deze manier wordt de spuitbus niet met de compressor verbonden en wordt de afdichtvloeistof niet in de band gespoten. A0G0216m PROCEDURE VOOR HET VERVANGEN VAN DE SPUITBUS Ga als volgt te werk voor het vervangen van de spuitbus: ❒ maak de koppeling A-Afb.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 165-202 Alfa SPIDER NL:165-202 Alfa SPIDER NL 178 LAMP VERVANGEN ALGEMENE AANWIJZINGEN ❒ Als een lamp niet brandt, controleer dan eerst of de zekering niet doorgebrand is, voordat u de lamp vervangt: zie voor de plaats van de zekeringen de paragraaf „Zekeringen vervangen” in dit hoofdstuk; ❒ controleer voordat u een lamp vervangt of de contacten niet zijn g
29-05-2009 12:16 Pagina 179 Lampen met bajonetfitting: verwijder de lamp uit de houder door hem iets in te drukken en linksom te draaien. D-E Halogeenlampen: verwijder de lamp door de borgveer los te haken uit de zitting. C Buislampen: verwijder de lamp door hem uit de veercontacten los te maken. F Op de auto zijn verschillende typen lampen gemonteerd: A Glasfittinglampen: geklemd gemonteerd. Verwijder de lamp door de lamp uit de houder te trekken. Bixenon gasontladingslampen.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 165-202 Alfa SPIDER NL:165-202 Alfa SPIDER NL 180 29-05-2009 LAMPEN 12:16 Pagina 180 AFBEELDING 21 TYPE VERMOGEN Grootlicht D H7 55 W Dimlicht D H7 55 W Grootlicht/dimlicht (uitvoeringen met bixenon-koplampen) (voor uitvoeringen/markten, waar voorzien) F D1S 55 W Extra grootlicht (voor uitvoeringen/markten, waar voorzien) D H1 55 W St
165-202 Alfa SPIDER NL:165-202 Alfa SPIDER NL 29-05-2009 12:16 Pagina 181 Voor het verwijderen van de lampen moet het deksel worden verwijderd door dit linksom te draaien. De lampen zijn op de volgende wijze in de lichtunit Afb. 22 geplaatst: A Grootlicht OPGELET Monteer de doppen nadat de lampen zijn vervangen en controleer of de doppen goed vastzitten (geborgd).
29-05-2009 12:16 Pagina 182 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 165-202 Alfa SPIDER NL:165-202 Alfa SPIDER NL 182 Afb. 24 A0G0193m Afb. 25 A0G0194m Afb.
29-05-2009 12:16 Pagina 183 ❒ verwijder de lamp D en vervang deze; OPGELET Door de hoge voedingsspanning mogen defecte gasontladingslampen (Bixenon) uitsluitend door gespecialiseerd personeel worden vervangen: levensgevaar! Wend u zich tot het Alfa Romeo Servicenetwerk. Richtingaanwijzers op flanken Om de lamp te vervangen, als volgt te werk gaan: ❒ druk om de lamp te verwijderen het lampenglas naar de achterzijde van de auto, zodat de bevestigingsveer wordt samengedrukt A-Afb. 27.
29-05-2009 12:16 Pagina 184 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 165-202 Alfa SPIDER NL:165-202 Alfa SPIDER NL 184 Afb. 29 A0G0196m Afb. 30 A0G0273m MISTLAMPEN Afb. 29 ACHTERLICHTUNITS WAARSCHUWING Wend u zich voor het vervangen van de lamp van de mistlampen en voor het afstellen van de lichtunits tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
29-05-2009 12:16 Pagina 185 Het achteruitrijlicht en het mistachterlicht bevinden zich in de achterste lichtunit; ze bevinden zich respectievelijk één links en de andere rechts van de auto al naargelang de rijrichting. Om de lamp te vervangen, als volgt te werk gaan: ❒ de bagageruimte en het deksel openen zoals eerder aangegeven (zie Afb. 30); ❒ draai de lamphouder A-Afb.
29-05-2009 12:16 Pagina 186 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 165-202 Alfa SPIDER NL:165-202 Alfa SPIDER NL 186 Afb. 35 A0G0167m Afb. 36 A0G0168m A0G0274m ❒ verwijder de lamphouder C-Afb. 37 door deze iets te verdraaien en vervang de geklemd gemonteerde lamp D.
Pagina 187 ❒ ga over tot de vervanging van de lichtunit door de veren los te maken en te werken via de speciale openingen aanwezig op de plaat. Monteer vervolgens het paneel B opnieuw. Zie voor het type lamp en het bijbehorende vermogen de paragraaf „Lamp vervangen”. PLAFONDLAMPJE VOOR Wend u zich voor het vervangen van de lamp tot het Alfa Romeo Servicenetwerk. VEILIGHEID Afb.
