Operation Manual

88
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN RIJDEN
Monteren
Druk op de knop B-fig. 61 of C-
fig. 61a om de kap in het vak op te
bergen.
Ga als volgt te werk:
Zet de cabriokapklep in geopende
stand (als de kap in de opberg-
ruimte zit) om de bevestigingen
van de twee doppen te bereiken.
Deze doppen bevinden zich in de
gleuven van de afwerklijst op het
bovenste paneel tussen de rolbeu-
gels en zijn bereikbaar via het
paneel aan de voorzijde van de
opbergruimte.
De montage- en
demontagewerk-
zaamheden van de windstop
moeten worden uitgevoerd
als de kap is opgevouwen in
de daarvoor bestemde ruim-
te en bij geopende cabriokap-
klep.
ATTENTIE
A0G0280m
fig. 75
WINDSTOP
(indien aanwezig)
Deze bevindt zich achter de stoelen
fig. 75 en verhoogt het comfort tij-
dens het rijden, ongeacht de snelheid,
omdat de luchtturbulentie in het interi-
eur tijdens het rijden met geopende
kap wordt beperkt.
Open de twee klepjes en draai de
twee bevestigingknoppen van de
doppen A-fig. 76 los. Verwijder
de doppen en plaats de windstop
in de twee horizontale gleuven B-
fig. 77 en in de twee gleuven
aan de zijkant C op de rolbeugels
en controleer of de windstop juist
geplaatst is.
Draai de twee bijgeleverde knoppen
vast en sluit de cabriokapklep door
de knop B-fig. 61 of C-fig. 61a
te bedienen.
A0G0282m
fig. 76
A0G0281m
fig. 77
079-112 Alfa SPIDER NL 22-08-2006 10:41 Pagina 88