INSTRUCTIEBOEK 604.31.
001-040 Alfa SPIDER NL 22-08-2006 10:44 Pagina 1 Geachte cliënt, Hartelijk dank dat u voor een Alfa Romeo hebt gekozen. Uw Alfa Spider is ontworpen om maximale veiligheid, comfort en rijplezier te garanderen. Dit instructieboekje helpt u snel vertrouwd te raken met de eigenschappen en de werking van uw auto. De volgende pagina’s bevatten de volledige informatie waarmee u maximaal kunt profiteren van uw Alfa Spider.
001-040 Alfa SPIDER NL 22-08-2006 10:44 Pagina 2 ABSOLUUT LEZEN! BRANDSTOF TANKEN K Tank uitsluitend loodvrije benzine met een minimum octaangetal van 95 RON. MOTOR STARTEN Controleer of de handrem is aangetrokken; zet de versnellingspook in vrij; steek de elektronische sleutel in het contactslot; trap het koppelings- of rempedaal volledig in, maar trap het gaspedaal niet in; druk op de START/STOP-knop en laat de knop los zodra de motor aanslaat.
001-040 Alfa SPIDER NL 22-08-2006 10:44 Pagina 3 ELEKTRISCHE APPARATUUR Als u na aanschaf van uw auto accessoires wilt monteren die stroom verbruiken (waardoor de accu langzaam kan ontladen), wendt u dan tot de Alfa Romeo-dealer. Deze kan controleren of de elektrische installatie van de auto geschikt is voor het extra stroomverbruik. CODE-CARD Bewaar deze op een veilige plaats, maar niet in de auto.
001-040 Alfa SPIDER NL 22-08-2006 10:44 Pagina 4 Bij vragen of problemen op servicegebied dient u zich bij voorkeur te wenden tot de dealer die de auto heeft verkocht, hoewel u voor onderhoud of reparatie natuurlijk op ieder erkend Alfa Romeo-servicepunt een beroep kunt doen. Service- en garantiehandleiding Bij elke nieuwe auto ontvangt de eigenaar het boekje “Alfa tot uw dienst”, waarin alle diensten zijn omschreven waar u recht op hebt.
001-040 Alfa SPIDER NL 22-08-2006 10:44 Pagina 5 DE SYMBOLEN IN DIT BOEK Op deze pagina zijn de symbolen afgebeeld die in dit boekje worden gebruikt om de aandacht te richten op een bepaald onderwerp. VEILIGHEID VAN DE INZITTENDEN Let op. Het niet of gedeeltelijk opvolgen van deze instructies kan gevaar opleveren voor de inzittenden. BESCHERMING VAN HET MILIEU Aanwijzing voor het juiste gedrag, zodat het gebruik van de auto zo min mogelijk schade aan het milieu oplevert.
22-08-2006 10:44 Pagina 6 7 RUITEN REINIGEN ............................................ 67 INSTRUMENTENPANEEL...................................... 8 CRUISE-CONTROL ............................................. 71 SYMBOLEN ...................................................... 9 PLAFONDVERLICHTING ...................................... 74 STARTEN EN RIJDEN ALFA ROMEO CODE ........................................... 9 BEDIENINGSORGANEN ......................................
001-040 Alfa SPIDER NL 22-08-2006 10:44 Pagina 7 1. Verstel- en regelbare luchtroosters aan zijkant - 2. Luchtroosters voor ontwasemen/ontdooien van zijruiten voor - 3. Bedieningshendel buitenverlichting - 4. Instrumentenpaneel - 5. Frontairbag bestuurderszijde en claxon - 6. Bedieningshendel ruitenwissers 7. Luchtrooster middenboven - 8. Verstel- en regelbare luchtroosters in het midden - 9. Brandstofmeter/koelvloeistoftemperatuurmeter/motorolietemperatuurmeter - 10. Frontairbag passagierszijde - 11.
22-08-2006 10:44 Pagina 8 INSTRUMENTENPANEEL ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-040 Alfa SPIDER NL 8 A. Snelheidsmeter B. Lampjes C. Toerenteller D. Instelbaar multifunctioneel display fig.
Onder de motorkap is een plaatje fig. 3 aangebracht, waarop de betekenis van de symbolen wordt verklaard. fig. 3 A0G0138m In iedere elektronische sleutel zit een elektronische component gemonteerd die bij het starten van de motor het signaal van een antenne in het contactslot moduleert. Het signaal wordt bij het starten omgezet in een gecodeerd signaal en vervolgens aan de regeleenheid van de Alfa Romeo CODE gezonden, die, als de elektronische sleutel is herkend, het starten van de motor mogelijk maakt.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-040 Alfa SPIDER NL 10 22-08-2006 10:44 Pagina 10 WERKING Iedere keer als de elektronische sleutel in het contactslot wordt gestoken en de motor wordt gestart, stuurt het Alfa Romeo CODE-systeem een code naar de regeleenheid van de motor om de blokkering van de functies op te heffen.
Pagina 11 DASHBOARD EN BEDIENING ELEKTRONISCHE SLEUTEL Als de auto wordt verkocht, moet de elektronische sleutel en de CODE-card overhandigd worden aan de nieuwe eigenaar. ELEKTRONISCHE SLEUTEL fig. 5 Bij de auto worden twee elektronische sleutels geleverd met afstandsbediening. Met de elektronische sleutel bedient u het contactslot van de auto. Met de knop Á bedient u de centrale vergrendeling van de portieren, het kofferdeksel en het tankklepje, en schakelt u het diefstalalarm in (indien aanwezig).
001-040 Alfa SPIDER NL 22-08-2006 10:45 Pagina 12 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING BELANGRIJK Stel de elektronische sleutel niet aan de zon bloot: hij kan dan beschadigen. 12 fig. 6 A0G0022m In de elektronische sleutel fig. 6 zit ook een metalen noodsleutel A, die kan worden uitgetrokken nadat knop B is ingedrukt.
Ga voor het vervangen van de batterij fig. 8 als volgt te werk: ❒ trek de metalen noodsleutel A uit door op de knop B te drukken; ❒ wip het geklemde rode vakje Bfig. 9 los met de metalen noodsleutel A van de elektronische sleutel op het in de figuur aangegeven punt; fig. 9 A0G0242m ❒ verwijder de batterij D-fig.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-040 Alfa SPIDER NL 14 22-08-2006 10:45 Pagina 14 SAFE LOCK-SYSTEEM (indien aanwezig) Dit veiligheidssysteem verhindert de werking van de binnenhandgrepen. Het safe lock-systeem biedt dus de beste bescherming tegen inbraakpogingen. Daarom raden wij u aan om iedere keer als u de auto verlaat, het systeem in te schakelen.
Het systeem schakelt in de volgende gevallen op alle portieren automatisch in: ❒ als u met de metalen noodsleutel van de elektronische sleutel het slot van het bestuurdersportier twee keer in de vergrendelstand zet; ❒ als u twee keer op de knop Á van de elektronische sleutel drukt. ❒ als de elektronische sleutel in het contactslot wordt gestoken.
STARTEN EN RIJDEN LAMPJES EN BERICHTEN NOODGEVALLEN ONDERHOUD EN ZORG TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 16 22-08-2006 10:45 Pagina 16 Hierna worden de belangrijkste functies vermeld die met de elektronische sleutel en met de metalen noodsleutel kunnen worden ingeschakeld: Ontgrendeling Vergrendeling Sluiten ruiten Openen ruiten portieren, portieren, kofferdeksel kofferdeksel en tankklepje en tankklepje VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-040 Alfa SPIDER NL Elektronische sleutel Metalen no
❒ bij het onbevoegd openen van de portieren, de motorkap en het kofferdeksel (omtrekbeveiliging); ❒ als het contactslot wordt bediend met een daarvoor ongeschikte elektronische sleutel; ❒ als de kabels van de accu worden onderbroken; ❒ als er bewegende voorwerpen in het interieur aanwezig zijn (volumetrische beveiliging); ❒ bij het optillen/kantelen van de auto (voor bepaalde uitvoeringen/markten).
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-040 Alfa SPIDER NL 18 22-08-2006 10:45 Pagina 18 Bewaking Als na het inschakelen het lampje Afig. 11 gaat knipperen, dan geeft dit aan dat het systeem de auto bewaakt. Het lampje knippert zolang als het systeem de auto bewaakt. BELANGRIJK De werking van het diefstalalarm verschilt per land.
MINISTERIËLE GOEDKEURING In overeenstemming met de wetgeving in ieder land ten aanzien van radiozendapparatuur staat, voor de landen waar een zendmachtiging verplicht is, het toelatingsnummer op de component vermeld. Afhankelijk van de uitvoering/markt kan de code ook zijn aangebracht op de zender en/of ontvanger. VEILIGHEID Het contactslot bevindt zich op het instrumentenpaneel en bestaat uit: ❒ lezer A-fig.
001-040 Alfa SPIDER NL 22-08-2006 10:45 Pagina 20 DASHBOARD EN BEDIENING INSTRUMENTENPANEEL INSCHAKELEN Ga als volgt te werk: ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID ❒ steek de elektronische sleutel in het contactslot; 20 fig. 14 A0G0028m MOTOR STARTEN Zie de paragraaf “Motor starten” in het hoofdstuk “Starten en rijden”. START/STOP-KNOP fig.
BELANGRIJK Bij een storing in het stuurslot verschijnen er een symbool en een bericht op het display. Wendt u in dat geval tot de Alfa Romeo-dealer. ATTENTIE Het is streng verboden om demontage-/montagewerkzaamheden uit te voeren, waarvoor wijzigingen in de stuurinrichting of de stuurkolom vereist zijn (bijv. bij montage van een diefstalbeveiliging). Hierdoor kunnen de prestaties van het systeem, de garantie en de veiligheid in gevaar worden gebracht en voldoet de auto niet meer aan de typegoedkeuring.
22-08-2006 10:45 Pagina 22 INSTRUMENTEN TOERENTELLER De toerenteller geeft het toerental van de motor aan. Als de wijzernaald in het rode gebied staat, dicht bij het einde van de schaal, dan betekent dit dat de motor met extreem hoge toerentallen draait, wat schadelijk is voor de mechanische onderdelen. Het is raadzaam deze toerentallen slechts kort aan te houden.
A0G0178m KOELVLOEISTOFTEMPERATUURMETER fig. 16 De wijzer geeft de temperatuur aan van de motorkoelvloeistof, zodra de koelvloeistoftemperatuur hoger wordt dan ongeveer 50°C. Onder normale omstandigheden staat de wijzernaald van de koelvloeistoftemperatuurmeter ongeveer in het midden van de schaal. Als de wijzer in de buurt komt van het rode gebied, moet gas worden teruggenomen. DASHBOARD EN BEDIENING VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN fig.
001-040 Alfa SPIDER NL 22-08-2006 10:45 Pagina 24 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING Als het lampje ` tijdens het rijden gaat branden (en er verschijnt ook een bericht op het display), dan is de motorolietemperatuur te hoog; zet de motor uit en wendt u tot de Alfa Romeo-dealer. 24 fig. 17 A0G0179m OLIETEMPERATUURMETER fig.
DASHBOARD EN BEDIENING VEILIGHEID Voor een optimale zichtbaarheid en comfort tijdens alle rij-omstandigheden (bijv. overdag rijden met ingeschakelde verlichting, in de file rijden enz.), is in de snelheidsmeter een sensor geplaatst.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-040 Alfa SPIDER NL 26 22-08-2006 10:45 Pagina 26 INFORMATIE OVER DE AUTO (indien van toepassing) INSTELBAAR MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY ❒ Afstand tot volgende servicebeurt; ❒ Informatie Trip computer; Het “Instelbare multifunctionele display” kan alle nuttige en noodzakelijke informatie tijdens de rit weergeven: fig.
Knop even ingedrukt houden: terug naar vorig scherm zonder de gekozen optie op te slaan; +/– om de keuzemogelijkheden van het “Setup-menu” naar boven/beneden te doorlopen of de op het scherm weergegeven waarde te verhogen/ verlagen. Als het beginscherm op het display staat, kan met de knop +/– de lichtsterkte van het instrumentenpaneel geregeld worden. fig. 20 A0G0074m “SETUP-MENU” In het “Setup-menu” kunnen, door het indrukken van de knop MENU en +/– (zie fig.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-040 Alfa SPIDER NL 28 22-08-2006 10:45 Pagina 28 Een menupunt selecteren in het hoofdmenu met submenu: “Datum” en “Klokje” selecteren: WEERGAVE MOTOROLIEPEIL ❒ als u de knop MENU kort indrukt, wordt het eerste menupunt van het submenu weergegeven; ❒ met de knop + of – (door de knop telkens in te drukken) kunt u alle menupunten van het submenu do
10:45 Pagina 29 SNELH. LIMIET AUTOMAT. DIML. MENU VERLATEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN Om vanuit het beginscherm te kunnen navigeren, moet u kort op de knop MENU drukken. Druk op de knop + of – om in het menu te navigeren. Als de auto rijdt is om veiligheidsredenen alleen een beperkt menu (instellen van de snelheidslimiet) toegankelijk. Als de auto stilstaat is het uitgebreide menu toegankelijk.
22-08-2006 10:45 Pagina 30 Snelheidslimiet (Snelh. Limiet) Met deze functie kan de snelheidslimiet van de auto (in km/h of mph) worden ingesteld. Als deze limiet wordt overschreden, wordt de bestuurder gewaarschuwd door middel van een akoestisch en zichtbaar signaal, en een bericht op het display (zie het hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
❒ druk op de knop + of – om de instelling uit te voeren; ❒ druk kort op de knop MENU: het display toont de “minuten”; ❒ druk op de knop + of – om de instelling uit te voeren. ❒ druk kort op de knop MENU om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm.