29-05-2009 12:16 Pagina 188 DASHBOARD EN BEDIENING 165-202 Alfa SPIDER NL:165-202 Alfa SPIDER NL ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID A 188 Afb. 41 A0G0173m Afb. 42 A0G0276m ❒ sluit de bescherming B-Afb. 41 op het plafondlampje A-Afb.
29-05-2009 12:16 Pagina 189 Om de lamp te vervangen, als volgt te werk gaan: ❒ open het portier en maak het lampenglas A-Afb. 44 op het door de pijl aangegeven punt los; ❒ til de bescherming B-Afb. 45 op en vervang de geklemd gemonteerde lamp; A0G0235m ❒ sluit de bescherming B-Afb. 45 op het plafondlampje A-Afb. 44; ONDERHOUD NOODGEVALLEN LAMPJES EN ZORG EN BERICHTEN DORPELVERLICHTING Afb. 45 TECHNISCHE GEGEVENS A0G0075m ALFABETISCH REGISTER Afb.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 165-202 Alfa SPIDER NL:165-202 Alfa SPIDER NL 190 29-05-2009 12:16 Pagina 190 ZEKERINGEN VERVANGEN OPGELET ALGEMENE INFORMATIE Het elektrische systeem wordt door zekeringen beveiligd: de zekering brandt door bij een storing of bij oneigenlijk gebruik van het systeem.
29-05-2009 12:16 Pagina 191 De zekeringen bevinden zich in vier zekeringenkasten, onder het dashboard, op de pluspool van de accu, naast de accu en in de bagageruimte (links). Dashboardzekeringen- en relaiskast Draai de bout A-Afb. 47 en verwijder de bescherming B om de zekeringen te bereiken. Afb. 48 A0G0124m ONDERHOUD NOODGEVALLEN LAMPJES EN ZORG EN BERICHTEN TOEGANG TOT DE ZEKERINGEN TECHNISCHE GEGEVENS A0G0157m ALFABETISCH REGISTER Afb.
29-05-2009 12:16 Pagina 192 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 165-202 Alfa SPIDER NL:165-202 Alfa SPIDER NL 192 Afb. 49 A0G0126m Zekeringenkast op de pluspool van de accu Maak de borgveren A-Afb. 49 los en verwijder het beschermdeksel B om de zekeringen te bereiken. Afb.
29-05-2009 12:16 Pagina 193 Draai de twee bouten A-Afb. 51 los en verwijder het beschermdeksel B om de zekeringen te bereiken. Afb. 52 A0G0123m ONDERHOUD NOODGEVALLEN LAMPJES EN ZORG EN BERICHTEN Zekeringenkast naast de accu TECHNISCHE GEGEVENS A0G0128m ALFABETISCH REGISTER Afb.
29-05-2009 12:16 Pagina 194 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 165-202 Alfa SPIDER NL:165-202 Alfa SPIDER NL 194 Afb. 53 A0G0277m Zekeringenkast in bagageruimte (links) Om de zekeringen te bereiken, is het nodig het mechanisme A-Afb. 53 los te schroeven en de bescherming B te openen. Afb.
ZEKERING AMPÈRE FIGUUR Grootlicht rechts F14 10 52 Grootlicht links F15 10 52 Dimlicht rechts F12 15 48 Dimlicht links F13 15 48 Mistlampen voor F30 15 52 Achteruitrijlichten F35 7,5 48 Derde remlicht F37 10 48 Plafondverlichting voor F39 10 48 Plafondverlichting voor F49 7,5 48 Richtingaanwijzers F53 10 48 Waarschuwingsknipperlichten F53 10 48 ZEKERING AMPÈRE FIGUUR Zekeringenkast in motorruimte F70 (MEGA-FUSE) 150 50 Zekeringenkast op dashboard F71 7
AMPÈRE FIGUUR Aanjager F02 (MAXI-FUSE) 40 52 Elektrisch stuurslot F03 (MAXI-FUSE) 20 52 Knooppunt remsysteem (pomp) F04 (MAXI-FUSE) 40 52 Knooppunt remsysteem (elektromagnetische klep) F05 (MAXI-FUSE) 40 52 Elektroventilateur (lage snelheid) F06 (MAXI-FUSE) 40 52 Elektroventilateur (hoge snelheid) F07 (MAXI-FUSE) 50 52 Koplampsproeiers F09 20 52 Claxons F10 15 52 Verschillende secundaire verbruikers elektronische inspuiting F11 15 52 + INT voor elektronisch inspuitsyste
FIGUUR Waterdetectiesensor brandstoffilter/luchtkwantummeter F35 7,5 48 Remlichtschakelaar/paneel op tunnelconsole F35 7,5 48 Cruise control F35 7,5 48 AQS-sensor F35 7,5 48 Beschikbaar F36 – 48 Regeleenheid instrumentenpaneel F37 10 48 Regeleenheid koplampen/Voeding regeleenheid gasontladingslampen (Bixenon) (voor uitvoeringen/markten, waar voorzien) F37 10 48 Reductiemotor ver-/ontgrendeling bagageruimte F38 15 48 Diagnosestekker EOBD-systeem F39 10 48 Regeleenheid ban
