AlphaVision 96 Gebruikershandleiding Alphatronics B.V.
AlphaVision 96 - Gebruikershandleiding © 1999 Alphatronics B.V., Nijkerk Uitgave november 1999 Bijgewerkt tot en met versie 3.
INHOUDSOPGAVE Inleiding Zones en sekties van de AlphaVision 96 Bediening Het AlphaVision LCD bedieningspaneel Betekenis van de LED’s op het AlphaVision LCD bedieningspaneel Het AlphaVision LED bedieningspaneel Betekenis van de LED’s op het AlphaVision LED bedieningspaneel Schakelen met behulp van een PIN-code Bedienen van de centrale onder bedreiging (duress) Paniekmelding PIN-code gekoppeld aan sekties.
Inleiding Deze handleiding is bedoeld voor de gebruiker van de AlphaVision beveiligingscentrale. De AlphaVision centrale wordt gebruikt bij het signaleren en doormelden van inbraak, brand, overval, sabotage en technische alarmen. De AlphaVision beveiligingscentrale kan bediend worden middels 1 of meerdere bedieningspanelen en sleutelschakelaars. De kern van dit beveiligingssysteem is een geavanceerd elektronisch apparaat in een metalen kast, dat door de installateur vakkundig is aangebracht.
Bediening Het AlphaVision LCD bedieningspaneel Om de centrale in of uit te schakelen wordt gebruik gemaakt van een bedieningspaneel en/of sleutelschakelaar. Er zijn 2 soorten bedieningspanelen te gebruiken, namelijk een bedieningspaneel met LCD display en een bedieningspaneel met LED’s. Het kunststof LCD bedieningspaneel is hiernaast afgebeeld. Op het LCD display kunnen meldingen van de centrale afgelezen worden.
Het AlphaVision LED bedieningspaneel Het AlphaVision LED bedieningspaneel kan zowel binnen als buiten worden gemonteerd. Het is met dit paneel niet mogelijk om speciale funkties uit te voeren. Wel beschikt dit paneel over 8 extra LED’s die naar keuze permanent of tijdelijk de status van de 8 sekties weergeven. Wanneer in deze handleiding verwezen wordt naar een toets van een bedieningspaneel, dan wordt dit aangegeven door de betreffende toets tussen de symbolen <> te plaatsen, bijvoorbeeld de toets <1>.
Schakelen met behulp van een PIN-code Wanneer de centrale in- en uitgeschakeld wordt door middel van het bedieningspaneel, dan worden hiervoor zogenaamde PIN-codes gebruikt. Een PIN-code is een cijfercombinatie waarmee de centrale bediend kan worden. Bij het gebruik van PIN-codes is het belangrijk om te zorgen dat deze PIN-code GEHEIM blijft. Een PIN-code kan bestaan uit 4, 5 of 6 cijfers en is dus strikt persoonlijk.
LED bedieningspaneel - sectie LED’s Op het LED bedieningspaneel zijn een achttal LED’s aangebracht die informatie weergeven betreffende de status van de verschillende sekties (A t/m H). Deze LED’s vervangen de display op het LCD bedieningspaneel. De bediening van het LED bedieningspaneel is identiek aan de bediening van het LCD bedieningspaneel waarbij alleen de uitlezing afwijkt. - Knippert de sectie LED dan is de gebruiker voor deze sectie niet geautoriseerd.
of uitgeschakeld kunnen worden. Wanneer op toets <1> gedrukt wordt, zal de A op de onderste regel komen. Wordt nogmaals op <1> gedrukt, dan gaat de A weer naar de bovenste regel. Op dezelfde wijze beïnvloedt toets <2> de letter van sectie B. De schakeling wordt pas doorgevoerd wanneer er op de toets <#> gedrukt wordt. Er kan bij een PIN-code van niveau 3, 4 of 5 zowel in als uitgeschakeld worden afzonderlijk per sectie.
schakeld kunnen worden omdat deze zone openstaat door het beschadigde magneetcontact. Om de centrale alsnog in te kunnen schakelen moet deze zone geblokkeerd worden. Zones worden geblokkeerd door het intoetsen van de toets <-->]>gevolgd door het zone nummer in één of twee cijfers, gevolgd door <#> gevolgd door een PIN-code van niveau 4 of 5.
Funkties uitvoeren Elke funktie wordt uitgevoerd door het intoetsen van >, gevolgd door <1 tot 2 cijfers>, gevolgd door <#>. Zodra dit ingetoetst is, verschijnt op de onderste regel van het LCD een verklaring van de geselecteerde funktie. Hierna dient een gebruikerscode ingetoetst te worden. Deze gebruikerscode moet van een voldoende hoog niveau zijn om de funktie uit te mogen voeren.