22-08-2006 10:45 Pagina 32 Datum instellen (Datum) Met deze functie kan de datum worden ingesteld (jaar - maand - dag). Ga voor het instellen als volgt te werk: ❒ druk op de knop + of – om de instelling uit te voeren; ❒ druk op de knop + of – om de instelling uit te voeren; ❒ druk kort op de knop MENU om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm.
Als deze functie is gekozen en u drukt op de knop Ë op de elektronische sleutel, dan wordt alleen het slot in het bestuurdersportier ontgrendeld. Als deze functie is ingeschakeld (ON), worden de portieren automatisch vergrendeld als de auto harder rijdt dan 20 km/h. Bij ingeschakelde functie (ON) kunt u het slot van het andere portier ontgrendelen door de ontgrendelknop op de middenconsole in te drukken.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-040 Alfa SPIDER NL 34 22-08-2006 10:45 Pagina 34 Meeteenheid Verbruik Temperatuur Met deze functie kan de meeteenheid worden ingesteld van de afgelegde afstand (km of mijl), het brandstofverbruik (l/100 km, km/l of mpg) en de temperatuur (°C of °F).
❒ druk kort op de knop MENU ; op het display verschijnt de ingestelde “taal”; ❒ druk op de knop + of – om de keuze uit te voeren; ❒ druk kort op de knop MENU om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-040 Alfa SPIDER NL 36 22-08-2006 10:45 Pagina 36 Geprogrammeerd onderhoud (Service) Met deze functie kan worden weergegeven hoeveel kilometers nog resteren voordat een servicebeurt moet worden uitgevoerd.
Algemene informatie Beide functies kunnen op nul worden gezet. (reset - begin van de nieuwe rit). Reset GENERAL TRIP Einde rit Begin nieuwe rit Reset GENERAL TRIP Einde rit Begin nieuwe rit ONDERHOUD EN ZORG ˙ Einde deeltraject Begin nieuwe deeltraject TRIP B ˙ ˙ ˙ fig.
NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-040 Alfa SPIDER NL 22-08-2006 10:45 Pagina 38 “General Trip” geeft informatie over: Weergegeven gegevens ❒ Gemiddeld verbruik Gemiddeld verbruik ❒ Huidig verbruik Geeft het gemiddelde brandstofverbruik aan vanaf het begin van een nieuwe rit.
❒ “automatisch” als de “afgelegde afstand” de waarde 9999,9 km (of mijl) bereikt, de “reistijd” de waarde 99.59 (99 uur en 59 minuten) of iedere keer als de accu losgekoppeld is geweest. ❒ kort indrukken: voor weergave van de verschillende gegevens; fig. 23 A0G0099m KNOP TRIP Met de knop TRIP fig. 23, op de rechter hendel, krijgt u, als de elektronische sleutel in het contactslot zit, toegang tot de functies “General Trip” en “Trip B”.
10:45 Pagina 40 In hetzelfde scherm kan niet gelijktijdig hetzelfde onderdeel in het bovenste en in het onderste deel worden weergegeven. De twee functies van de Trip computer kunnen worden geselecteerd door de knop TRIP kort in te drukken; met de knop - kunt u het onderdeel in het bovenste deel van het display doorlopen, terwijl met de knop . het onderdeel in het onderste deel van het display doorlopen kan worden.
ATTENTIE Alle afstellingen mogen uitsluitend bij een stilstaande auto worden uitgevoerd. De stoffen bekleding van uw auto is langdurig bestand tegen slijtage die ontstaat bij een normaal gebruik van de auto. Hevig en/of langdurig wrijven met kledingaccessoires zoals metalen gespen, sierknopen en klittenbandsluitingen, moet echter absoluut worden vermeden omdat hierdoor grote druk ontstaat op een bepaalde plek op de bekleding, waardoor deze plek kan slijten en de bekleding beschadigd wordt.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 041-078 Alfa SPIDER NL 42 22-08-2006 11:05 Pagina 42 Lendensteunverstelling (indien aanwezig) De bedieningsknoppen voor de stoelinstelling zijn: Draai de knop D totdat de gewenste stand is bereikt. Multifunctionele knop A: Hellingshoek stoel verstellen (indien aanwezig) ❒ hoogte achterzijde stoel instellen; Bedien de hendel E.
Stoelverwarming (indien aanwezig) Draai, als de elektronische sleutel in het contactslot zit, de knop A-fig. 27 om de functie in of uit te schakelen. De verwarming kan op 3 niveaus worden ingesteld (0 = stoelverwarming uitgeschakeld). U kunt een opgeslagen stand ook oproepen in de drie minuten na het openen van de portieren en ongeveer 1 minuut nadat de elektronische sleutel uit het contactslot is genomen.
22-08-2006 11:05 Pagina 44 STUURWIEL ATTENTIE Verstel het stuurwiel alleen als de auto stilstaat en de motor is afgezet. Dit kan zowel axiaal als verticaal versteld worden. ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 041-078 Alfa SPIDER NL 44 fig. 28 A0G0136m Ontgrendel de hendel A-fig. 28 door deze omlaag te duwen en zet het stuur in de gewenste stand.
Pagina 45 DASHBOARD EN BEDIENING SPIEGELS fig. 30 A0G0036m BUITENSPIEGELS Spiegelverstelling De buitenspiegels kunnen alleen worden versteld en ingeklapt als de elektronische sleutel in het contactslot zit. Kies met de keuzeschakelaar A-fig. 30 de gewenste spiegel: ❒ draai de keuzeschakelaar A in stand 1: voor de linker spiegel; ❒ draai de keuzeschakelaar A in stand 2: voor de rechter spiegel. Druk de knop B in een van de vier door de pijlen aangegeven richtingen om de spiegel af te stellen.
041-078 Alfa SPIDER NL 22-08-2006 11:05 Pagina 46 fig. 31 A0G0081m Spiegel handmatig inklappen Indien nodig (bijv. bij nauwe doorgangen) kunnen de buitenspiegels worden ingeklapt door ze vanuit stand A-fig. 31 naar stand B te bewegen. Indien nodig (bijv. bij nauwe doorgangen) kunnen de spiegels worden ingeklapt door op de knop C-fig. 30 te drukken. Om de spiegels weer in de rijstand te zetten, moet u opnieuw op de knop C-fig. 30 drukken.
De spiegel wordt automatisch in de opgeslagen stand gezet. Als er geen enkele stand is opgeslagen zal, als de achteruit wordt ingeschakeld, de buitenspiegel aan passagierszijde automatisch iets omlaag kantelen om het inparkeren te vergemakkelijken. De spiegel keert automatisch terug in de beginstand, ongeveer 10 seconden na inschakeling van de achteruit, bij een snelheid boven 10 km/h bij vooruitrijden of door de keuzeschakelaar A-fig. 30 in stand 0 te zetten.
22-08-2006 11:05 Pagina 48 KLIMAATREGELING A0G0278m ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 041-078 Alfa SPIDER NL 48 fig. 32 1 Luchtrooster boven - 2 Verstel- en regelbare luchtroosters in het midden - 3 Verstel- en regelbare luchtroosters aan de zijkant - 4 Luchtroosters beenruimten - 5 Luchtroosters voor ontwaseming/ontdooiing van de voorruit en de zijruiten.
22-08-2006 11:05 Pagina 49 Het rooster kan met de knop worden geopend en gesloten. O = Geheel gesloten I = Geheel geopend fig. 34 A0G0012m LUCHTROOSTERS IN HET MIDDEN EN AAN DE ZIJKANT fig. 33-34 Deze bevinden zich op het dashboard. Elk luchtrooster A is voorzien van een draaiknop B waarmee de luchtopbrengst kan worden geregeld en een regelschuif C waarmee de luchtstroom horizontaal of verticaal kan worden gericht.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 041-078 Alfa SPIDER NL 50 22-08-2006 11:05 Pagina 50 HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING (indien aanwezig) BEDIENINGSKNOPPEN fig.
M: voor verwarming van de beenruimten, waarbij de luchtstroom op het gelaat koel blijft (bilevel-stand); Beslaan van de ruiten voorkomen ❒ draai de draaiknop C op de gewenste snelheid; ❒ draai de draaiknop B op de gewenste luchtverdeling: Q: voor verwarming van de beenruimten en ontwaseming van de voorruit; ❒ schakel de recirculatie uit (indien ingeschakeld); De airconditioning √ is zeer bruikbaar om het beslaan van de ruiten te voorkomen: gebruik de airconditioning daarom bij een hoge luchtvochtigheid.
11:05 Pagina 52 RECIRCULATIE INSCHAKELEN Het verdient aanbeveling om de recirculatiefunctie in te schakelen in de file of in tunnels. Hiermee wordt voorkomen dat vervuilde lucht het interieur bereikt. Het is niet raadzaam dit systeem langdurig te laten werken, omdat anders, vooral als u met meerdere personen in de auto zit, de kans aanzienlijk toeneemt dat de ruiten beslaan.
Voor een optimale temperatuurregeling in de twee zones van het interieur is het systeem uitgerust met een buitentemperatuursensor, een interieurtemperatuursensor en een dubbele zonnestralingssensor. De klimaatregeling stelt automatisch de volgende parameters/functies in: ❒ luchttemperatuur bij de uitstroomopeningen aan bestuurders-/passagierszijde; ❒ aanjagersnelheid; DASHBOARD EN BEDIENING VEILIGHEID ❒ luchtrecirculatie.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 041-078 Alfa SPIDER NL 54 22-08-2006 11:05 Pagina 54 Bedieningsknoppen fig.
Als u de ringen van de draaiknoppen helemaal naar rechts of helemaal naar links draait, tot aan de uiterste waarden HI of LO, wordt respectievelijk de functie van de maximale verwarming of de maximale koeling ingeschakeld. Deze functie kan worden ingeschakeld als u het interieur zo snel mogelijk wilt verwarmen, waarbij maximaal van het vermogen van het systeem gebruik wordt gemaakt.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 041-078 Alfa SPIDER NL 56 22-08-2006 11:05 Pagina 56 Het is raadzaam om deze functie niet bij koude motor in te schakelen, omdat dan te weinig warme lucht het interieur bereikt. Als deze functie is ingeschakeld, zijn alle handmatige instellingen toegestaan.
❒ de luchtverdeling in het interieur; ❒ de aircocompressor; Het opschrift FULL verdwijnt van het display in de betreffende zone (bestuurders- of passagierszijde) als handmatig een willekeurige instelling wordt uitgevoerd, met uitzondering van het wijzigen van de temperatuur. Het opschrift AUTO dooft ook als het systeem er niet in slaagt om de gewenste temperatuur te bereiken of te handhaven (hoofdzakelijk als de compressorinschakeling met de hand is geblokkeerd).
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 041-078 Alfa SPIDER NL 58 22-08-2006 11:05 Pagina 58 SNELLE ONTWASEMING/ ONTDOOIING VAN DE VOORRUIT EN ZIJRUITEN (functie MAX-DEF) Druk op de knop - voor de automatische inschakeling (tijdgeschakeld) van alle functies die noodzakelijk zijn voor het snel ontdooien/ontwasemen van de voorruit en de zijruiten en, op enkele uitvoeringen, de elektrische voor
Als u deze functie inschakelt, wordt op enkele uitvoeringen ook de voorruitverwarming ter hoogte van de ruitenwissers ingeschakeld. Het cirkelvormige lampje om de knop gaat branden als deze functie wordt ingeschakeld. De functie schakelt na enkele minuten automatisch uit, of als opnieuw de knop wordt ingedrukt. De functie wordt ook uitgeschakeld als u de motor uitzet en blijft uitgeschakeld als u de motor opnieuw start.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 041-078 Alfa SPIDER NL 60 22-08-2006 11:05 Pagina 60 De controle (compressor uitgeschakeld en buitentemperatuur hoger dan de ingestelde temperatuur) wordt iedere keer uitgevoerd als de elektronische sleutel in het contactslot wordt gestoken.
❒ handmatig ingeschakeld (recirculatie altijd ingeschakeld), aangegeven door het branden van het cirkelvormige lampje om de knop; ❒ handmatig uitgeschakeld (recirculatie altijd uitgeschakeld met toevoer van buitenlucht), aangegeven door het doven van het cirkelvormige lampje om de knop. Met de luchtkwaliteitsensor (AQS indien aanwezig) wordt de werking sequentieel door de knop v in te drukken. Bij een buitentemperatuur onder -1°C werkt de aircocompressor niet.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 041-078 Alfa SPIDER NL 62 22-08-2006 11:05 Pagina 62 AQS-functie (Air Quality System) inschakelen (indien aanwezig) Met de AQS-functie wordt de recirculatie automatisch ingeschakeld als vervuilde lucht wordt gesignaleerd (bijvoorbeeld bij files en in tunnels).
❒ worden de uitgevoerde handelingen opgeslagen; ❒ dooft het display (alleen het opschrift OFF wordt weergegeven); ❒ wordt de recirculatiefunctie ingeschakeld (lampje op de knop brandt); ❒ wordt de compressor uitgeschakeld; ❒ wordt de aanjager uitgeschakeld.
11:05 Pagina 64 BUITENVERLICHTING Met de linker hendel bedient u de buitenverlichting. ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN DASHBOARD EN BEDIENING 22-08-2006 VEILIGHEID 041-078 Alfa SPIDER NL 64 Richtingaanwijzers Zet de hendel in de vergrendelde stand: HENDEL LINKS fig. 40 De buitenverlichting werkt uitsluitend als de elektronische sleutel in het contactslot zit. Verlichting uitgeschakeld Draaiknop in stand O.
De gevoeligheid van de sensor kan worden ingesteld via het “Setupmenu” van het display (zie de paragraaf “Instelbaar multifunctioneel display” in dit hoofdstuk). Telkens als de hendel wordt bediend, gaat ook het controlelampje 3 op het instrumentenpaneel branden en verschijnt er een bericht op het display (zie het hoofdstuk “Lampjes en berichten”). Inschakelen Uitschakelen Houd de hendel langer dan 2 seconden naar het stuur getrokken. Draai de draaiknop A-fig.