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 165-202 Alfa SPIDER NL:165-202 Alfa SPIDER NL 198 VERBRUIKERS 29-05-2009 12:16 Pagina 198 ZEKERING AMPÈRE FIGUUR Aansteker op middenconsole F44 10 48 Radionavigatiesysteem F49 7,5 48 Regeleenheid regensensor F49 7,5 48 Knooppunt stuur F49 7,5 48 Dashboard bedieningsknoppen F49 7,5 48 Knooppunt parkeersensoren F49 7,5 48 Verlic
FIGUUR + 30 Audioversterker HI-FI F54 30 54 Verstelling stoel links F56 25 54 Verwarming stoel links F57 7,5 54 Verstelling stoel rechts F60 25 54 Beschikbaar F61 --- 54 Verwarming stoel rechts F67 7,5 54 Beschikbaar F58 --- 54 Beschikbaar F59 --- 54 Hydraulische pomp kap F62 30 54 Regeleenheid en elektromechanische kleppen kap F63 20 54 Beschikbaar F64 --- 54 Beschikbaar F66 --- 54 Beschikbaar F68 --- 54 Beschikbaar F69 --- 54 Beschikbaar F77 ---
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 165-202 Alfa SPIDER NL:165-202 Alfa SPIDER NL 200 ACCU OPLADEN WAARSCHUWING De beschrijving voor het opladen van de accu dient slechts ter informatie. Wend u zich tot het Alfa Romeo Servicenetwerk om deze werkzaamheden uit te laten voeren. We raden u aan de accu langzaam en met een lage stroomsterkte (ampèrage) gedurende ca. 24 uur op te laden.
Pagina 201 DASHBOARD EN BEDIENING SLEPEN VAN DE AUTO MET DE BOORDKRIK Zie de paragraaf „Wiel verwisselen” in dit hoofdstuk. VOORZORGSMAATREGELEN BIJ HET SLEPEN VAN DE AUTO Om de onderdelen van de transmissie niet te beschadigen, moet de auto op één van de aangegeven manieren worden gesleept: Afb.
165-202 Alfa SPIDER NL:165-202 Alfa SPIDER NL 12:16 Pagina 202 DASHBOARD EN BEDIENING OPGELET VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN BERICHTEN TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 202 29-05-2009 A0G0176m Afb. 57 Achter Pak het sleepoog uit de gereedschaphouder en draai deze in de zitting vast A-Afb. 57. OPGELET Maak de schroefdraad zorgvuldig schoon, voordat u het sleepoog op de schroefdraadpen draait.
ONDERHOUD EN ZORG GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD .................................... 204 GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA ...................... 205 PERIODIEKE CONTROLES ................................................ 207 DASHBOARD EN BEDIENING Pagina 203 VEILIGHEID 12:18 NIVEAUS CONTROLEREN ................................................ 208 LUCHTFILTER/POLLENFILTER ........................................... 215 ACCU ...........................................................................
Juist onderhoud is een belangrijke factor voor een lange levensduur, de beste prestaties en een zo zuinig mogelijk gebruik van de auto. Voor deze Alfa Romeo is een aantal controles en onderhoudswerkzaamheden vastgesteld die elke 35 000 km (of 21 000 mijl) moeten worden uitgevoerd.
x 1000 km Banden op conditie en slijtage controleren en bandenspanning eventueel herstellen Werking verlichting (koplamp-/achterlichtunits, richtingaanwijzers, waarschuwingsknipperlichten, bagageruimte, interieur, dashboardkastje, waarschuwings-/controlelampjes enz.
ALFABETISCH REGISTER LAMPJES TECHNISCHE ONDERHOUD GEGEVENS EN ZORG NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 203-226 Alfa SPIDER NL:203-226 Alfa SPIDER NL 206 29-05-2009 12:18 Pagina 206 x 1000 km Aandrijfriem (en) voor hulporganen vervangen Distributieriem vervangen (uitvoeringen 1750 TURBO BENZINE) (*) Distributieriem vervangen (dieseluitvoeringen) (*) Bougies vervangen (uitvoeringen 1750 TURBO BENZINE) Bougies vervangen (3.2 JTS en 2.
