PSTN-2-IP ML installatie handleiding Alphatronics bv * Watergoorweg 71* 3861MA Nijkerk * Tel.: 033-2459944 * Fax.: 033-2453149 * info@alphatronics.
Technische gegevens van de AlphaCom PSTN2IP ML transceiver: Afmetingen: Stroomverbruik actief: Stroomverbruik piek: 157 x 96 x 18 mm (l x b x h). 115mA. 210mA. Voedingspanning: Gebruikstemperatuur: Vochtigheid: LAN aansluiting: VPN mogelijkheid: Artikelnummer: 12-16VDC 0 tot +50°C max.
INHOUDSOPGAVE INLEIDING .....................................................................................................................................................................4 ALGEMEEN ....................................................................................................................................................................5 INSTELLINGEN M.B.T. GOEDKEURING ..............................................................................................................
INLEIDING Met de komst van de zogenaamde ‘Triple Play’ aanbieders, loopt men steeds vaker tegen problemen aan bij het doormelden van meldingen naar meldkamers. Het versturen van een analoog alarm signaal via VoIP (Voice over IP) naar een meldkamer kan op dit moment door geen van de telecom aanbieders gegarandeerd worden. De AlphaCom PSTN2IP ML transceiver is een intelligente interface om meldingen vanuit beveiligingscentrales via het Internet naar meldkamers (PAC) te versturen.
ALGEMEEN De AlphaCom PSTN2IP ML is een interface om alarmmeldingen via IP door te geven aan een of meerdere meldkamers. De AlphaCom PSTN2IP ML kan meldingen ontvangen / genereren door middel van: • De PSTN aansluiting • De seriële aansluiting (klant-specifieke-applicatie) • Intern (bijvoorbeeld de sabotageschakelaar) en kan deze meldingen vervolgens bufferen tot 100 berichten. Mochten er meer meldingen wachten op het versturen naar een meldkamer, dan worden de oudste berichten verwijderd uit de buffer.
INSTELLINGEN M.B.T. GOEDKEURING De PSTN2IP ML kan op veel manieren toegepast worden. Daar, waar de PSTN2IP ML toegepast wordt overeenkomstig de uitgevoerde keuring (o.a. EN50136-1-1 en EN50136-2-1) dienen de volgende richtlijnen strikt in acht genomen te worden. De toegang tot de webinterface dient voorzien te zijn van een gebruikersnaam en wachtwoord. Het gekozen wachtwoord dient vanzelfsprekend niet voor de hand liggend te zijn en bijvoorkeur bestaan uit een combinatie van letters, cijfers en tekens.
Bedrijven Risicoklasse 1 2 3 3* 4 4* Eisen m.b.t. Alarmering / doormelding AL1 AL1 AL1 AL2 AL2 AL3 Alarmering AL0 AL1 AL2 AL3 Geen eisen Alarmtransmissie volgens NEN EN 50136-1-1 niveau AL1 Alarmtransmissie volgens NEN EN 50136-1-1 niveau AL2 Alarmtransmissie volgens NEN EN 50136-1-1 niveau AL2 aangevuld met een back-up melding van niveau AL1 via een ander medium (bijvoorbeeld GPRS) Bovenstaande informatie is gebaseerd op de Verbeterde Risicoklassenindeling VRKI 2007.
QUICK INSTALLATION GUIDE De meest eenvoudige situatie waarin de AlphaCom PSTN2IP ML transceiver geplaatst kan worden is de thuissituatie: men heeft een bestaande alarminstallatie en besluit over te stappen op bellen via de kabel of bellen via een ADSL aansluiting. Tengevolge hiervan heeft men geen correcte doormelding meer naar de meldkamer.
ALPHACOM PSTN2IP ML PROGRAMMEREN De AlphaCom PSTN2IP ML kan nu geprogrammeerd worden. Zet het IP adres van de laptop (bijvoorbeeld) op 192.168.0.49 en het subnetmask op 255.255.255.0 (zie pagina 7 voor instructies over het instellen van het IP adres). Het gateway adres kan leeg gelaten worden. Start vervolgens de internet browser op. Typ in de adres balk 192.168.0.48. Het inlog scherm zal nu verschijnen. Volg nu de programmeerinstructies zoals beschreven vanaf pagina 9.
HARDWARE INSTALLATIE Backup Telefoonlijn aansluiting Alarmkiezer aansluiting LAN aansluiting RS-485 bus Voedingsspanning aansluiting Figuur 2: AlphaCom PSTN2IP ML aansluitschema De AlphaCom PSTN2IP ML transceiver kan op twee manieren van voeding voorzien worden: via de 2,1 mm jack aansluiting (+ in het midden), of direct via de + en 0V klemmen van de RS-485 bus aansluiting.
Figuur 3: Schema PSTN lusbewaking Jumper J19 is aan de hand van onderstaande afbeelding eenvoudig terug te vinden: J19 Selecteer PSTN lusbewaking. Pin 3 van het schema (0V) is de bovenste pin van de 3. Figuur 4: Jumper t.b.v. PSTN lusbewaking Om de PSTN lusbewaking hardware matig mogelijk te maken, dient een jumper op J19 geplaatst te worden, zodanig dat pin 1 en 2 doorverbonden worden. Dit gebeurt door de jumper aan de kant van de blauwe connector te plaatsen zodat pin 1 en 2 zijn doorverbonden.
Het verschil met een geïntegreerde GSM module (zoals op de AlphaCom XL aangebracht kan worden) is, dat een externe GSM interface met een audio verbinding werkt en de oorspronkelijke uitgaande PSTN verbinding van de analoge kiezer in de beveiligingscentrale via GSM (audio) probeert tot stand te brengen. De geïntegreerde GSM module van de AlphaCom XL zendt het datapakketje via GPRS (IP over GSM) naar de meldkamer en is zodoende een veel geanvanceerdere en betrouwbaarder backup faciliteit.