041-078 Alfa SPIDER NL 22-08-2006 11:05 Pagina 66 DASHBOARD EN BEDIENING Parkeerlichten ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID Druk voor inschakeling, bij gedoofd instrumentenpaneel, op de knop C. Als u de knop indrukt, hoort u een waarschuwingssignaal en gaat het lampje 3 op het instrumentenpaneel branden. 66 fig. 41 A0G0061m BEDIENINGSKNOPPEN OP HET DASHBOARD fig.
Als bij ingeschakelde buitenverlichting de ruitensproeiers worden ingeschakeld, dan worden ook de koplampsproeiers (indien aanwezig) ingeschakeld. Ruitenwissers/-sproeiers De rechter hendel kan in vijf verschillende standen worden gezet: 0: ruitenwissers uitgeschakeld; 1: wissen met interval. Draai als de hendel in stand 1 staat, de draaiknop A op een van de vier intervalstanden: ■ = lang interval ■ = gemiddeld interval fig.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 041-078 Alfa SPIDER NL 68 22-08-2006 11:05 Pagina 68 Intelligente wis-/wasregeling Als u de hendel naar het stuur trekt (onvergrendelde stand), schakelen de ruitensproeiers in.
❒ vuil op het controle-oppervlak (zoutaanslag, vuil enz.); ❒ verschil tussen dag en nacht. Schakel de regensensor niet in als de auto in een wastunnel wordt gereinigd. VEILIGHEID De regensensor is in staat om de volgende omstandigheden te herkennen en zijn gevoeligheid hieraan aan te passen: Bij een defect aan de regensensor verschijnt er een bericht op het display (zie het hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
22-08-2006 11:05 Pagina 70 BELANGRIJK Controleer regelmatig of de koplampsproeiers schoon en in goede staat zijn. Door waterstrepen kunnen de ruitenwissers ongewenst inschakelen. VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 041-078 Alfa SPIDER NL ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN ATTENTIE 70 Voor het reinigen van de voorruit moet altijd worden gecontroleerd of het systeem is uitgeschakeld. fig.
ALGEMENE INFORMATIE De elektronische snelheidsregeling (CRUISE-CONTROL) maakt het mogelijk een constante, vooraf ingestelde snelheid aan te houden, zonder het gaspedaal ingetrapt te houden. Op deze manier wordt het rijden, vooral op lange trajecten, minder vermoeiend omdat de ingestelde snelheid automatisch gehandhaafd blijft. BELANGRIJK Het systeem kan alleen worden ingeschakeld bij een snelheid tussen 40 en 190 km/h. fig. 46 A0G0095m SYSTEEM INSCHAKELEN Zet de draaiknop A-fig. 46 op Ü.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 041-078 Alfa SPIDER NL 72 22-08-2006 11:05 Pagina 72 OPGESLAGEN SNELHEID OPROEPEN OPGESLAGEN SNELHEID VERHOGEN OPGESLAGEN SNELHEID VERLAGEN Als het systeem is uitgeschakeld door bijvoorbeeld het intrappen van het rem- of koppelingspedaal, kan de opgeslagen snelheid op de volgende manier worden opgeroepen: Dit kan op twee manieren: Dit kan op twee
❒ als het gaspedaal wordt ingetrapt: in dit geval wordt het systeem slechts tijdelijk uitgeschakeld; als u het pedaal weer loslaat, wordt het systeem automatisch weer ingeschakeld; Het systeem wordt ook automatisch uitgeschakeld als de hendel, de draaiknop A of de knop RES per ongeluk of verkeerd gebruikt worden: in dat geval kan het systeem weer worden ingeschakeld door met de gewenste snelheid te gaan rijden en de hendel omhoog (+) of omlaag (–) te plaatsen.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 041-078 Alfa SPIDER NL 74 22-08-2006 11:05 Pagina 74 PLAFONDVERLICHTING PLAFONDVERLICHTING VOOR fig. 47 Druk op de knop: A: voor het in-/uitschakelen van het leeslampje aan bestuurderszijde; B: voor het in-/uitschakelen van het plafondlampje in het midden; C: voor het in-/uitschakelen van het leeslampje aan passagierszijde.
In-/uitschakelwijze plafondverlichting Een portier openen Verlichting brandt enkele minuten. Deze tijdschakeling wordt opnieuw gestart als er een portier wordt geopend Alle portieren sluiten Bij uitgenomen elektronische sleutel: de verlichting blijft nog eens 10 seconden ingeschakeld.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 041-078 Alfa SPIDER NL 76 22-08-2006 11:05 Pagina 76 BEDIENINGSORGANEN Hierdoor wordt brandstoflekkage bij leidingbreuken en vonkvorming bij beschadiging van de elektrische componenten van de auto voorkomen.
DASHBOARD EN BEDIENING VEILIGHEID A0G0221m fig. 49 Brandstofnoodschakelaar weer inschakelen ATTENTIE Voordat u de brandstofnoodschakelaar weer inschakelt, moet zorgvuldig worden gecontroleerd of er geen brandstoflekkage is en of de elektrische componenten (bijv. de koplampen) niet zijn beschadigd. Druk om de brandstofnoodschakelaar weer in te schakelen op de knop Afig. 49.
041-078 Alfa SPIDER NL 22-08-2006 11:05 Pagina 78 DASHBOARD EN BEDIENING ❒ druk op de borgingen A-fig. 50 en verwijder het beschermdeksel B; LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID ❒ druk om de schakelaar voor de elektrische voeding weer in te schakelen op de knop C-fig. 51. A0G0126m fig.
Pagina 79 DASHBOARD EN BEDIENING INTERIEURUITRUSTING Opbergvak Dit is bereikbaar door op de knop Afig. 52 te drukken en het deksel B omhoog te plaatsen. fig. 53 A0G0141m Koel/warmhoudvak (indien aanwezig) Dit bevindt zich in de middelste armsteun. Met de draaiknop A-fig. 53 kunt u de luchttoevoer in het vak regelen. BELANGRIJK Het vak dient om van tevoren gekoelde of warme drankjes op temperatuur te houden. Zorg dat er geen vloeistof in het vak gemorst wordt.
079-112 Alfa SPIDER NL 22-08-2006 10:41 Pagina 80 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING BELANGRIJK De aansteker wordt erg heet. Gebruik de aansteker voorzichtig en voorkom dat hij gebruikt wordt door kinderen: risico op brand en/of brandwonden. 80 fig. 54 A0G0149m DASHBOARDKASTJE Trek aan de handgreep A-fig. 54 om het dashboardkastje te openen.
22-08-2006 10:41 Pagina 81 A0G0269m ZONNEKLEPPEN fig. 60 De zonnekleppen zitten aan beide zijden naast de binnenspiegel. Ze kunnen voor de voorruit worden gedraaid. fig. 57 A0G0268m OPBERGVAKKEN Deze bevinden zich op de tunnelconsole fig. 56 en fig. 57, in de portieren fig. 58 en achter de stoelen fig. 59. Deze laatste zijn voorzien van een klep met slot: om de klep A-fig. 59 te openen, moet u de metalen noodsleutel van de elektronische sleutel in het slot B steken. fig.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 079-112 Alfa SPIDER NL 82 22-08-2006 10:41 Pagina 82 DE CABRIOKAP De auto is voorzien van een elektrisch bedienbare 3-laagse stoffen cabriokap met verwarmde ruit (achterruitverwarming). De cabriokap zorgt voor bescherming bij slecht weer en is eenvoudig in het gebruik.
22-08-2006 10:41 Pagina 83 DASHBOARD EN BEDIENING 079-112 Alfa SPIDER NL ATTENTIE ❒ Als de kapbeweging reeds is begonnen en vervolgens wordt onderbroken zonder dat de cyclus is voltooid, wordt de kap na enkele minuten in de stand gezet waarbij de druk op het stangenstelsel minimaal is. Om de werking van het systeem te herstellen, moeten de handelingen worden uitgevoerd die beschreven staan in de paragraaf “Openen/sluiten onderbreken”.
079-112 Alfa SPIDER NL 22-08-2006 10:41 Pagina 84 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING Als u op de knop B-fig. 61 of Cfig. 61a drukt, gaan de zijruiten iets open. 84 fig. 62 A0G0280i ❒ Bedien de kap zo mogelijk alleen bij draaiende motor, om de accu niet te zwaar te belasten.
22-08-2006 10:41 Pagina 85 A0G0287m fig. 64 A0G0096m fig. 65 A0G0271m fig. 66 A0G0288m fig. 67 A0G0289m LAMPJES EN BERICHTEN KAP HANDMATIG BEDIENEN BIJ EEN ELEKTRISCHE STORING ONDERHOUD EN ZORG onder de middelste armsteun of, als dat niet mogelijk is, open de opbergruimte achter de linker stoel en open met de hand m.b.v. de kabel de bagageruimte A-fig. 65; TECHNISCHE GEGEVENS Indien nodig kan de kap als volgt handmatig worden gesloten: ❒ open de opbergruimte achter de rechter stoel fig.
22-08-2006 10:41 Pagina 86 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 079-112 Alfa SPIDER NL 86 fig. 68 A0G0290m ❒ neem wielsleutel A-fig. 67 en adapter B uit de gereedschaphouder en verdraai de moer voor het openen van de cabriokapklepgrendels; ❒ sluit de bagageruimte en open vervolgens de cabriokapklep A-fig.
22-08-2006 10:41 Pagina 87 BELANGRIJK Wendt u na deze handelingen tot de Alfa Romeo-dealer voor het herstellen van de werking van de kap. A0G0296m Kap openen Wendt u voor het openen in noodgevallen van de cabriokap tot de Alfa Romeo-dealer. LAMPJES EN BERICHTEN ❒ sluit de spanboog door in het interieur op de hefbomen fig. 74 (rechts en links) te drukken; druk hierbij op het punt dat wordt aangegeven met het symbool _ op de binnenste kapbekleding. fig.
22-08-2006 10:41 Pagina 88 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 079-112 Alfa SPIDER NL 88 A0G0280m fig. 75 WINDSTOP (indien aanwezig) Deze bevindt zich achter de stoelen fig. 75 en verhoogt het comfort tijdens het rijden, ongeacht de snelheid, omdat de luchtturbulentie in het interieur tijdens het rijden met geopende kap wordt beperkt.
Verwijderen Ga als volgt te werk: ❒ Open de cabriokapklep en zet de klep in geopende stand om de klepjes op het paneel aan de voorzijde van de opbergruimte te bereiken (als de kap in de opbergruimte zit). ❒ Open de klepjes in de bekleding voor, draai de knoppen los en verwijder de windstop. Berg de windstop op in het daarvoor bestemde vak op het paneel aan de voorzijde van de opbergruimte van de kap fig. 78. ❒ Plaats de doppen weer in de horizontale gleuven en draai ze vast.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 079-112 Alfa SPIDER NL 90 22-08-2006 10:41 Pagina 90 PORTIEREN CENTRALE PORTIERVER-/ ONTGRENDELING Portiervergrendeling van buitenaf Druk bij gesloten portieren op de knop Á op de elektronische sleutel of steek de metalen noodsleutel (opgeborgen in de sleutel) in het slot van het bestuurdersportier en draai de sleutel.
Als de portieren zijn ontgrendeld, is het lampje gedoofd; als de knop wordt ingedrukt, worden alle portieren vergrendeld. Alleen als alle portieren goed gesloten zijn, wordt de portiervergrendeling ingeschakeld. De knop q wordt uitgeschakeld als de portieren worden vergrendeld met de afstandsbediening, via het slot van het bestuurdersportier of na de automatische vergrendeling na ongeveer 2,5 minuut.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 079-112 Alfa SPIDER NL 92 22-08-2006 10:41 Pagina 92 ELEKTRISCHE RUITBEDIENING BELANGRIJK Na het uitzetten van de motor kunnen de ruiten nog ongeveer 3 minuten worden bediend. Het systeem wordt echter onmiddellijk uitgeschakeld als een van de portieren wordt geopend.
1. open de ruit aan de bestuurderszijde volledig door de bedieningsschakelaar nog 3 seconden ingedrukt te houden nadat de uiterste stand (onderste aanslag) van de ruit is bereikt; 2. sluit de ruit aan de bestuurderszijde volledig door de bedieningsschakelaar nog 3 seconden ingedrukt te houden nadat de uiterste stand (bovenste aanslag) van de ruit is bereikt; Druk op de schakelaar A of B om de gewenste ruit te openen/sluiten.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 079-112 Alfa SPIDER NL 94 22-08-2006 10:41 Pagina 94 BAGAGERUIMTE Het kofferdeksel gaat dankzij de gasveren gemakkelijk open. Het kofferdeksel wordt elektrisch ontgrendeld; dit systeem werkt niet bij een rijdende auto.
KOFFERDEKSEL VAN BINNENUIT IN NOODGEVALLEN ONTGRENDELEN Als de accu is losgekoppeld, kan het kofferdeksel worden geopend door aan de handgreep A-fig. 82 in de opbergruimte achter de linker stoel te trekken. Als het kofferdeksel wordt geopend bij ingeschakeld diefstalalarm (indien aanwezig), dan worden uitgeschakeld: ❒ de volumetrische beveiliging; ❒ de kantelsensor; ❒ de kofferdekselsensor.
22-08-2006 10:41 Pagina 96 DASHBOARD EN BEDIENING 079-112 Alfa SPIDER NL ATTENTIE fig. 83 A0G0131m NOODGEVALLEN ONDERHOUD EN ZORG TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 96 fig. 85 A0G0010m ATTENTIE LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID Niet goed vastgezette bagage kan bij een ongeluk de passagiers ernstig verwonden. fig. 84 A0G0284m BAGAGE VASTZETTEN In de bagageruimte bevinden zich 4 bevestigingspunten A-fig.