ZWAAR GEBRUIK VAN DE AUTO Iedere 1 000 km of voor een lange reis controleren en eventueel bijvullen: Als de auto overwegend onder zware bedrijfsomstandigheden rijdt, zoals: ❒ niveau van de motorkoelvloeistof; ❒ trekken van aanhangers of caravans; ❒ niveau van de remvloeistof; ❒ rijden op stoffige wegen; ❒ niveau van de ruitensproeiervloeistof; ❒ veel korte ritten (minder dan 7–8 km) en bij buitentemperaturen onder nul; ❒ conditie en spanning van de banden; ❒ werking verlichting (koplamp-/achterlich
ALFABETISCH REGISTER LAMPJES TECHNISCHE ONDERHOUD GEGEVENS EN ZORG NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 203-226 Alfa SPIDER NL:203-226 Alfa SPIDER NL 208 NIVEAUS CONTROLEREN 29-05-2009 12:18 Pagina 208 6 3 5 2 Zie voor de hoeveelheden het hoofdstuk Technische gegevens. Let op.
29-05-2009 12:18 Pagina 209 A0G0038m Afb. 2 – Uitvoering 3.2 JTS 5 6 3 2 4 1 1. Motorolie – 2. Accu 3. Remvloeistof – 4. Ruitensproeiervloeistof 5. Motorkoelvloeistof 6. Olie van stuurbekrachtiging Afb. 3 – Uitvoering 2.0 JTDM A0G0305m ALFABETISCH REGISTER 1. Motorolie – 2. Accu 3. Remvloeistof – 4. Ruitensproeiervloeistof 5. Motorkoelvloeistof 6.
29-05-2009 12:18 Pagina 210 ALFABETISCH REGISTER LAMPJES TECHNISCHE ONDERHOUD GEGEVENS EN ZORG NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 203-226 Alfa SPIDER NL:203-226 Alfa SPIDER NL 210 1. Motorolie – 2. Accu 3. Remvloeistof – 4. Ruitensproeiervloeistof 5. Motorkoelvloeistof 6. Olie van stuurbekrachtiging Afb. 4 – Uitvoering 2.
29-05-2009 12:18 Pagina 211 Afb. 6 A0G0069m Afb. 7 A0G0307m Afb. 8 A0G0300m Motoroliepeil controleren Controleer het oliepeil als de auto op een vlakke ondergrond staat en enige minuten (circa 5) na het uitzetten van de motor. Afb. 5/a A0G0018m MOTOROLIE Afb. 5: uitvoeringen 1750 TURBO BENZINE Verwijder de peilstok A en maak deze schoon, plaats vervolgens de stok geheel terug, verwijder de stok en controleer of het peil tussen het MIN – en MAX- merkteken op de peilstok staat.
Motorolieverbruik VEILIGHEID WAARSCHUWING Het olieverbruik is afhankelijk van de rijstijl en de bedrijfsomstandigheden waaronder de auto wordt gebruikt. WAARSCHUWING Vul niet bij met olie met andere specificaties dan de olie die al aanwezig is. ALFABETISCH REGISTER De motor van een nieuwe auto moet nog worden ingereden. Dit betekent dat het motorolieverbruik pas na de eerste 5000 ÷ 6000 km stabiliseert.
OPGELET Het motorkoelsysteem gebruikt PARAFLU UP-koelvloeistof, dat moet worden gebruikt voor het eventueel bijvullen; meng beslist niet met een andere vloeistof. Als er toch gemengd wordt met een andere vloeistof, start de motor dan niet en wend u zich tot het Alfa Romeo Servicenetwerk. Rijd niet met een leeg ruitensproeierreservoir: de ruitensproeiers zijn van fundamenteel belang voor een optimaal zicht. Afb. 10 A0G0029m RUITEN-/ KOPLAMPSPROEIERVLOEISTOF Afb.
203-226 Alfa SPIDER NL:203-226 Alfa SPIDER NL 12:18 Pagina 214 DASHBOARD EN BEDIENING Controleer of het niveau ter hoogte van het MAX-merkteken op het reservoir of ter hoogte van het bovenste merkteken (maximaal niveau) op de peilstok onder de dop van het reservoir. VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN LAMPJES TECHNISCHE ONDERHOUD GEGEVENS EN ZORG NOODGEVALLEN EN BERICHTEN ALFABETISCH REGISTER 214 29-05-2009 Als het niveau in het reservoir lager is dan voorgeschreven, vul dan als volgt bij: Afb.
WAARSCHUWING De remvloeistof is hygroscopisch (trekt water aan). Daarom verdient het aanbeveling, als de auto overwegend wordt gebruikt in gebieden met een hoge luchtvochtigheid, de vloeistof vaker te vervangen dan in het „Geprogrammeerd onderhoudsschema” staat aangegeven. Voorkom dat de zeer corrosieve remvloeistof in contact komt met de lak. Als dit toch gebeurt, spoel dan onmiddellijk met water.