F2# Deurbel aan/uit zetten De AlphaVision kan uitgevoerd zijn met een deurbel-funktie. Het wel of niet funktioneren van deze deurbel funktie wordt door de gebruiker ingesteld middels funktie 2. Het uitvoeren van deze funktie kan bij systemen waar dit geen betekenis heeft, geen kwaad. Druk op de toetsen > <2> <#> gevolgd door een PIN-code van niveau 4 of 5.
F6# Programmeren van PIN-codes Alle gebruikers-codes (PIN-codes) zijn òf 4-cijferig, òf 5-cijferig, òf 6-cijferig. Het aantal cijfers waaruit de gebruikerscodes bestaan is standaard 6 en dit is instelbaar bij scherm 8 (installateursprogrammering). Er kunnen 98 PIN-codes geprogrammeerd worden. De 98e code is de PIN-code van de systeembeheerder (hoofdgebruiker). In de fabriek is de hoofdgebruikerscode op 445566 geprogrammeerd.
Toets nu het gewenste niveau van de PIN-code in (1,2,3,4 of 5, b.v. 4) gevolgd door <#>. Let op: hierna worden de sekties als hoofdletters weergegeven: 01: 111111 niv 4 ABCDEFGH zmdwdvz Dat ABCDEFGH nu in hoofdletters verschijnt betekent dat deze nu gewijzigd kunnen worden. Wordt op toets <1> gedrukt dan zal ABCDEFGH gewijzigd worden in .BCDEFGH. De A is dan vervangen door een punt. Wordt er nogmaals op toets <1> gedrukt, dan veranderd de punt weer in een A.
F7# Start installateursmenu De installateur zal bij het programmeren van de centrale gebruik maken van deze funktie. Gebruik deze funktie niet, tenzij de installateur daarom verzocht heeft. F8# Start afstandsprogrammering De installateur kan verzoeken om funktie 8 uit te voeren om op afstand in de centrale "te kijken" en eventuele veranderingen aan te brengen. Dit gaat als volgt: Druk op de toetsen ><8><#> gevolgd door een PIN-code van niveau 5.
F10# Weergeven van het historisch overzicht Alle gebeurtenissen van de centrale worden bijgehouden in een historisch logboek. De inhoud van dit logboek kan op het display zichtbaar gemaakt worden. In het logboek staan de laatste 100 gebeurtenissen opgeslagen. Druk op de toetsen > <1> <0> <#> gevolgd door een PIN-code van niveau 4 of 5. Op het display verschijnt vervolgens de melding: Historisch overzicht: / Wanneer op toets < > gedrukt wordt (A) betekent dit "terug bladeren".
Druk op de toetsen > <1> <3> <#> gevolgd door een PIN-code van niveau 4 of 5. Op het display verschijnt vervolgens de melding: Log printer is UIT gezet. F14# PIN-code overzicht printen Door het uitvoeren van funktie 14 kan de systeembeheerder een overzicht uitdraaien via de printermodule van alle geprogrammeerde PIN-codes. Druk op de toetsen > <1> <4> <#> gevolgd door een PIN-code van niveau 4 of 5.
Opmerking: wanneer bijvoorbeeld een code gebruikt wordt om deze functie te aktiveren die alleen geldig is voor sectie A, dan worden ook alleen open zones, die bij sectie A behoren getoond. Meldingen op het display van het LCD bedieningspaneel Let op: dit hoofdstuk is niet van toepassing op het LED bedieningspaneel Inbraak zone 04 woonkamer Lage accuspanning CENTRALE Er is geconstateerd dat de accuspanning van de centrale te laag is.
Bevestiging van het geheel of gedeeltelijk inschakelen van het systeem. Sektie(s) ingeschakeld Bevestiging van het geheel of gedeeltelijk uitschakelen van het systeem. Sektie(s) uitgeschakeld Deze melding verschijnt als de centrale compleet staat ingeschakeld en er wordt getracht bijv. een bepaalde functie uit te voeren. Schakel dus eerst uit alvorens de funktie uit te voeren.
Logboek voor de AlphaVision 96 centrale Naam installateur : Adres : Postcode : Telefoonnummer : Monteur : Datum van installatie : Type installatie : DATUM: 18 Woonplaats : MONTEUR: Gebruikershandleiding voor de AlphaVision 96 centrale WERKZAAMHEDEN:
Aantekeningen Gebruikershandleiding voor de AlphaVision 96 centrale 19
Aantekeningen 20 Gebruikershandleiding voor de AlphaVision 96 centrale
Aantekeningen Gebruikershandleiding voor de AlphaVision 96 centrale 21