❒ trek aan de hendel A-fig. 86 totdat u de ontgrendeling hoort; ❒ trek aan het hendeltje B-fig. 87 en til de motorkap op, waarbij het hendeltje aangetrokken moet worden gehouden. BELANGRIJK Het optillen van de motorkap wordt vergemakkelijkt door twee gasveren aan de zijkant. Wij raden u aan deze gasveren niet te demonteren en de motorkap tijdens het optillen te begeleiden.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 079-112 Alfa SPIDER NL 98 22-08-2006 10:41 Pagina 98 KOPLAMPEN KOPLAMPVERSTELLING KOPLAMPEN AFSTELLEN De verstelling is mogelijk als de sleutel in het contactslot zit en het dimlicht is ingeschakeld. Goed afgestelde koplampen zijn belangrijk voor het comfort en de veiligheid van uzelf en de overige weggebruikers.
❒ stand 2: - beladingsgraad: bestuurder + bagage in de bagageruimte (290 kg voor de uitvoering 2.2 JTS, 275 kg voor de uitvoering 3.2 JTS); ❒ stand 3 - niet gebruiken. BELANGRIJK Controleer de afstelling van de koplampen telkens als het gewicht van de lading wijzigt. fig. 89 A0G0050m MISTLAMPEN VOOR AFSTELLEN Wendt u voor controle of afstelling tot de Alfa Romeo-dealer.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 079-112 Alfa SPIDER NL 100 22-08-2006 10:41 Pagina 100 ABS Het ABS dat geïntegreerd is in het remsysteem, voorkomt dat tijdens het remmen de wielen blokkeren, ongeacht de conditie van het wegdek en de pedaaldruk, en verhindert daarmee het doorslippen van een of meerdere wielen. Hierdoor blijft de auto bestuurbaar, zelfs bij noodstops.
Rijd zeer voorzichtig naar de dichtstbijzijnde Alfa Romeo-dealer om het systeem te laten controleren. In dit geval kunnen bij krachtig remmen de achterwielen vroegtijdig blokkeren waardoor de auto kan slippen. Rijd zeer voorzichtig naar de dichtstbijzijnde Alfa Romeo-dealer om het systeem te laten controleren.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 079-112 Alfa SPIDER NL 102 22-08-2006 10:41 Pagina 102 VDC-SYSTEEM (Vehicle Dynamics Control) Dit systeem bewaakt de stabiliteit van de auto als de wielen hun grip verliezen, waardoor de auto beter op koers blijft. De werking van het VDC-systeem is uitermate nuttig als de grip op het wegdek wisselt.
ATTENTIE De prestaties van het VDC-systeem mogen de bestuurder er niet toe verleiden onnodige en onverantwoorde risico’s te nemen. De rijstijl moet altijd zijn aangepast aan het wegdek, het zicht en het verkeer. De verantwoordelijkheid voor de verkeersveiligheid ligt altijd en overal bij de bestuurder van de auto. ATTENTIE Voor de juiste werking van het VDC-systeem is het noodzakelijk dat de banden van alle wielen van hetzelfde merk en type zijn.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 079-112 Alfa SPIDER NL 104 22-08-2006 10:41 Pagina 104 Tijdens deze fase kunt u een typisch schurend geluid horen. Dit geluid betekent dat de auto ieder moment in beweging kan komen. Storingsmeldingen Een eventuele storing in het systeem wordt aangegeven door het verschijnen van een bericht op het display (zie het hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
Als het systeem is uitgeschakeld, brandt het lampje op de ASR/VDCknop en verschijnt het symbool V op het display. Als het ASR-systeem tijdens het rijden wordt uitgeschakeld, schakelt het automatisch weer in als de auto opnieuw wordt gestart. Schakel het ASR-systeem uit als u met sneeuwkettingen rijdt: onder deze omstandigheden levert het doorslaan van de aangedreven wielen juist meer trekkracht op.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 079-112 Alfa SPIDER NL 106 22-08-2006 10:41 Pagina 106 EOBD-SYSTEEM ke parameters voor de diagnose en werking van de motor te lezen. AUTORADIO Met het EOBD-systeem (European On Board Diagnosis) kan een doorlopende diagnose worden uitgevoerd op die componenten op de auto die van invloed zijn op de emissie.
Het gebruik van dergelijke apparaten in de auto (zonder buitenantenne) kan niet alleen schadelijk zijn voor de gezondheid van de inzittenden, maar kan ook storingen in de elektrische systemen van de auto veroorzaken. Hierdoor wordt de veiligheid in gevaar gebracht. Bovendien wordt de zend- en ontvangstkwaliteit aanzienlijk beperkt door de isolerende eigenschappen van de carrosserie.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 079-112 Alfa SPIDER NL 108 22-08-2006 10:41 Pagina 108 PARKEERSENSOREN (indien aanwezig) De parkeersensoren leveren aan de bestuurder informatie over de afstand, tijdens het achteruitrijden, tot een obstakel dat wordt genaderd. Dit parkeerhulpsysteem signaleert obstakels die zich buiten het gezichtsveld van de bestuurder bevinden.
A0G0270m SENSOREN Het systeem maakt gebruik van 4 sensoren in de bumper achter fig. 91 om de afstand tot het obstakel te meten. Voor een juiste werking van het systeem mag er geen modder, vuil, sneeuw of ijs op de sensoren zitten. Wees voorzichtig bij het reinigen van de sensoren om krassen of beschadigingen te voorkomen; gebruik geen droge, grove of harde doek. De sensoren moeten worden gereinigd met schoon water, waaraan eventueel autoshampoo is toegevoegd.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 079-112 Alfa SPIDER NL 110 22-08-2006 10:41 Pagina 110 TREKKEN VAN AANHANGERS De sensoren worden automatisch opnieuw ingeschakeld als u de aanhangerstekker loskoppelt. De werking van de sensoren wordt automatisch uitgeschakeld als de stekker van de elektrische kabel van de aanhanger wordt aangesloten op de stekkerdoos van de trekhaak.
Pagina 111 BELANGRIJK Tank nooit, niet in noodgevallen en ook niet een klein beetje, loodhoudende benzine. U zou de katalysator onherstelbaar beschadigen. VEILIGHEID DOP VAN DE BRANDSTOFTANK Het tankklepje kan alleen geopend worden als de portieren ontgrendeld zijn en de motor is uitgezet. U kunt het klepje openen aan de voorzijde, zoals door de pijl is aangegeven in fig. 92. fig. 93 A0G0160m De tankdop A-fig.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 079-112 Alfa SPIDER NL 112 22-08-2006 10:41 Pagina 112 BESCHERMING VAN HET MILIEU ATTENTIE Kom niet dicht bij de vulopening met open vuur of een brandende sigaret: brandgevaar. Houd uw hoofd ook niet dichtbij de vulopening om te voorkomen dat u schadelijke dampen inademt. De emissiereductiesystemen zijn: ❒ driewegkatalysator; ❒ lambdasondes; fig.
GORDELSPANNERS ............................................ 116 KINDEREN VEILIG VERVOEREN ........................... 120 FRONTAIRBAGS................................................. 125 ZIJ-AIRBAGS (sidebags) .................................... 129 STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID SBR-SYSTEEM ................................................. 115 LAMPJES EN BERICHTEN VEILIGHEIDSGORDELS ......................................
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 113-132 Alfa SPIDER NL 114 22-08-2006 11:07 Pagina 114 VEILIGHEIDSGORDELS Via de rolautomaat wordt de lengte van de gordel automatisch aangepast aan het postuur van de drager, waarbij voldoende bewegingsruimte overblijft. GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS Ga goed rechtop zitten, steun tegen de rugleuning en leg dan de gordel om.
DASHBOARD EN BEDIENING STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID Voor permanente uitschakeling dient u zich tot de Alfa Romeo-dealer te wenden. Het SBR-systeem kan uitsluitend weer worden ingeschakeld via het “Setup-menu” van het display (zie de paragraaf “Instelbaar multifunctioneel display” in het hoofdstuk “Dashboard en bediening”).
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 113-132 Alfa SPIDER NL 116 22-08-2006 11:07 Pagina 116 GORDELSPANNERS Voor een nog effectievere bescherming zijn de veiligheidsgordels van de auto voorzien van gordelspanners. Dit systeem trekt bij een heftige botsing de gordel enige centimeters aan.
DASHBOARD EN BEDIENING Om de bescherming van de inzittenden bij een ongeval te vergroten, zijn de oprolautomaten van de gordels voorzien van trekkrachtbegrenzers die tijdens een frontale aanrijding de piekbelasting op de borst en schouders beperken. STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID TREKKRACHTBEGRENZERS LAMPJES EN BERICHTEN De gordelspanner werkt slechts eenmaal. Als de gordelspanners hebben gewerkt, moet u zich tot de Alfa Romeo-dealer wenden om de spanners te laten vervangen.
113-132 Alfa SPIDER NL 22-08-2006 11:07 Pagina 118 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING ATTENTIE 118 fig. 2 A0G0104m ALGEMENE OPMERKINGEN OVER HET GEBRUIK VAN VEILIGHEIDSGORDELS De bestuurder is verplicht zich te houden aan de wettelijke voorschriften met betrekking tot het verplichte gebruik van de veiligheidsgordels (en de inzittenden erop attent te maken).
BELANGRIJK Iedere gordel dient slechts ter bescherming van een enkel persoon: gebruik de gordel niet voor een kind dat bij een volwassene op schoot zit, waarbij de gordel beiden zou moeten beschermen fig. 4. Plaats bovendien geen enkel voorwerp tussen de gordel en het lichaam van een inzittende. ATTENTIE Als de gordel aan een zware belasting wordt blootgesteld (bijvoorbeeld tijdens een ongeval), dan moet de gordel samen met de verankeringen, bevestigingspunten en de gordelspanner worden vervangen.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 113-132 Alfa SPIDER NL 120 22-08-2006 11:07 Pagina 120 KINDEREN VEILIG VERVOEREN Voor optimale bescherming bij een ongeval moeten alle inzittenden zittend reizen en beschermd worden door goedgekeurde veiligheidssystemen. Dit geldt met name voor kinderen.
Pagina 121 A0G0106m fig. 6 GROEP 0 en 0+ GROEP 1 Kinderen tot 13 kg moeten achterstevoren fig. 5 worden vervoerd in wiegjes, die het achterhoofd steunen en er voor zorgen dat bij abrupte snelheidswisselingen de nek niet wordt belast. Kinderen met een gewicht tussen 9 en 18 kg moeten worden vervoerd in kinderzitjes met een kussen die naar voren fig. 6 zijn gekeerd, waarbij de veiligheidsgordel van de auto zowel het kinderzitje als het kind op zijn plaats moet houden.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 113-132 Alfa SPIDER NL 122 22-08-2006 11:07 Pagina 122 ATTENTIE Er bestaan kinderzitjes die geschikt zijn voor de gewichtsgroepen 0 en 1, die uitgerust zijn met een bevestigingspunt achter. Deze kinderzitjes hebben zelf gordels om het kind te beschermen.
Groep Gewicht Passagier voor Stoel met 4 stelmogelijkheden Stoel met 8 stelmogelijkheden Groep 0, 0+ tot 13 kg L L Groep 1 9-18 kg L L Groep 2 15-25 kg L L Groep 3 22-36 kg L L Legenda: L = geschikt voor kinderzitjes die speciaal ontworpen zijn voor de vermelde groep. Deze kinderzitjes zijn opgenomen in het Alfa Romeo Lineaccessori-programma.
11:07 Pagina 124 Hierna zijn de richtlijnen voor een veilig vervoer van kinderen aangegeven: ❒ controleer of de gordels goed zijn vastgemaakt door aan de gordelband te trekken; ❒ als de frontairbag aan passagierszijde buiten werking wordt gesteld, moet altijd gecontroleerd worden of de airbag daadwerkelijk is uitgeschakeld: het betreffende lampje F op het paneel van de plafondverlichting voor moet continu branden; ❒ ieder veiligheidssysteem is bedoeld voor slechts één kind: vervoer nooit twee kinderen
Bij een aanrijding zorgt de centrale regeleenheid ervoor, indien nodig, dat de kussens opblazen. De kussens blazen onmiddellijk op, waardoor het lichaam van de inzittenden wordt opgevangen en de kans op letsel wordt beperkt. Direct daarna lopen de kussens weer leeg. Bij een ongeval kan een inzittende die geen veiligheidsgordel heeft omgelegd, in contact komen met een airbag die nog niet volledig opgeblazen is. Hierdoor wordt de inzittende minder door de airbag beschermd.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 113-132 Alfa SPIDER NL 126 22-08-2006 11:07 Pagina 126 De frontairbags kunnen in de volgende gevallen niet worden ingeschakeld: ❒ bij frontale botsingen, met een ander deel van de auto dan het front, tegen makkelijk vervormbare objecten (bijv.
A0G0078m FRONTAIRBAG AAN PASSAGIERSZIJDE Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen met een groter volume dan dat aan bestuurderszijde. Het kussen is in een daarvoor bestemde ruimte in het dashboard fig. 10 geplaatst. ATTENTIE Als de auto is uitgerust met een sleutelschakelaar voor uitschakeling van de airbags aan passagierszijde (frontairbag, knie-airbag (indien aanwezig) en zij-airbag op stoel), dan moeten deze worden uitgeschakeld als een kinderzitje op de passagiersstoel voor wordt geplaatst.
22-08-2006 11:07 Pagina 128 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 113-132 Alfa SPIDER NL 128 fig. 11 A0G0079m KNIE-AIRBAG AAN BESTUURDERS- EN PASSAGIERSZIJDE (indien aanwezig) Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen dat in een daarvoor bestemde ruimte onder het stuurwiel aan de bestuurderszijde fig. 11 en onder het dashboard aan de passagierszijde fig. 12 is geplaatst.
De zij-airbags beschermen de inzittenden bij middelzware en zware zijdelingse aanrijdingen, door het opblazen van een luchtkussen tussen de inzittende en de interieurdelen aan de zijkant van de auto. Als de zij-airbags niet worden geactiveerd bij andere soorten botsingen (frontale aanrijdingen, botsingen van achter, over de kop slaan enz), betekent dit niet dat het systeem niet goed functioneert. De zij-airbags zijn geen vervanging voor de veiligheidsgordels, maar een aanvulling.