ALFABETISCH REGISTER LAMPJES TECHNISCHE ONDERHOUD GEGEVENS EN ZORG NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 203-226 Alfa SPIDER NL:203-226 Alfa SPIDER NL 216 ACCU Er hoeft geen elektrolyt met gedistilleerd water aan de accu te worden toegevoegd. Het is altijd nodig een periodieke controle uit te laten voeren door het Alfa Romeo Servicenetwerk, zodat deze de werking van het elektrolyt kan controleren.
Voor het onderhoud van de accu dient u zich strikt te houden aan de aanwijzingen van de fabrikant van de accu. Accu's bevatten zeer schadelijke stoffen voor het milieu. Het verdient aanbeveling een defecte accu door het Alfa Romeo Servicenetwerk te laten vervangen, omdat dit beschikt over de uitrusting voor het op milieuvriendelijke wijze en conform de wettelijke bepalingen, verwerken van defecte accu's.
ALFABETISCH REGISTER LAMPJES TECHNISCHE ONDERHOUD GEGEVENS EN ZORG NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 203-226 Alfa SPIDER NL:203-226 Alfa SPIDER NL 218 PRAKTISCHE TIPS OM DE LEVENSDUUR VAN DE ACCU TE VERLENGEN Om het snel ontladen van de accu te voorkomen en de levensduur te verlengen, dient u de volgende aanwijzingen nauwkeurig op te volgen: ❒ wanneer u de auto parkeert, controleer dan of de portieren, de motorkap, de schuifdeuren en de achterdeuren/achterk
De spanning van de banden, inclusief het noodreservewiel, moet regelmatig, om de twee weken en voor een lange rit, worden gecontroleerd: de bandenspanning moet bij koude banden worden gecontroleerd. Tijdens het rijden neemt de bandenspanning toe; zie voor de juiste waarde van de bandenspanning de paragraaf „Wielen” in het hoofdstuk „Technische gegevens”. Een onjuiste bandenspanning veroorzaakt een onregelmatige slijtage van de banden Afb. 14: A juiste spanning: gelijkmatige slijtage van het loopvlak.
ALFABETISCH REGISTER LAMPJES TECHNISCHE ONDERHOUD GEGEVENS EN ZORG NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 203-226 Alfa SPIDER NL:203-226 Alfa SPIDER NL 220 OPGELET Door een te lage spanning wordt de band te warm, waardoor de band ernstig kan worden beschadigd. OPGELET Verwissel de banden niet kruislings – vervang de banden links niet door die van rechts en andersom.
Ruitenwisserbladen vervangen Afb. 15 Aanwijzingen voor het losmaken van het wisserblad: – plaats de ruitenwisserarm A omhoog van de voorruit; – draai het blad B 90° rond de pen C op het uiteinde van de arm; – trek het blad van de pen C. Aanwijzingen voor het plaatsen van het wisserblad: – plaats de pen C in de opening in het midden van het blad B; – plaats de arm met het blad op de voorruit.
ALFABETISCH REGISTER LAMPJES TECHNISCHE ONDERHOUD GEGEVENS EN ZORG NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 203-226 Alfa SPIDER NL:203-226 Alfa SPIDER NL 222 CARROSSERIE BESCHERMING TEGEN ATMOSFERISCHE INVLOEDEN De belangrijkste oorzaken van roest zijn: ❒ luchtverontreiniging; ❒ zoutgehalte in de lucht en luchtvochtigheid (gebieden aan zee, warm en vochtig klimaat); ❒ omgevings-/seizoensinvloeden.
Lak ❒ verwijder de antenne van het dak als u de auto in een wastunnel wast, om te voorkomen dat deze beschadigt; De lak heeft behalve een esthetische functie ook een beschermende functie. ❒ spoel de auto eerst met een waterstraal onder lage druk af; Daarom moeten beschadigingen van de laklaag, zoals krassen, onmiddellijk worden bijgewerkt om roestvorming te voorkomen.
ALFABETISCH REGISTER LAMPJES TECHNISCHE ONDERHOUD GEGEVENS EN ZORG NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 203-226 Alfa SPIDER NL:203-226 Alfa SPIDER NL 224 29-05-2009 12:18 Pagina 224 Ruiten Koplampen Motorruimte Gebruik voor het schoonmaken van de ruiten een daarvoor geschikt schoonmaakmiddel. Gebruik een schone, zachte doek om krassen en beschadigingen te voorkomen.
LEREN STOELEN (voor uitvoeringen/markten, waar voorzien) Controleer af en toe of er onder de vloerbedekking geen water is blijven staan (dooiwater van sneeuwresten aan schoenen, lekkende paraplu's enz.), waardoor roestvorming op de bodem veroorzaakt zou kunnen worden. Verwijder droog vuil met een zeemleer of een iets vochtige doek, zonder hard te drukken. STOELEN EN STOFFEN BEKLEDING Verwijder stof met een zachte borstel of een stofzuiger.
