Operation Manual

100
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
ABS
Het ABS-systeem dat in het remsysteem is geïn-
tegreerd, voorkomt dat de wielen tijdens het
remmen blokkeren, ongeacht de toestand van
het wegdek en de druk op het pedaal, en ver-
hindert daarmee dat een of meerdere wielen
slippen. Hierdoor blijft de auto bestuurbaar, zelfs
bij noodstops.
Het systeem wordt aangevuld met het EBD-sys-
teem (Electronic Braking Force Distribution,
elektronische remdrukverdeling), dat de rem-
druk tussen de voor- en achterwielen verdeelt.
WAARSCHUWING Voor een maximale
werking van het remsysteem is een inrijperio-
de van circa 500 km nodig: tijdens deze pe-
riode moet bruusk, herhaaldelijk of langdurig
remmen worden voorkomen.
ACTIVERING VAN HET
SYSTEEM
Als het ABS-systeem in werking treedt, merkt
de bestuurder dit aan een trilling in het rem-
pedaal, die gepaard gaat met enig geluid: dit
geeft aan dat het noodzakelijk is uw snelheid
aan te passen aan de beschikbare grip op het
wegdek.
Als het ABS-systeem in
werking treedt, is de grip
van de banden op het wegdek be-
perkt: minder snelheid om deze aan
te passen aan de beschikbare grip.
OPGELET
Het ABS-systeem maakt zo
goed mogelijk gebruik van
de beschikbare grip, maar kan niet
de grip verhogen. Rijd dus altijd
voorzichtig op een glad wegdek, zo-
dat u geen onnodige risico's loopt.
OPGELET
Als het ABS-systeem in
werking treedt en u de pul-
saties op het rempedaal voelt, moet
de druk op het pedaal niet worden
verminderd, maar moet het pedaal
goed ingedrukt worden gehouden. Zo
komt men binnen een zo kort moge-
lijke afstand tot stilstand, afhanke-
lijk van de toestand van het wegdek.
OPGELET
079-116 Alfa SPIDER NL:079-116 Alfa SPIDER NL 29-05-2009 15:50 Pagina 100