113-132 Alfa SPIDER NL 22-08-2006 11:07 Pagina 130 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING BELANGRIJK Als de airbags in werking treden, ontsnapt er een beetje rook. Deze rook is niet schadelijk en duidt niet op brand; bovendien kan het oppervlak van het opgeblazen kussen en het interieur van de auto bedekt zijn met een laagje poeder: dit poeder kan de huid en de ogen irriteren.
ATTENTIE Bedek de rugleuning van de stoelen niet met hoezen of kleden die niet zijn voorbereid op het gebruik met sidebags. ATTENTIE Rijd altijd met beide handen op de stuurwielrand, zodat bij het in werking treden van de airbag, het systeem niet wordt gehinderd door obstakels die ernstig letsel kunnen veroorzaken. Rijd niet met voorover gebogen lichaam maar ga goed rechtop zitten en steun tegen de rugleuning.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 113-132 Alfa SPIDER NL 132 22-08-2006 11:07 Pagina 132 ATTENTIE Als u de sleutel in het contactslot steekt, gaat het lampje F (met de schakelaar voor uitschakeling van de airbags aan passagierszijde in stand ON) enige seconden branden en vervolgens enige seconden knipperen, om aan te geven dat de frontairbag en de knie-airbag aan passagierszijde en de
MOTOR STARTEN ............................................. 134 PARKEREN ...................................................... 138 GEBRUIK VAN DE VERSNELLINGSBAK ................... 139 VEILIGHEID S TA R T E N E N R I J D E N DASHBOARD EN BEDIENING Pagina 133 SNEEUWKETTINGEN ......................................... 146 AUTO LANGERE TIJD STALLEN ............................ 147 LAMPJES EN BERICHTEN WINTERBANDEN ..............................................
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 133-148 Alfa SPIDER NL 134 22-08-2006 11:09 Pagina 134 MOTOR STARTEN De auto is uitgerust met een elektronische startblokkering: zie bij startproblemen de paragraaf “Alfa Romeo CODE” in het hoofdstuk “Dashboard en bediening”. BELANGRIJK Als het contactslot is geforceerd, kan het stuurslot vergrendelen.
Als de auto is gestart, wordt de elektronische sleutel in het contactslot vergrendeld; de sleutel kan alleen uit het slot worden genomen nadat de motor is uitgezet. Probeer bij draaiende motor en vergrendelde elektronische sleutel, de sleutel niet uit het slot te halen omdat hierdoor het contactslot stuk kan gaan.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 133-148 Alfa SPIDER NL 136 22-08-2006 11:09 Pagina 136 MOTOR OPWARMEN NA HET STARTEN Ga als volgt te werk: ❒ rijd rustig weg, laat de motor niet met hoge toerentallen draaien en trap het gaspedaal niet bruusk in; ❒ verlang de eerste kilometers geen maximale prestaties.
A0G0043m ELEKTRONISCHE SLEUTEL IN NOODGEVALLEN UITNEMEN Als er problemen zijn bij het uitzetten van de motor of er een storing is in het ontgrendelsysteem van de elektronische sleutel, ga dan als volgt te werk: ❒ druk op de ontgrendelknop en trek de metalen noodsleutel uit (zie de paragraaf “Elektronische sleutel” in het hoofdstuk “Dashboard en bediening”); VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN fig. 1 BELANGRIJK Steek geen andere voorwerpen in de opening A-fig.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 133-148 Alfa SPIDER NL 138 22-08-2006 11:09 Pagina 138 PARKEREN Ga als volgt te werk om de handrem uit te schakelen: Ga als volgt te werk: ❒ trek de hendel A iets omhoog en druk op de ontgrendelknop B; ❒ zet de motor uit en trek de handrem aan; ❒ schakel een versnelling in (de 1e als de weg omhoog loopt, de achteruit als de weg omlaag loopt) en zet
A0G0151m Voor het inschakelen van de achteruit R moet vanuit de vrijstand de ring Afig. 3 onder de pookknop omhoog worden getrokken, en de pook naar links en vervolgens naar voren worden verplaatst. Laat de ring los na het inschakelen van de achteruit. Om vanuit de achteruit een andere versnelling in te schakelen, hoeft u de ring van de pook niet omhoog te trekken. BELANGRIJK De achteruit kan alleen bij een volledig stilstaande auto worden ingeschakeld.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 133-148 Alfa SPIDER NL 140 22-08-2006 11:09 Pagina 140 BRANDSTOF BESPAREN Hierna volgen enkele nuttige tips, waardoor het brandstofverbruik zo laag mogelijk blijft en de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen zoveel mogelijk beperkt wordt.
Overbodige handelingen Trap het gaspedaal niet in als u stilstaat voor een stoplicht of voordat u de motor afzet. Deze handeling heeft evenals het overschakelen met tussengas, geen enkel nut. Het kost brandstof en verhoogt de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen. Maximum snelheid Verkeerssituatie en van het wegdek Het brandstofverbruik neemt aanzienlijk toe bij een hogere snelheid. Rijd daarom zoveel mogelijk met een gelijkmatige snelheid, vermijd overbodig remmen en optrekken.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 133-148 Alfa SPIDER NL 142 22-08-2006 11:09 Pagina 142 TREKKEN VAN AANHANGERS BELANGRIJKE TIPS Voor het trekken van aanhangwagens of caravans moet de auto uitgerust zijn met een trekhaak van een goedgekeurd type en een adequate elektrische installatie. De montage van de trekhaak moet door gespecialiseerd personeel worden uitgevoerd.
Voor iedere uitvoering moet een trekhaak worden gebruikt die geschikt is voor het maximale aanhangergewicht van de auto waarop de trekhaak wordt bevestigd. De eventueel aanwezige elektrisch geregelde rem of ander systeem (bijv. een lier) moet rechtstreeks op de accu worden aangesloten met een kabel met een diameter van minimaal 2,5 mm2.
ALFABETISCH REGISTER 144 fig.
Houdt u voor de bandenmaat, de bandenspanning en de winterbanden exact aan de aanwijzingen die staan aangegeven in de paragraaf “Wielen” in het hoofdstuk “Technische gegevens”. De specifieke eigenschappen van winterbanden verminderen aanzienlijk als de profieldiepte minder is dan 4 mm. In dat geval is het veiliger ze te vervangen.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 133-148 Alfa SPIDER NL 146 22-08-2006 11:09 Pagina 146 SNEEUWKETTINGEN Het gebruik van sneeuwkettingen is afhankelijk van de voorschriften van het land waar wordt gereden. De sneeuwkettingen mogen alleen op de voorwielen gemonteerd worden (aangedreven wielen). Controleer na enkele tientallen meters rijden of de kettingen nog goed gespannen zijn.
Het verdient aanbeveling om het ASR uit te schakelen als u gebruik maakt van sneeuwkettingen. Druk op de ASR/VDC-knop (zie de paragraaf “ASR-systeem” in het hoofdstuk “Dashboard en bediening”). ❒ zet de auto in een overdekte, droge en goed geventileerde ruimte; ❒ schakel een versnelling in; ❒ zorg ervoor dat de handrem is aangetrokken; ❒ maak de minklem los van de accu en controleer de acculading. Gedurende het stallen moet deze controle iedere drie maanden worden herhaald.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 133-148 Alfa SPIDER NL 148 22-08-2006 11:09 Pagina 148 ❒ als u de accukabels niet loskoppelt, moet de lading iedere maand gecontroleerd worden; laad de accu op als de optische meter een donkere kleur heeft zonder groen middenstuk; ❒ tap het koelsysteem van de motor niet af.
ASR-SYSTEEM (ANTI-DOORSLIPREGELING VAN DE WIELEN) .............................................. 159 DEFECTE BUITENVERLICHTING............................. 159 DEFECTE REMLICHTEN ....................................... 160 MISTACHTERLICHTEN......................................... 160 MISTLAMPEN VOOR .......................................... 160 BUITENVERLICHTING/FOLLOW ME HOME............. 160 DIMLICHT ........................................................ 160 GROOTLICHT ................................
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 149-162 Alfa SPIDER NL 150 22-08-2006 11:10 Pagina 150 LAMPJES EN BERICHTEN ALGEMENE OPMERKINGEN De storingsmeldingen die op het display verschijnen, zijn onderverdeeld in twee categorieën: zeer ernstige storingen en ernstige storingen.
Te laag remvloeistofniveau Het lampje gaat branden (er verschijnt ook een bericht op het display) als het remvloeistofniveau in het reservoir onder het minimum niveau is gedaald, bijvoorbeeld door lekkage in het remsysteem. Aangetrokken handrem Het lampje gaat branden als de handrem wordt aangetrokken. d VERSLETEN REMBLOKKEN (geel) Op het display verschijnen een bericht en een symbool als de remblokken voor versleten zijn; laat deze zo snel mogelijk vervangen.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 149-162 Alfa SPIDER NL 152 22-08-2006 11:10 Pagina 152 ❒ maak na 20 seconden en binnen 1 minuut een van de veiligheidsgordels los. Deze procedure is geldig totdat de motor wordt uitgezet. Voor permanente uitschakeling dient u zich tot de Alfa Romeo-dealer te wenden.
Als u de sleutel in het contactslot steekt, gaat het lampje (op de koelvloeistoftemperatuurmeter) branden. Na enkele seconden moet het lampje doven. Het lampje gaat branden (er verschijnt ook een bericht op het display) als de motor oververhit is. Als het lampje gaat branden, moeten de volgende maatregelen worden genomen: – bij normale rij-omstandigheden: breng de auto tot stilstand, zet de motor uit en controleer of het niveau van de koelvloeistof in het reservoir niet onder het MINmerkteken staat.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 149-162 Alfa SPIDER NL 154 ` 22-08-2006 11:10 Pagina 154 TE HOGE MOTOROLIETEMPERATUUR Als u de sleutel in het contactslot steekt, gaat het lampje (op de motorolietemperatuurmeter) branden. Na enkele seconden moet het lampje doven.
Als het lampje blijft branden of tijdens het rijden gaat branden: – constant branden (er verschijnt ook een bericht op het display): duidt op een defect in het inspuit-/ontstekingssysteem; dit kan tot gevolg hebben dat de prestaties verminderen, de auto slechter gaat rijden en het brandstofverbruik toeneemt. U kunt onder deze omstandigheden doorrijden zonder te veel van de motor te eisen of met hoge snelheid te rijden.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 149-162 Alfa SPIDER NL 156 > 22-08-2006 11:10 Pagina 156 STORING ELEKTRONISCHE STARTBLOKKERING (geel) BLOKKERING STUURSLOT (geel) Storing elektronische startblokkering Bij een storing in de elektronische startblokkering verschijnt er een bericht op het display: wendt u in dat geval zo snel mogelijk tot de Alfa Romeo-dealer.
Als bij enkele uitvoeringen de signaleringscyclus ten einde is of als de knop MENU kort wordt ingedrukt: – verdwijnt het bericht van het display en wordt het vorige scherm opnieuw op het display weergegeven; – stopt de temperatuuraanduiding met knipperen; – het symbool √ blijft rechtsonder op het display weergegeven (totdat de buitentemperatuur gelijk is aan of lager wordt dan 6°C). Op het display verschijnen een bericht en een symbool als de brandstofnoodschakelaar inschakelt.
11:10 Pagina 158 STORING ABS (geel) Als u de sleutel in het contactslot steekt, gaat het lampje branden. Na enkele seconden moet het lampje doven. Het lampje gaat branden (er verschijnt ook een bericht op het display) als het systeem defect is. In dat geval blijft het remsysteem normaal werken, maar zonder de mogelijkheden van het ABS. Rijd voorzichtig verder en wendt u zo snel mogelijk tot de Alfa Romeo-dealer.
Uitschakeling ASR Als het ASR-systeem handmatig wordt uitgeschakeld (door op de ASR/VDCknop te drukken) (zie de paragraaf “ASR-systeem” in het hoofdstuk “Dashboard en bediening”), gaat het lampje op de knop branden en verschijnt op het display het symbool V. Op het display verschijnen een bericht en een symbool als er een storing aanwezig is in een van de volgende systemen: – buitenverlichting – richtingaanwijzers – mistachterlichten – kentekenplaatverlichting.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 149-162 Alfa SPIDER NL 160 T 22-08-2006 11:10 Pagina 160 DEFECTE REMLICHTEN (geel) Op het display verschijnen een bericht en een symbool als er een storing is geconstateerd in de remlichten.
E RICHTINGAANWIJZER RECHTS (groen) Het lampje gaat branden als de richtingaanwijzerhendel omhoog wordt gezet of, tegelijkertijd met het lampje van de linker richtingaanwijzer, als de drukknop voor de waarschuwingsknipperlichten wordt ingedrukt. u STORING REGENSENSOR (indien aanwezig) (geel) Op het display verschijnen een bericht en een symbool als er een storing is in de regensensor. Op het display verschijnen een bericht en een symbool als er een storing is in de parkeersensoren.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 149-162 Alfa SPIDER NL 162 Ü 22-08-2006 11:10 Pagina 162 CRUISE-CONTROL (indien aanwezig) (groen) Het lampje gaat branden (er verschijnt ook een bericht op het display) als de draaischakelaar van de cruise-control in stand Ü wordt gezet.
GLOEILAMP VERVANGEN ................................... 176 GLOEILAMP BUITENVERLICHTING VERVANGEN ...... 179 GLOEILAMP INTERIEURVERLICHTING VERVANGEN .. 185 ZEKERINGEN VERVANGEN .................................. 188 ACCU OPLADEN ............................................... 198 OPKRIKKEN VAN DE AUTO ................................. 199 SLEPEN VAN DE AUTO ...................................... 200 VEILIGHEID SNELLE BANDENREPARATIESET FIX&GO automatic............................................
