Operation Manual

versie 1995 71
Artikel 9
Alerteerbepalingen
1. Alerteren is verplicht. De WEKO stelt de criteria voor een alerteerregeling vast.
De WEKO en ook het RB kan voorschrijven dat bepaalde groepen spelers worden
ontslagen van de verplichting tot alerteren.
2. De tegenpartij heeft het recht het alerteren te verbieden. Dit dient bij aanvang van
de ronde kenbaar te worden gemaakt. Een paar dat van dit recht gebruikt maakt
wordt daardoor niet zelf ontslagen van de plicht te alerteren.
3. Het alerteren geschiedt door de partner van de speler die een te alerteren bieding
heeft gedaan:
a) als gebruik gemaakt wordt van bidding boxes door de alertkaart te hanteren;
de alertkaart dient vervolgens te worden teruggestoken in de bidding box;
b) als geen bidding boxes worden gebruikt of als in de bidding box geen
alertkaart aanwezig is: door na de bieding op de tafel te kloppen.
De alerterende speler dient zich ervan te vergewissen dat beide tegenstanders dit
hebben opgemerkt.
4. Ook na het geven van een alert blijven de bepalingen van artikel 20 Spr
onverminderd van kracht.
Artikel 10
Stopregel
1. Tenzij het RB anders voorschrijft, moet een openingsbod van 2 of hoger, alsmede
ieder sprongbod worden voorafgegaan door een waarschuwing als volgt:
a) als gebruik gemaakt wordt van bidding boxes: door de stopkaart voor beide
tegenstanders zichtbaar op tafel te leggen; als de stopkaart ontbreekt dient de
uitgenomen stapel biedkaarten eerst omgekeerd op tafel te worden gelegd,
en vervolgens te worden omgedraaid;
b) als geen bidding boxes worden gebruikt: door het bod te laten voorafgaan
door het woord 'stop'.
2. Na een bod als in lid 1 omschreven is de volgende speler verplicht ca 10
seconden te wachten voor hij een bieding doet. Elke bieding binnen deze periode
kan als een ongeoorloofde inlichting worden aangemerkt.