Operation Manual

66
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
Parkeerlichten
Dit gaat bij een uitgeschakeld instrumenten-
paneel branden als er op de knop C wordt ge-
drukt. Als de knop wordt ingedrukt, klinkt er
een geluidssignaal en gaat het lampje
3
op
het instrumentenpaneel branden.
Druk voor uitschakeling nogmaals op de knop.
Als de linker hendel van de buitenverlichting
omhoog of omlaag wordt gezet terwijl de par-
keerverlichting is ingeschakeld, kan de zijde
(links of rechts) worden gekozen waar de ver-
lichting moet blijven branden. In dit geval gaat
het controlelampje
3
op het instrumenten-
paneel uit.
Als de linker hendel in de middelste stand staat,
gaan de vier lampen van de parkeerverlichting
en de kentekenverlichting branden.
KNOPPEN OP HET
DASHBOARD Afb. 41
Mistlampen voor
Druk op de knop Aom de mistlampen in te scha-
kelen terwijl de buitenverlichting is ingeschakeld.
Op het instrumentenpaneel gaat het lampje
5
branden. Het gaat uit als er nog een keer op de
knop wordt gedrukt of als de buitenverlichting
wordt uitgeschakeld.
Mistachterlichten
Druk op de knop B. De mistachterlichten wer-
ken alleen als het dimlicht is ingeschakeld.
Op het instrumentenpaneel gaat het controle-
lampje
4
branden. Het gaat uit als opnieuw
op de knop wordt gedrukt, als het dimlicht of
de mistlampen worden uitgeschakeld of als de
motor wordt uitgeschakeld.
A0G0061m
Afb. 41
Waarschuwingsknipperlichten
Deze gaan branden als knop A-Afb. 42
wordt ingedrukt.
Als de verlichting brandt, gaat de knop knip-
peren en gaan de lampjes
Î
en
¥
tegelijker-
tijd op het instrumentenpaneel knipperen.
Druk nog een keer op de knop A om het sys-
teem uit te schakelen.
Het gebruik van de waar-
schuwingsknipperlichten is
afhankelijk van de wetgeving van
het land waarin u zich bevindt. Houd
u zich aan de voorschriften.
OPGELET
A0G0100m
Afb. 42
041-078 Alfa SPIDER NL:041-078 Alfa SPIDER NL 29-05-2009 12:06 Pagina 66