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 163-202 Alfa SPIDER NL 164 22-08-2006 11:12 Pagina 164 STARTEN MET EEN HULPACCU Gebruik voor een noodstart beslist nooit een accusnellader: de elektronische systemen kunnen beschadigen; in het bijzonder de regeleenheden van de ontsteking en de inspuiting.
ATTENTIE Houd er rekening mee dat de rem- en de stuurbekrachtiging niet werken zolang de motor niet is aangeslagen, waardoor meer kracht nodig is voor de bediening van het rempedaal en het stuur. Als alternatief voor de “Kit Fix & Go automatic” kan een noodreservewiel worden geleverd: voor het verwisselen van dit type wiel en voor het juiste gebruik van de krik moeten de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen. Attendeer het overige wegverkeer op de stilstaande auto m.b.v.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 163-202 Alfa SPIDER NL 166 22-08-2006 11:12 Pagina 166 ATTENTIE Het noodreservewiel (bepaalde uitvoeringen/markten) behoort bij de auto waarbij het geleverd is. Gebruik het noodreservewiel niet bij andere auto’s en monteer geen reservewielen van andere auto’s. Het noodreservewiel mag alleen in noodgevallen worden gebruikt.
Pagina 167 ❒ de krik 1,76 kg weegt; ❒ de krik geen afstelwerkzaamheden vereist; ❒ de krik niet kan worden gerepareerd: bij een defect moet de krik door een krik van hetzelfde type worden vervangen; ❒ buiten de slinger geen enkel ander gereedschap op de krik gemonteerd mag worden. VEILIGHEID Ga voor het verwisselen van een wiel als volgt te werk: ❒ zet de auto stil op een plaats waar het verkeer niet in gevaar wordt gebracht en in alle veiligheid het wiel kan worden verwisseld.
22-08-2006 11:12 Pagina 168 fig. 4 A0G0019m TECHNISCHE GEGEVENS ❒ draai met de bijgeleverde sleutel Afig. 5 de wielbouten ongeveer een slag los; schud enige malen aan de bovenkant van de carrosserie, waardoor de velg los van de wielnaaf kan komen; ❒ draai het mechanisme F-fig. 7 zodat de krik omhoogkomt, totdat het bovenste deel van de krik G goed in de borging H valt; ❒ de krik moet op de in fig. 6 aangegeven afstand onder de auto geplaatst worden; 168 fig. 5 A0G0206m fig.
❒ draai met de bijgeleverde sleutel de vijf wielbouten handvast aan; ❒ laat de auto zakken en verwijder de krik; ❒ draai met de bijgeleverde sleutel de wielbouten kruiselings vast, in de volgorde die is aangegeven in fig. 8. NORMALE WIEL MONTEREN Volg de hiervoor beschreven procedure, krik de auto op en demonteer het noodreservewiel. Ga als volgt te werk: ❒ draai de centreerpen A-fig.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 163-202 Alfa SPIDER NL 170 22-08-2006 11:12 Pagina 170 SNELLE BANDENREPARATIESET FIX&GO automatic De auto is uitgerust met de snelle bandenreparatieset “FIX&GO automatic”, als vervanging van het gebruikelijke gereedschap en het noodreservewiel. De reparatieset bevindt zich links in de bagageruimte fig. 10.
ATTENTIE Het is niet mogelijk lekken aan de zijkanten van de band te repareren. Gebruik de reparatieset niet als de band beschadigd is geraakt door het rijden met een lege band. DASHBOARD EN BEDIENING VEILIGHEID Bij schade aan de velg (zodanige vervorming van het kanaal dat er lucht wegloopt) kan de band niet gerepareerd worden. Verwijder de eventueel in de band binnengedrongen voorwerpen (schroeven of spijkers) niet.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 163-202 Alfa SPIDER NL 172 22-08-2006 11:12 Pagina 172 ATTENTIE De spuitbus bevat ethyleenglycol. Bevat latex: kan een allergische reactie veroorzaken. Schadelijk bij inslikken. Irriterend voor de ogen. Kan overgevoeligheid veroorzaken bij inademing en contact. Vermijd contact met ogen, huid en kleding.
22-08-2006 11:12 Pagina 173 ❒ draai de ventieldop los, neem de vulbuis A-fig. 14 uit en draai de ring B-fig. 15 op het ventiel van de band; ❒ pomp de band op tot de juiste bandenspanning is bereikt (zie de paragraaf “Wielen” in het hoofdstuk “Technische gegevens”). Controleer de bandenspanning op de manometer B-fig.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 163-202 Alfa SPIDER NL 174 22-08-2006 11:12 Pagina 174 ❒ als de band op de juiste spanning is gebracht (zie de paragraaf “Wielen” in het hoofdstuk “Technische gegevens”), vertrek dan onmiddellijk; ATTENTIE Plaats de sticker op een voor de bestuurder goed zichtbare plaats om aan te geven dat de band behandeld is met de snelle bandenreparatieset.
22-08-2006 11:12 Pagina 175 PROCEDURE VOOR HET VERVANGEN VAN DE SPUITBUS De compressor kan ook worden gebruikt voor het herstellen van de bandenspanning. Maak de snelkoppeling A-fig. 18 los en verbind de koppeling direct met het ventiel van de op te pompen band fig. 19; op deze manier wordt de spuitbus niet met de compressor verbonden en wordt de afdichtvloeistof niet in de band gespoten. Ga als volgt te werk voor het vervangen van de spuitbus: ❒ maak de koppeling A-fig.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 163-202 Alfa SPIDER NL 176 22-08-2006 11:12 Pagina 176 GLOEILAMP VERVANGEN ALGEMENE AANWIJZINGEN ❒ Als een lamp niet brandt, controleer dan eerst of de zekering niet doorgebrand is, voordat u de lamp vervangt: zie voor de plaats van de zekeringen de paragraaf “Zekeringen vervangen” in dit hoofdstuk; ❒ controleer voordat u een lamp vervangt of de contac
22-08-2006 11:12 Pagina 177 Glasfittinglampen: deze zijn voorzien van een klemfitting. Verwijder de lamp door hem uit de houder te trekken. C Buislampen: verwijder de lamp door hem uit de veercontacten los te trekken. F Halogeenlampen: verwijder de lamp door de borgveer los te haken uit de zitting. Gasontladingslampen (Bixenon).
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 163-202 Alfa SPIDER NL 178 22-08-2006 11:12 GLOEILAMPEN Pagina 178 FIGUUR 21 TYPE VERMOGEN Grootlicht D H7 55W Dimlicht D H7 55W Grootlicht/dimlicht (uitvoeringen met bixenon-koplampen) (indien aanwezig) F D1S 55W Extra grootlicht (indien aanwezig) D H1 55W Buitenverlichting voor (1 per koplamp) A W5WB 5W Achterlichten B P21/5
Pagina 179 KOPLAMPUNITS In de koplampunits zijn de gloeilampen voor het grootlicht, de buitenverlichting, de richtingaanwijzers en het dimlicht opgenomen. Om de lampen te vervangen, moet het betreffende deksel worden verwijderd door het linksom te draaien. De lampen zijn op de volgende wijze in de lichtunit fig. 22 geplaatst: A Grootlicht B Buitenverlichting/richtingaanwijzers C Dimlicht ATTENTIE Vervang de lampen en monteer de deksels, waarbij de deksels goed vast moeten zitten (geborgd).
22-08-2006 11:12 Pagina 180 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 163-202 Alfa SPIDER NL 180 fig. 24 A0G0193m fig. 25 A0G0194m Buitenverlichting Richtingaanwijzers voor Gloeilamp vervangen: Gloeilamp vervangen: ❒ draai het deksel B-fig. 22 linksom; ❒ draai het deksel B-fig. 22 linksom; ❒ druk op het lipje A-fig. 24 en verwijder en vervang de lamp; ❒ draai de lamphouder A-fig.
Dimlicht/grootlicht met gasontladingslampen (Bixenon) (indien aanwezig) ATTENTIE Door de hoge voedingsspanning mogen defecte gasontladingslampen (Bixenon) uitsluitend vervangen worden door gespecialiseerd personeel: levensgevaar! Wendt u tot de Alfa Romeo-dealer. fig. 28 A0G0164m Richtingaanwijzers op voorspatbord Gloeilamp vervangen: ❒ druk met de hand het lampenglas in de richting van de achterzijde van de auto, zodat de bevestigingsveer A-fig. 27 wordt samengedrukt.
22-08-2006 11:12 Pagina 182 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 163-202 Alfa SPIDER NL 182 fig. 29 A0G0196m fig. 30 A0G0273m Mistlampen voor fig. 29 ACHTERLICHTUNITS BELANGRIJK Wendt u voor het vervangen van de lamp van de mistlampen voor en voor het afstellen van de koplampen tot een Alfa Romeo-dealer.
22-08-2006 11:12 Pagina 183 In de achterlichtunit bevinden zich de twee gloeilampen van het achterlicht en remlicht. A0G0229m ❒ monteer de lamphouder en controleer of deze vergrendeld is; controleer bovendien visueel vanaf de buitenzijde of de lamp in de juiste stand staat. LAMPJES EN BERICHTEN Achterlichten/remlichten fig. 34 Gloeilamp vervangen: ❒ open het kofferdeksel en het klepje op de manier die hiervoor is aangegeven (zie fig. 30); ❒ draai de lamphouder A-fig. 33 of A-fig.
22-08-2006 11:12 Pagina 184 fig. 35 A0G0167m Gloeilampen vervangen: ❒ open het kofferdeksel en het klepje op de manier die hiervoor is aangegeven (zie fig. 30); ❒ haak met een platte schroevendraaier (beschermd door een zacht doekje) de klemveer A-fig. 36 los en verwijder de lichtunit B; TECHNISCHE GEGEVENS NOODGEVALLEN Gloeilampen vervangen: ❒ monteer de lamphouder en controleer of deze vergrendeld is; controleer bovendien visueel vanaf de buitenzijde of de lamp in de juiste stand staat.
Pagina 185 A0G0274m fig. 40 PLAFONDVERLICHTING VOOR Laat de lamp door de Alfa Romeodealer vervangen. A0G0172m VERLICHTING DASHBOARDKASTJE Gloeilamp vervangen: ❒ open het dashboardkastje; ❒ maak de lichtunit A-fig. 40 op het door de pijl aangegeven punt los; fig. 39 A0G0275m Derde remlicht Gloeilampen (fig. 38) vervangen: ❒ open de bagageruimte, verwijder de knoppen A-fig. 39 en verwijder het paneel B; ❒ haak de borgveren los en verwijder en vervang de lichtunit via de openingen in de plaat.
22-08-2006 11:12 Pagina 186 DASHBOARD EN BEDIENING 163-202 Alfa SPIDER NL ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID A 186 fig. 41 A0G0173m fig. 42 A0G0276m ❒ sluit de beschermkap B-fig. 41 op de lichtunit A-fig. 40; BAGAGERUIMTEVERLICHTING ❒ monteer de lichtunit door deze eerst aan een zijde in de juiste stand te plaatsen en vervolgens de andere zijde aan te drukken, totdat de borging inklikt.
DORPELVERLICHTING Gloeilamp vervangen: ❒ open het portier en verwijder het lampenglas A-fig. 44 op het door de pijl aangegeven punt; ❒ verwijder de beschermkap B-fig. 45 en vervang de geklemde lamp; fig. 45 A0G0235m ❒ sluit de beschermkap B-fig. 45 op de lichtunit A-fig. 44; VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN A0G0075m LAMPJES EN BERICHTEN fig.
NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 163-202 Alfa SPIDER NL 22-08-2006 11:12 Pagina 188 ZEKERINGEN VERVANGEN ALGEMENE INFORMATIE Het elektrische systeem wordt door zekeringen beveiligd: de zekering brandt door bij een storing of bij oneigenlijk gebruik van het systeem. Als een elektrisch onderdeel niet werkt, controleer dan eerst of de zekering niet is doorgebrand: de verbindingsstrip mag niet onderbroken zijn.
22-08-2006 11:12 Pagina 189 A0G0157m Om de zekeringen te bereiken, moet u de schroef A-fig. 47 losdraaien en de beschermkap B verwijderen. NOODGEVALLEN A0G0124m ONDERHOUD EN ZORG Zekeringenkast op het dashboard fig. 48 TECHNISCHE GEGEVENS De zekeringen van de auto bevinden zich in vier zekeringenkasten: op het dashboard, de pluspool van de accu, naast de accu en in de bagageruimte (linkerzijde). LAMPJES EN BERICHTEN TOEGANG TOT DE ZEKERINGEN ALFABETISCH REGISTER fig.
22-08-2006 11:12 Pagina 190 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 163-202 Alfa SPIDER NL 190 fig. 49 A0G0126m Zekeringenkast op pluspool van de accu Om de zekeringen te bereiken, moet u de borgveren A-fig. 49 losmaken en de beschermkap B verwijderen. fig.
22-08-2006 11:12 Pagina 191 A0G0128m A0G0123m ONDERHOUD EN ZORG fig. 52 TECHNISCHE GEGEVENS Om de zekeringen te bereiken, moet u de twee schroeven A-fig. 51 losdraaien en de beschermkap B verwijderen. NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN Zekeringenkast naast de accu ALFABETISCH REGISTER fig.
22-08-2006 11:12 Pagina 192 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 163-202 Alfa SPIDER NL 192 fig. 53 A0G0277m Zekeringenkast in de bagageruimte (linkerzijde) Om de zekeringen te bereiken, moet u het mechanisme A-fig. 53 losdraaien en de beschermkap B openen. fig.