ALFABETISCH REGISTER LAMPJES TECHNISCHE ONDERHOUD GEGEVENS EN ZORG NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 203-226 Alfa SPIDER NL:203-226 Alfa SPIDER NL 226 KUNSTSTOF INTERIEURDELEN Wij raden u aan om de kunststof interieurdelen te reinigen met een doek bevochtigd met water en een neutrale zeep zonder schuurmiddel.
TECHNISCHE GEGEVENS IDENTIFICATIEGEGEVENS ................................................ 228 MOTORCODES – CARROSSERIE-UITVOERINGEN ................. 230 MOTOR ....................................................................... 231 DASHBOARD EN BEDIENING Pagina 227 VEILIGHEID 15:53 WIELOPHANGING .......................................................... 233 WIELEN ....................................................................... 234 AFMETINGEN ................................................
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 227-250 Alfa SPIDER NL:227-250 Alfa SPIDER NL 228 29-05-2009 15:53 Pagina 228 IDENTIFICATIEGEGE VENS Het verdient aanbeveling kennis te nemen van de identificatiegegevens van de auto. De identificatiegegevens zijn ingeslagen of aangebracht op plaatjes en bevinden zich op de volgende plaatsen Afb.
29-05-2009 15:53 Pagina 229 MOTORCODE IDENTIFICATIEPLAATJE VAN DE CARROSSERIELAK Dit is ingeslagen in de bodemplaat naast de passagiersstoel. Dit ingebracht in het kofferdeksel Afb. 4 en bevat de volgende gegevens: Dit wordt zichtbaar als de bekleding wordt opgetild A-Afb. 3 en bevat: A. Fabrikant van de lak. ❒ type van het voertuig (ZAR 939000); ❒ chassisnummer. B. Naam van de kleur. C. Kleurcode. D. Kleurcode voor bijwerken en overspuiten.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 227-250 Alfa SPIDER NL:227-250 Alfa SPIDER NL 230 29-05-2009 15:53 Pagina 230 MOTORCODES - CARROSSERIE-UITVOERINGEN Uitvoeringen Motorcode Carrosseriecode 1750 TURBO BENZINE (O) 939B1000 939EXN1B 57 3.2 JTS 4x2 939A000 – 3.2 JTS 4x4 939A000 939EXG2B 28 2.0 JTDM (O) 939B3000 939EXP1B 59 939EXP1B 59B 2.
3.2 JTS 2.0 JTDM 2.
LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN ONDERHOUD EN ZORG TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 232 29-05-2009 15:53 Pagina 232 BRANDSTOFSYSTEEM 1750 TURBO BENZINE – 2.2 JTS – 3.2 JTS 2.0 JTDM – 2.
29-05-2009 15:53 Pagina 233 REMMEN 1750 TURBO BENZINE – 2.2 JTS 3.2 JTS – 2.0 JTDM – 2.4 JTDM Geventileerde schijfrem Schijfremmen Geventileerde schijfrem Geventileerde schijfrem DASHBOARD EN BEDIENING 227-250 Alfa SPIDER NL:227-250 Alfa SPIDER NL 1750 TURBO BENZINE – 2.2 JTS – 3.2 JTS – 2.0 JTDM – 2.4 JTDM Type Draaicirkel (tussen stoepranden) Tandheugelstuurhuis met hydraulische bekrachtiging 10,7 WIELOPHANGING 1750 TURBO BENZINE – 2.2 JTS – 3.2 JTS – 2.0 JTDM – 2.
WIELEN 15:53 Pagina 234 Voor de rijveiligheid is het noodzakelijk dat alle wielen zijn voorzien van banden van hetzelfde merk en hetzelfde type. WAARSCHUWING Gebruik geen binnenbanden in tubeless banden. WAARSCHUWING Als de gegevens in het instructieboekje afwijken van die van de typegoedkeuring, dient u zich altijd aan de gegevens van de typegoedkeuring te houden. NOODRESERVEWIEL Geperst stalen velg. Tubeless band.
Voorbeeld: 7 J x 16 H2 ET 43 7 = breedte van de velg in inch 1. J = velgbedprofiel (deel aan de zijkanten waarop de band steunt) 2. 16 = montagediameter in inches (deze correspondeert met dat van de te monteren band) (3 = Ø). Maximale snelheid bij winterbanden H2 = vorm en aantal „humps” (vorm van de velgrand die de wang van de tubeless band op zijn plaats houdt). Q M + S = tot 160 km/h. T M + S = tot 190 km/h. H M + S = tot 120 km/h.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 227-250 Alfa SPIDER NL:227-250 Alfa SPIDER NL 236 29-05-2009 15:53 Pagina 236 BANDEN 1750 TURBO BENZINE- 2.2 JTS - 3.2 JTS - 2.0 JTDM - 2.
bij gemiddelde belading bar 2,5 2,5 2,7 2,5 2,7 2,5 volbeladen bar 2,7 2,7 2,8 2,6 2,9 2,7 Reservewiel T125/80 R17 4,2 Bij warme banden moet de bandenspanning 0,3 bar hoger zijn dan de voorgeschreven waarde. Controleer de bandenspanning nogmaals als de banden koud zijn. Bij winterbanden moet de in de tabel aangegeven waarde van de standaard gemonteerde banden met 0,2 bar verhoogd worden.
LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN ONDERHOUD EN ZORG TECHNISCHE GEGEVENS 15:53 Pagina 238 Uitvoeringen 1750 TURBO BENZINE - 2.2 JTS - 2.0 JTDM - 2.
227-250 Alfa SPIDER NL:227-250 Alfa SPIDER NL 29-05-2009 15:53 Pagina 239 DASHBOARD EN BEDIENING AFMETINGEN VEILIGHEID De afmetingen zijn aangegeven in mm en hebben betrekking op een auto die is uitgerust met standaard banden. STARTEN EN RIJDEN Kleine verschillen van bandenmaat bij optional banden. LAMPJES EN BERICHTEN De hoogte heeft betrekking op een onbelaste auto. A0G0285m Afb.
29-05-2009 15:53 Pagina 240 235 7,8 29,2 3.2 JTS 4X2 250 (*) 7,2 27,2 3.2 JTS 4X4 244 7,0 27,5 2.0 JTDM 218/215 (**) 9,0/9,2 (**) 30,5/30,8 (**) 2.4 JTDM 231 8,1 28,7 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG VEILIGHEID Kilometer met staande start km/h Acceleratie van 0-100 km/h sec.
3.2 JTS 4x4 2.0 JTDM 2.4 JTDM Leeggewicht (met alle vloeistoffen, brandstoftank 90% gevuld en zonder opties) 1490 1600 1665 1540 1635 Max. toelaatbaar gewicht (*) – vooras – achteras – totaal 1100 1050 1840 1200 1050 1950 1200 1050 2015 1200 1050 1890 1200 1050 1985 Draagvermogen inclusief de bestuurder (**): 350 350 350 350 350 Trekgewichten 1450 1500 1500 1500 1500 60 60 60 60 60 Max. gewicht op de trekhaak (*) Maximum waarden die niet mogen worden overschreden.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 227-250 Alfa SPIDER NL:227-250 Alfa SPIDER NL 242 29-05-2009 15:53 Pagina 242 VULLINGSTABEL 1750 TURBO BENZINA 3.2 JTS 2.0 JTDM 2.4 JTDM Voorgeschreven brandstof en originele smeermiddelen ● Loodvrije benzine niet lager dan 95 R.O.N.
Pagina 243 Vloeistoffen en smeermiddelen vloeistoffen Interval ter vervanging Smeermiddelen voor benzinemotoren (uitvoeringen 2.2 JTS en 3.2 JTS) Motorolie op synthetische basis SAE 5W-40. Kwalificatie FIAT 9.55535-H2 SELENIA StAR Contractual Technical Reference N° F216.D05 Volgens het Geprogrammeerde Onderhoudsschema Smeermiddelen voor benzinemotoren (uitvoeringen 1750 TURBO BENZINE) Motorolie op synthetische basis SAE 5W-40, ACEA C3. Kwalificatie FIAT 9.55535-S2 SELENIA StAR P.E.
Gebruik Smeermiddelen voor krachtoverbrengingen LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN 15:53 Pagina 244 Specificaties van de vloeistoffen en smeermiddelen voor een correct functioneren van de auto Toepassingen Mech. versnellingsbakken en differentieels TUTELA MULTIAXLE Contractual Technical Reference N° F426.E06 TUTELA GI/R Contractual Technical Reference N° F428.H04 TUTELA ALL STAR Contractual Technical Reference N° F702.G07 TUTELA STAR 700 Contractual Technical Reference N° F701.
Brandstofverbruik volgens EU-norm 2004/3 (liter x 100 km) DASHBOARD EN BEDIENING LAMPJES EN BERICHTEN – een stadsrit: opgebouwd uit een koude start gevolgd door een gesimuleerde, normale testrit in stadsverkeer; VEILIGHEID – gecombineerd verbruik: hierbij telt de waarde van de stadsrit mee voor 37% en de waarde van de testrit buiten de stad voor 63%.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 227-250 Alfa SPIDER NL:227-250 Alfa SPIDER NL 246 29-05-2009 15:53 Pagina 246 CO2-EMISSIE De CO2-emissie, vermeld in de volgende tabel, is gemeten op een gecombineerd traject. CO2-EMISSIE VOLGENS EU-NORM 2004/3 (g/km) 1750 TURBO BENZINA 3.2 JTS 4x2 3.2 JTS 4x4 2.0 JTDM 2.
Europese Unie en Landen waarin de richtlijn niet geldig is NTR939 0523 0523 ❒ Australië LAMPJES EN BERICHTEN Argentinië ❒ – N15278 Brazilië ❒ HHHH-AA-FFFF ❒ HHHH-AA-FFFF Bulgarije China CMII ID : 2006DJ0352 ❒ Gegevens niet beschikbaar ten tijde dat dit boekje werd gedrukt.
227-250 Alfa SPIDER NL:227-250 Alfa SPIDER NL DASHBOARD EN BEDIENING ❒ STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID NTR939 Maleisië LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN ONDERHOUD EN ZORG TECHNISCHE GEGEVENS Pagina 248 T939 Marokko ALFABETISCH REGISTER 15:53 Homologatie Mexico 248 29-05-2009 AA 000000 E ❒ Singapore Zuid-Afrika YYYYXXXX-XXX YYYYXXXX-XXX ❒ AA 000000 E ❒ AGREE PAR L’ANRT MAROC Numéro d’agrément : MR 2395 ANRT 2006 Date d’agrément : 13/01/2006 Complies with IDA Standards DA 104022 TA-200
ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 15:53 TECHNISCHE GEGEVENS 29-05-2009 ALFABETISCH REGISTER 227-250 Alfa SPIDER NL:227-250 Alfa SPIDER NL Pagina 249 249
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 227-250 Alfa SPIDER NL:227-250 Alfa SPIDER NL 250 29-05-2009 15:53 Pagina 250
Bagageruimte ................................ 185 239 126 130 9 79 104 146 65 106 94 188 237 236 234 167 144 76 116 141 22 76 245 76 232 64 Carrosserie (reinigen) ...................... 222 CO2-emissie .................................... 246 CODE-card....................................... Contactslot ..................................... Cruise control .................................. 11 19 71 Dashboard ..................................... Dashboard en bediening ............ Dashboardkastje .....
ALFABETISCH TECHNISCHE GEGEVENS REGISTER ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 251-260 Alfa SPIDER NL:251-260 Alfa SPIDER NL 252 Fix&Go automatic (systeem)............. 172 Follow me home (systeem)............... 65 Gewichten ..................................... Gloeilamp (vervangen van een lamp).. – algemene aanwijzingen ................ – lamptypen .................................. Gordelspanners ...............................
SBR-systeem .................................. 118 Radiogolf-afstandsbediening: ministeriële goedkeuring................. 247 Regensensor.................................... Onderhoud en zorg ................... – geprogrammeerd onderhoud .......... – Onderhoudsschema ...................... – periodieke controles ...................... – zwaar gebruik van de auto ............ Opbergvakken ................................ Opkrikken van de auto .....................
STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 251-260 Alfa SPIDER NL:251-260 Alfa SPIDER NL Typeplaatjes – carrosserielak ............................... 230 – identificatiegegevens ..................... 228 VDC ............................................. 102 Veiligheid ................................... 117 Veiligheidsgordels............................. 118 Velgen LAMPJES NOODGEVALLEN EN BERICHTEN Wiel verwisselen .............................
251-260 Alfa SPIDER NL:251-260 Alfa SPIDER NL 29-05-2009 15:54 Pagina 255 RICHTLIJNEN VOOR DE BEHANDELING VAN DE AUTO AAN HET EINDE VAN DE LEVENSDUUR Reeds jarenlang heeft Alfa Romeo de algemene verplichting op zich genomen het milieu te beschermen en te respecteren door de productieprocessen en de ontwikkeling van de producten steeds „milieuvriendelijker” te maken.
251-260 Alfa SPIDER NL:251-260 Alfa SPIDER NL 29-05-2009 15:54 Pagina 256 NOTITIES
251-260 Alfa SPIDER NL:251-260 Alfa SPIDER NL 29-05-2009 15:54 Pagina 257
251-260 Alfa SPIDER NL:251-260 Alfa SPIDER NL 29-05-2009 15:54 Pagina 258
251-260 Alfa SPIDER NL:251-260 Alfa SPIDER NL 29-05-2009 15:54 Pagina 259
251-260 Alfa SPIDER NL:251-260 Alfa SPIDER NL 29-05-2009 15:54 Pagina 260 SPANNING BIJ KOUDE BANDEN Banden 225/50 R17 98W voor achter Banden Banden 235/45 R18 98W ( ) 235/40 ZR19 96Y (O) voor achter voor achter bij gemiddelde belading bar 2,5 2,5 2,7 2,5 2,7 2,5 volbeladen bar 2,7 2,7 2,8 2,6 2,9 2,7 Reservewiel T125/80 R17 4,2 Bij warme banden moet de bandenspanning 0,3 bar hoger zijn dan de voorgeschreven waarde. Controleer de bandenspanning nogmaals als de banden koud zijn.