FIGUUR Grootlicht rechts F14 10 52 Grootlicht links F15 10 52 Dimlicht rechts F12 15 48 Dimlicht links F13 15 48 Mistlampen voor F30 15 52 Achteruitrijlichten F35 7,5 48 Derde remlicht F37 10 48 Plafondverlichting voor F39 10 48 Plafondverlichting voor F49 7,5 48 Richtingaanwijzers F53 10 48 Waarschuwingsknipperlichten F53 10 48 ZEKERING AMPÈRE FIGUUR Zekeringenkast in motorruimte F70 (MEGA-FUSE) 150 50 Zekeringenkast op dashboard F71 70 50 Zekeringenk
22-08-2006 11:12 Pagina 194 ZEKERING AMPÈRE FIGUUR Aanjager F02 (MAXI-FUSE) 40 52 Elektrisch stuurslot F03 (MAXI-FUSE) 20 52 Regeleenheid remsysteem (pomp) F04 (MAXI-FUSE) 40 52 Regeleenheid remsysteem (magneetklep) F05 (MAXI-FUSE) 40 52 F06 (MAXI-FUSE) 40 52 Elektroventilateur motorkoelsysteem (hoge snelheid) F07 (MAXI-FUSE) 50 52 Koplampsproeiers F09 20 52 Claxons F10 15 52 Secundaire verbruikers elektronische inspuiting F11 15 52 + INT voor elektronische inspuitin
Remlichtschakelaar/schakelaarpaneel op tunnelconsole F35 7,5 48 Cruise-control F35 7,5 48 AQS-sensor F35 7,5 48 Beschikbaar F36 – 48 Regeleenheid instrumentenpaneel F37 10 48 Regeleenheid koplampen/Voeding regeleenheid gasontladingslampen (Bixenon) (indien aanwezig) F37 10 48 Ver-/ontgrendelmotor kofferdeksel F38 15 48 Diagnosestekker EOBD F39 10 48 Regeleenheid bandenspanningcontrole F39 10 48 Inbouwvoorbereiding mobiele telefoon F39 10 48 Regeleenheid sirene diefsta
AMPÈRE FIGUUR Aansteker op middenconsole F44 10 48 Radionavigatiesysteem F49 7,5 48 VEILIGHEID Regeleenheid regensensor F49 7,5 48 Regeleenheid stuurwiel F49 7,5 48 Bedieningsknoppen dashboard F49 7,5 48 Regeleenheid parkeersensoren F49 7,5 48 Verlichting schakelaars op tunnelconsole F49 7,5 48 Verlichting bedieningsknoppen stoelen F49 7,5 48 Verbruikers voorruit F49 7,5 48 Inbouwvoorbereiding mobiele telefoon F49 7,5 48 START/STOP-knop F49 7,5 48 Airbagsysteem
F56 25 54 Stoelverwarming links F57 7,5 54 Stoelverstelling rechts F60 25 54 Versterker Subwoofer F61 15 54 Stoelverwarming rechts F67 7,5 54 Beschikbaar F58 —- 54 Beschikbaar F59 —- 54 Hydraulische pomp cabriokap F62 30 54 Regeleenheid en magneetkleppen cabriokap F63 20 54 Beschikbaar F64 —- 54 Beschikbaar F66 —- 54 Beschikbaar F68 —- 54 Beschikbaar F69 —- 54 Beschikbaar F77 —- 54 Elektrische ruitbediening links F78 30 54 Beschikbaar F79 —- 54
LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 163-202 Alfa SPIDER NL 22-08-2006 11:12 Pagina 198 ACCU OPLADEN BELANGRIJK De beschrijving voor het opladen van de accu dient slechts ter informatie. Wendt u bij voorkeur tot een Alfa Romeo-dealer om deze werkzaamheden uit te laten voeren. We raden u aan de accu langzaam en met een lage stroomsterkte (ampère) gedurende ca. 24 uur op te laden. Als u de accu langer oplaadt, kan de accu worden beschadigd.
MET DE BOORDKRIK OPKRIKKEN VAN DE AUTO Zie de paragraaf “Wiel verwisselen” in dit hoofdstuk. STARTEN EN RIJDEN A0G0272m LAMPJES EN BERICHTEN fig. 55 NOODGEVALLEN De auto mag nooit aan de voorzijde maar uitsluitend aan de zijkant worden opgekrikt door de uiteinden van de hefarm van de garagekrik of de hefbrug te plaatsen, zoals is afgebeeld in fig. 55. Wendt u voor het opkrikken altijd tot de Alfa Romeo-dealer.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 163-202 Alfa SPIDER NL 200 22-08-2006 11:12 Pagina 200 SLEPEN VAN DE AUTO Het sleepoog dat bij de auto is geleverd, bevindt zich in de gereedschaphouder.
fig. 57 A0G0176m Achter Neem het sleepoog uit de gereedschaphouder en draai het op de schroefdraadpen A-fig. 57. VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN ❒ draai het sleepoog geheel op de schroefdraadpen. Maak de schroefdraad zorgvuldig schoon, voordat u het sleepoog op de schroefdraadpen draait. Controleer voor het slepen of het sleepoog volledig op de betreffende schroefdraadpen is gedraaid. LAMPJES EN BERICHTEN ATTENTIE NOODGEVALLEN ❒ verwijder de geklemde dop A-fig. 56 uit de voorbumper.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 163-202 Alfa SPIDER NL 202 22-08-2006 11:12 Pagina 202 ATTENTIE Schakel voordat de auto gesleept wordt, het stuurslot uit (zie de paragraaf “Contactslot” in het hoofdstuk “Dashboard en bediening”).
ZWAAR GEBRUIK VAN DE AUTO .......................... 207 NIVEAUS CONTROLEREN ................................... 208 LUCHTFILTER/POLLENFILTER .............................. 214 ACCU ............................................................. 214 WIELEN EN BANDEN ......................................... 217 RUBBER SLANGEN ........................................... 219 RUITENWISSERS .............................................. 219 CARROSSERIE .................................................
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 203-226 Alfa SPIDER NL 204 22-08-2006 11:14 Pagina 204 GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD Doelmatig onderhoud is een beslissende factor voor een lange levensduur, de beste prestaties en een zo zuinig mogelijk gebruik van de auto. Om dit te realiseren heeft Alfa Romeo een reeks controle- en onderhoudsbeurten samengesteld die iedere 30.
120 150 180 Banden op conditie en slijtage controleren en bandenspanning eventueel herstellen ● ● ● ● ● ● Werking verlichting (koplamp-/achterlichtunits, richtingaanwijzers, waarschuwingsknipperlichten, bagageruimte, interieur, dashboardkastje, waarschuwings-/controlelampjes enz.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 203-226 Alfa SPIDER NL 206 22-08-2006 11:14 Pagina 206 x 1000 km Uitlaatgasemissie controleren 30 60 90 120 150 180 ● ● ● ● ● ● ● Benzinedamp-opvangsysteem controleren Inspuiting/ontsteking controleren (m.b.v.
Als de auto overwegend onder zware bedrijfsomstandigheden rijdt, zoals: ❒ niveau van de motorkoelvloeistof; ❒ trekken van aanhangers of caravans; ❒ visueel de conditie controleren van: motor, versnellingsbak, aandrijfassen, uitlaat, brandstof- en remleidingen, rubber delen (stofkappen, hoezen enz.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 203-226 Alfa SPIDER NL 208 22-08-2006 11:14 Pagina 208 NIVEAUS CONTROLEREN Zie voor de hoeveelheid vloeistof de gegevens in het hoofdstuk Technische gegevens. Let op.
A0G0018m fig. 4 A0G0069m MOTOROLIE Motorolie bijvullen Fig. 3: uitvoering 2.2 JTS Als het olieniveau dicht bij of onder het MIN-merkteken staat, moet via de olievulopening B motorolie tot aan het MAX-merkteken worden bijgevuld. Het olieniveau mag nooit het MAXmerkteken overschrijden. Fig. 4: uitvoering 3.2 JTS Motoroliepeil controleren Controleer het oliepeil als de auto op een vlakke ondergrond staat en enige minuten (circa 5) na het uitzetten van de motor.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 203-226 Alfa SPIDER NL 210 22-08-2006 11:14 Pagina 210 ATTENTIE Wees voorzichtig als u werkzaamheden in de motorruimte moet verrichten en de motor nog warm is: gevaar voor verbranding. Onthoud dat bij een warme motor de elektroventilateur onverwacht kan inschakelen: kans op verwonding.
A0G0029m VLOEISTOF VOOR RUITENSPROEIERS EN KOPLAMPSPROEIERS fig. 6 Verwijder de dop A en vul het reservoir met een mengsel van water en TUTELA PROFESSIONAL SC 35 in de volgende mengverhouding: ❒ 30% TUTELA PROFESSIONAL SC 35 en 70% water in de zomer; ❒ 50% TUTELA PROFESSIONAL SC 35 en 50% water in de winter. Bij temperaturen onder -20°C TUTELA PROFESSIONAL SC 35 onverdund gebruiken. VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN fig. 6 Enkele in de handel verkrijgbare ruitensproeiervloeistoffen zijn licht ontvlambaar.
203-226 Alfa SPIDER NL 22-08-2006 11:14 Pagina 212 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING BELANGRIJK Het is raadzaam dit door de Alfa Romeo-dealer te laten doen. 212 ATTENTIE fig. 7 uitvoering 2.2 JTS A0G0027m OLIE VAN STUURBEKRACHTIGING fig.
REMVLOEISTOF fig. 9 Draai de dop A los en controleer of de vloeistof in het reservoir op het hoogste niveau staat. Het niveau mag nooit het MAX-merkteken overschrijden. BELANGRIJK Het is raadzaam dit door de Alfa Romeo-dealer te laten doen. Voorkom, als u de dop losdraait, contact tussen de zeer corrosieve vloeistof en de lak. Als remvloeistof wordt gemorst, moet de lak onmiddellijk met water worden afgespoeld.
22-08-2006 11:14 Pagina 214 LUCHTFILTER/ POLLENFILTER Laat het luchtfilter of het pollenfilter vervangen door de Alfa Romeo-dealer. STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 203-226 Alfa SPIDER NL ACCU De accu van de auto is “onderhoudsarm”: onder normale omstandigheden hoeft het elektrolyt niet bijgevuld te worden met gedestilleerd water. ACCULADING CONTROLEREN LAMPJES EN BERICHTEN De acculading kan bepaald worden door de kleur van de optische meter A-fig. 10 te controleren.
De vloeistof in de accu is giftig en corrosief. Voorkom contact met de huid en de ogen. Houd open vuur en vonkvormende apparaten verwijderd van de accu: brand- en ontploffingsgevaar. ATTENTIE Als de accu werkt met een zeer laag vloeistofniveau, ontstaat onherstelbare schade aan de accu en kan de accu openbarsten. Voor het onderhoud van de nieuwe accu dient u zich strikt te houden aan de aanwijzingen van de fabrikant van de accu.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 203-226 Alfa SPIDER NL 216 22-08-2006 11:14 Pagina 216 PRAKTISCHE TIPS OM DE LEVENSDUUR VAN DE ACCU TE VERLENGEN Om het snel ontladen van de accu te voorkomen en de levensduur te verlengen, dient u de volgende aanwijzingen nauwkeurig op te volgen: ❒ wanneer u de auto parkeert, controleer dan of de portieren, de motorkap en het kofferdeksel goed geslote
A0G0120m Een onjuiste bandenspanning veroorzaakt een onregelmatige slijtage van de banden fig. 11: A juiste spanning: gelijkmatige slijtage van het loopvlak. B te lage spanning: te grote slijtage aan de zijkanten van het loopvlak. C te hoge spanning: te grote slijtage in het midden van het loopvlak. Banden moeten worden vervangen als de profieldiepte van het loopvlak minder is dan 1,6 mm. Houdt u echter altijd aan de bepalingen van het land waarin u rijdt.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 203-226 Alfa SPIDER NL 218 22-08-2006 11:14 Pagina 218 Banden verouderen, ook als zij weinig of nooit gebruikt zijn. Scheurtjes in het loopvlak en op de wangen geven aan dat de band verouderd is. Banden die langer dan zes jaar onder een auto gemonteerd zijn, moeten dan ook door een specialist worden gecontroleerd.
Vervang de wisserbladen als het rubber vervormd of versleten is. Het verdient aanbeveling ten minste één maal per jaar de wisserbladen te vervangen. ❒ verwijder eventueel opgehoopte sneeuw van de ruit: om de wisserbladen te beschermen en oververhitting van de ruitenwissermotor te voorkomen; ❒ schakel de ruitenwissers niet in op een droge ruit. DASHBOARD EN BEDIENING Maak de wisserbladen regelmatig schoon met een schoonmaakmiddel; wij raden TUTELA PROFESSIONAL SC 35 aan.
22-08-2006 11:14 Pagina 220 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 203-226 Alfa SPIDER NL 220 fig. 12 A0G0080m Ruitenwisserbladen vervangen fig. 12 Aanwijzingen voor het losmaken van het wisserblad: – til de wisserarm A van de voorruit; – draai het wisserblad B 90° ten opzichte van de pen C, die zich aan het uiteinde van de wisserarm bevindt; – trek het wisserblad los van de pen C.
Bij de auto is de carrosserie tegen doorroesten van alle originele componenten van de carrosserie en van alle dragende delen gegarandeerd. Voor de specifieke voorwaarden van deze garantie wordt verwezen naar de Service- en garantiehandleiding. De belangrijkste oorzaken van roest zijn: ❒ luchtverontreiniging; ❒ het gebruik van verzinkte (of voorbehandelde) plaatdelen met een hoge corrosiebestendigheid; ❒ omgevings-/seizoensinvloeden.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 203-226 Alfa SPIDER NL 222 22-08-2006 11:14 Pagina 222 TIPS VOOR HET BEHOUD VAN DE CARROSSERIE Lak De lak heeft behalve een esthetische functie ook een beschermende functie. Daarom moeten beschadigingen van de laklaag, zoals krassen, onmiddellijk worden bijgewerkt om roestvorming te voorkomen.
BELANGRIJK Let er bij het schoonmaken van de binnenzijde van de achterruit op, dat de elektrische weerstandsdraden van de achterruitverwarming niet worden beschadigd. Veeg voorzichtig in de richting van de draden. BELANGRIJK Het schoonmaken van de lampglazen met een droge doek veroorzaakt krassen waardoor de prestaties zullen teruglopen. Het gebruik van oplosmiddelen maakt de lampglazen doffer waardoor de prestaties zullen afnemen.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 203-226 Alfa SPIDER NL 224 22-08-2006 11:14 Pagina 224 Motorruimte INTERIEUR Het verdient aanbeveling de motorruimte na het winterseizoen zorgvuldig te laten uitspuiten. Hierbij mag de waterstraal niet direct op de elektronische regeleenheden worden gericht. Laat deze werkzaamheden verzorgen door een gespecialiseerd bedrijf.
BELANGRIJK Gebruik nooit alcohol of benzine om het glas van het instrumentenpaneel of andere kunststof onderdelen schoon te maken. ATTENTIE Bewaar nooit spuitbussen in de auto: ontploffingsgevaar. Spuitbussen mogen niet worden blootgesteld aan temperaturen boven 50°C. In de zomer kan de temperatuur in het interieur ver boven deze waarde oplopen. DASHBOARD EN BEDIENING VEILIGHEID Gebruik nooit ontvlambare producten zoals petroleum of wasbenzine voor het reinigen van de interieurdelen van de auto.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 203-226 Alfa SPIDER NL 226 22-08-2006 11:14 Pagina 226 LEREN STUURWIEL/POOKKNOP Reinig deze componenten uitsluitend met water en neutrale zeep. Gebruik nooit alcohol of producten op basis van alcohol.
BRANDSTOFSYSTEEM ....................................... 232 TRANSMISSIE .................................................. 232 REMMEN ........................................................ 233 STUURINRICHTING ........................................... 233 WIELOPHANGING ............................................. 233 WIELEN .......................................................... 234 AFMETINGEN ................................................... 239 PRESTATIES ........................................
ALFABETISCH REGISTEREN TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 227-246 Alfa SPIDER NL 228 22-08-2006 11:16 Pagina 228 IDENTIFICATIEGEGEVENS Wij raden u aan nota te nemen van de identificatiegegevens. De identificatiegegevens zijn ingeslagen of aangebracht op plaatjes en bevinden zich op de volgende plaatsen fig.
22-08-2006 11:16 Pagina 229 MOTORCODE Het is bereikbaar na het optillen van de bekleding A-fig. 3 en bevat de volgende gegevens: ❒ type van de auto (ZAR 939000); ❒ chassisnummer. Dit plaatje is aangebracht aan de binnenzijde van het kofferdeksel fig. 4 en bevat de volgende gegevens: A. Fabrikant van de lak. B. Kleurbenaming. C. Kleurcode. D. Kleurcode voor bijwerken en overspuiten.
ALFABETISCH REGISTEREN TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 227-246 Alfa SPIDER NL 230 22-08-2006 11:16 Pagina 230 MOTORCODES - CARROSSERIE-UITVOERINGEN Uitvoeringen Motorcode Code van de carrosserie-uitvoering 2.2 JTS 939A5000 939EXB1B 19 3.
Cyclus Aantal en opstelling cilinders Aantal kleppen per cilinder 939A5000 939A000 Otto Otto 4 in lijn 6 in V van 60° 4 4 Boring en slag mm 86 X 94,6 85,6 X 89 Cilinderinhoud cm3 2198 3195 kW pk min-1 136 185 6500 191 260 6300 Nm kgm min-1 230 23,4 4500 322 32,8 4500 NGKFR5CP BOSCH HR7 MPP 302 Loodvrije benzine 95 RON (specificatie EN228) Loodvrije benzine 95 RON (specificatie EN228) Max. vermogen (EU) bijbehorend toerental Max.
LAMPJES EN BERICHTEN NOODGEVALLEN ONDERHOUD EN ZORG TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTEREN 232 22-08-2006 11:16 Pagina 232 BRANDSTOFSYSTEEM 2.2 JTS - 3.2 JTS Brandstofsysteem Directe inspuiting Modificaties of reparaties aan het brandstofsysteem die niet correct worden uitgevoerd en waarbij geen rekening wordt gehouden met de technische specificaties van het systeem, kunnen storingen in de werking en zelfs brand veroorzaken.
22-08-2006 11:16 Pagina 233 REMMEN 2.2 JTS 3.2 JTS Geventileerde schijfremmen Schijfremmen Geventileerde schijfremmen Geventileerde schijfremmen DASHBOARD EN BEDIENING 227-246 Alfa SPIDER NL 2.2 JTS - 3.2 JTS Type Draaicirkel (tussen stoepranden) Hydraulisch bekrachtigde tandheugelstuurinrichting 10,7 WIELOPHANGING 2.2 JTS - 3.
ALFABETISCH REGISTEREN TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 227-246 Alfa SPIDER NL 234 22-08-2006 11:16 Pagina 234 WIELEN VELGEN EN BANDEN Voor de rijveiligheid is het noodzakelijk dat alle wielen zijn voorzien van banden van hetzelfde merk en hetzelfde type. Lichtmetalen velgen. Tubeless radiaalbanden. Op de typegoedkeuring zijn bovendien alle goedgekeurde banden aangegeven.
tot 160 km/h. tot 170 km/h. tot 180 km/h. tot 190 km/h. tot 200 km/h. tot 210 km/h. tot 240 km/h. tot 270 km/h. tot 300 km/h. Maximale snelheid bij winterbanden Q M + S = max. 160 km/h. T M + S = max. 190 km/h. H M + S = max. 210 km/h. Voorbeeld: 7 J x 16 H2 ET 43 7 = breedte van de velg in inch 1. J = velgbedprofiel (deel aan de zijkanten waarop de band steunt) 2. 16 = montagediameter in inch (komt overeen met die van de band die gemonteerd moet worden) (3 = Ø).
22-08-2006 11:16 2.2 JTS Standaard ALFABETISCH REGISTEREN TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN Optional 236 Pagina 236 BANDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 227-246 Alfa SPIDER NL Noodreservewiel (voor bepaalde uitvoeringen/markten) 3.
bij gemiddelde beladingbar 2,3 2,3 2,5 2,5 2,7 2,5 volbeladen 2,6 2,6 2,7 2,7 2,8 2,6 bar Noodreservewiel T125/80 R17 4,2 Bij warme banden moet de bandenspanning 0,3 bar hoger zijn dan de voorgeschreven waarde. Controleer de spanning opnieuw bij koude banden. Bij winterbanden moet de in de tabel aangegeven waarde van de standaard gemonteerde banden met 0,2 bar verhoogd worden.
Voorwielen: LAMPJES EN BERICHTEN Pagina 238 – camber –34’ ± 18’ maximaal verschil rechts/links: 24’ – caster 4° 15’ ± 18’ maximaal verschil rechts/links: 18’ – half-toespoor (per wiel) –8’ ± 4’ maximaal verschil rechts/links: 4’ – camber –56’ ± 18’ maximaal verschil rechts/links: 24’ – half-toespoor (per wiel) 13’ ± 7’ (toespoor totaal: 26’ ± 7’) Achterwielen: NOODGEVALLEN ONDERHOUD EN ZORG 11:16 Uitvoering 2.2 JTS Uitvoering 3.
11:16 Pagina 239 DASHBOARD EN BEDIENING AFMETINGEN VEILIGHEID De afmetingen zijn aangegeven in mm en zijn geldig voor auto’s met standaard banden. STARTEN EN RIJDEN De afmetingen wijken iets af als optional banden zijn gemonteerd. LAMPJES EN BERICHTEN De hoogte heeft betrekking op een onbelaste auto. INHOUD BAGAGERUIMTE A0G0285m fig. 6 Uitvoeringen 2.2 JTS - 3.
ALFABETISCH REGISTEREN TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 227-246 Alfa SPIDER NL 240 22-08-2006 11:16 Pagina 240 PRESTATIES Maximum snelheid Kilometer met staande start km/h Acceleratie van 0-100 km/h sec. 2.2 JTS 222 10,2 30,4 3.2 JTS 240 7,6 27,8 sec.
22-08-2006 11:16 Pagina 241 GEWICHTEN Gewichten (kg) 2.2 JTS 3.2 JTS 1530 1690 Max. toelaatbaar gewicht (*) – vooras – achteras – totaal 1300 1100 1830 1300 1100 1990 Nuttig laadvermogen inclusief de bestuurder (**) 300 300 Trekgewichten 1450 1500 60 60 DASHBOARD EN BEDIENING 227-246 Alfa SPIDER NL STARTEN EN RIJDEN LAMPJES EN BERICHTEN NOODGEVALLEN (**) Als er speciale accessoires zijn gemonteerd (trekhaak enz.
ALFABETISCH REGISTEREN TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 227-246 Alfa SPIDER NL 242 22-08-2006 11:16 Pagina 242 VULLINGSTABEL Brandstoftank: – inclusief een reserve van liter liter Motorkoelsysteem liter 2.2 JTS 3.
Pagina 243 Smering voor benzinemotoren Motorolie SAE 5W-40 op synthetische basis met kwalificatie FIAT 9.55535-H2 Vloeistoffen en smeermiddelen (originele) SELENIA StAR Vervangingsinterval Volgens het Geprogrammeerde Onderhoudsschema Als u niet de originele SAE 5W/40-producten gebruikt, moeten de smeermiddelen minimaal voldoen aan de specificaties ACEA A3; in dit geval zijn de optimale prestaties van de motor niet gegarandeerd.
22-08-2006 Pagina 244 Specificaties van de vloeistoffen en smeermiddelen Vloeistoffen en smeervoor een correct functioneren van de auto middelen (origineel) Toepassing TUTELA CAR MATRYX Mechanische versnellingsbak en differentieels Synthetische olie SAE 75W-85. Voldoet ruimschoots aan de specificaties API GL-5 TUTELA CAR MULTIAXLE Haakse overbrenging en achterdifferentieel (uitvoering 3.
– een stadsrit: opgebouwd uit een koude start gevolgd door een gesimuleerde, normale testrit in stadsverkeer; – gecombineerd: hierbij telt de waarde van de stadsrit mee voor 37% en de waarde van de testrit buiten de stad voor 63%.
ALFABETISCH REGISTEREN TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 227-246 Alfa SPIDER NL 246 22-08-2006 11:16 Pagina 246 CO2-EMISSIE De CO2-emissie, vermeld in de volgende tabel, is gemeten op een gecombineerd traject. CO2-EMISSIE VOLGENS EU 1999/100-NORMEN (g/km) 2.2 JTS 3.
Dashboard .............................. 7 Dashboard en bediening 6 Dashboardkastje ....................... 81 Derde remlicht.......................... 185 Diefstalalarm............................ 17 Dimlicht - bediening .............................. 64 VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN LAMPJES EN BERICHTEN Cabriokap ............................... 82 Carrosserie (reinigen) ................ 221 CO2-emissie............................. 246 CODE-card................................ 11 Contactslot ...........
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 247-256 Alfa SPIDER NL:247-256 Alfa SPIDER NL 5-6-09 11:52 Pagina 248 248 - gloeilamp vervangen ............... 179 Dop van brandstoftank............... 111 Dorpelverlichting - gloeilamp vervangen ............... 187 Elektrische ruitbediening ............ 92 Elektronische sleutel .................. 11 EOBD (systeem).......................
Technische gegevens ............... 227 Transmissie .............................. 232 Trekken van aanhangers - trekhaak monteren.................. 143 VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN LAMPJES EN BERICHTEN NOODGEVALLEN Safe lock (systeem).................. 14 SBR-systeem............................ 115 Sensor automatische koplampen . 65 Slepen van de auto ................... 200 Sneeuwkettingen...................... 146 Snelheid (maximum) ................ 240 Spiegels ..................................
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 247-256 Alfa SPIDER NL:247-256 Alfa SPIDER NL 5-6-09 11:52 Pagina 250 250 Trip computer ........................... 37 Typeplaatjes - carrosserielak ......................... 230 - identificatiegegevens ............... 228 Wielen en banden..................... 217 Wielophanging ......................... 233 Wieluitlijning ............................
247-256 Alfa SPIDER NL:247-256 Alfa SPIDER NL 5-6-09 11:52 Pagina 251 NOTITIES
247-256 Alfa SPIDER NL:247-256 Alfa SPIDER NL 5-6-09 11:52 Pagina 252
247-256 Alfa SPIDER NL:247-256 Alfa SPIDER NL 5-6-09 11:52 Pagina 253
247-256 Alfa SPIDER NL:247-256 Alfa SPIDER NL 5-6-09 11:52 Pagina 254 Voor wie hart heeft voor zijn auto. De kracht achter uw motor.
247-256 Alfa SPIDER NL:247-256 Alfa SPIDER NL 5-6-09 11:52 Pagina 255 De experts adviseren Selenia De motor van uw nieuwe auto is ontwikkeld met Selenia, een motorolielijn die voldoet aan de meest geavanceerde internationale specificaties. Tijdens specifieke tests blijkt dat door de hoge technische specificaties Selenia het smeermiddel is om de prestaties van uw motor optimaal en betrouwbaar te houden.
247-256 Alfa SPIDER NL:247-256 Alfa SPIDER NL 5-6-09 11:52 Pagina 256 BANDENSPANNING IN KOUDE TOESTAND Bandenmaat 215/55 R16 93V voor achter Bandenmaat 225/50 R17 98W voor achter Bandenmaat 235/45 R18 98W voor achter bij gemiddelde beladingbar 2,3 2,3 2,5 2,5 2,7 2,5 volbeladen 2,6 2,6 2,7 2,7 2,8 2,6 bar Noodreservewiel T125/80 R17 4,2 Bij warme banden moet de bandenspanning 0,3 bar hoger zijn dan de voorgeschreven waarde. Controleer de spanning opnieuw bij koude banden.
Alfa Spider Omslag NL 22-08-2006 11:29 Pagina 1 NEDERLANDS INSTRUCTIEBOEK SERVICE ALFA