ALPHACOM PSTN2IP ML PROGRAMMEREN MIDDELS BROWSER De AlphaCom PSTN2IP ML kan middels een browser ingesteld worden of middels een DTMF-telefoon. Zie het hoofdstuk ‘AlphaCom PSTN2IP ML programmeren middels DTMF telefoon (pag. 33) om de PSTN2IP ML middels een DTMF telefoon in te stellen of volg onderstaande aanwijzingen om de PSTN2IP ML middels een browser in te stellen.
Ga hiervoor naar Start, Instellingen, Configuratiescherm en ga vervolgens naar Netwerk- en inbelverbindingen. Op het scherm verschijnen nu de aanwezige LAN verbinding(en). Druk vervolgens met de rechter muistoets op de actieve LAN verbinding en selecteer eigenschappen. In het scherm verschijnen nu de eigenschappen van deze LAN verbinding: Installatiehandleiding AlphaCom PSTN2IP ML transceiver Rev. 1.4 26-06-2009 Blz.
Druk vervolgens op het onderdeel Internet Protocol TCP/IP en druk vervolgens op Eigenschappen. Het volgende scherm zal verschijnen: Selecteer ‘Het volgende IP-adres gebruiken:’ in plaats van ‘Automatisch een IP-adres verkrijgen’. Vul als IP adres 192.168.0.49 in en als subnetmask 255.255.255.0. Het IP adres van de Standaardgateway hoeft niet ingevuld te worden. Druk tenslotte op OK om deze instellingen op te slaan. Installatiehandleiding AlphaCom PSTN2IP ML transceiver Rev. 1.4 26-06-2009 Blz.
De AlphaCom PSTN2IP ML wordt geprogrammeerd met een standaard webbrowser. Ondersteunde browsers zijn Internet Explorer*) (versies 6 en 7), Mozilla Firefox (versie 1.5) en Opera (versie 8.5). *) Let op: Internet Explorer 5.0 (of lager) wordt niet ondersteund! Voor het programmeren via de webbrowser dienen alle DIP switches op de AlphaCom PSTN2IP ML in de juiste posities gezet te worden. Zet dipswitch 1 op OFF om te voorkomen dat er fabriekswaarden ingelezen worden.
het adres http://192.168.0.48 in te toetsen. In tegenstelling tot ‘gewone’ webpagina’s, wordt nu dus niet www ingetoetst. Achter het IP adres kan het poortnummer worden gezet, bijvoorbeeld 192.168.0.48:81. De :81 achter het IP adres forceert het gebruik van webpoort 81. Standaard wordt door de AlphaCom PSTN2IP ML echter webpoort 80 gebruikt en kan de :81 weggelaten worden (of vervangen worden door :80). Het invullen van een ander poortnummer hoeft alleen indien DIP switch 2 op OFF staat.
C:\>ping 192.168.0.48 Pingen naar 192.168.0.48 met 32 byte gegevens: Antwoord Antwoord Antwoord Antwoord van van van van 192.168.0.48: 192.168.0.48: 192.168.0.48: 192.168.0.48: bytes=32 bytes=32 bytes=32 bytes=32 tijd=9 tijd=4 tijd=4 tijd=4 ms ms ms ms TTL=100 TTL=100 TTL=100 TTL=100 Ping-statistieken voor 192.168.0.
Wanneer dipswitch 2 op ON staat, kan met alleen een gebruikersnaam ingelogd worden. Het veld wachtwoord dient dan leeg te zijn. Wanneer dipswitch 2 op OFF staat, dan dient het correcte wachtwoord ingevuld te worden. De AlphaCom PSTN2IP ML kent slechts 1 gebruikers (dit in tegenstelling tot de AlphaCom XL): o beheerder (standaard gebruikersnaam ‘ admin’, geen standaard wachtwoord) De beheerder kan alle configuratie instellingen zien en bewerken, net als de statusinformatie.
Na het aanmelden als beheerder (admin) wordt het status scherm getoond. Hierop is een samenvatting van de status van het apparaat te zien. Via de menu-knoppen aan de linker zijde zijn alle instellingen te bereiken. De diverse menuopties worden in de volgende pagina’s besproken. De status informatie wordt elke 10 seconden automatisch ververst.
Wanneer op de knop ‘Algemene instellingen’ van de status pagina gedrukt wordt, verschijnt bovenstaande pagina. De eerste keuze in de linkerkolom (Ethernet configuratie) wordt direct getoond. De andere keuzemogelijkheid vanaf dit scherm is de Webserver configuratie. Via de knop Hoofdmenu wordt teruggekeerd naar de statuspagina (eerste pagina na het inloggen). Ethernet Instellingen Mac adres Het MAC adres bestaat uit 12 hexadecimale cijfers.
Webserver instellingen Webserver IP / poort Het IP adres van de webserver is gelijk aan het IP adres van de AlphaCom PSTN2IP ML (zie ethernet configuratie) en is niet via deze pagina aan te passen. De poort bepaalt de TCP-poort waarop webbrowsers verbinding kunnen maken met de AlphaCom PSTN2IP ML. De standaardinstelling hiervoor is ‘80’. Toegang voor beheerders Verander de standaard gebruikersnaam en wachtwoord van de beheerder om te voorkomen, dat onbevoegden met de standaardwaarden in kunnen loggen.
toegang meer mogelijk is. Overigens wordt deze blokkering direct opgeheven, na het spanningsloos maken van de PSTN2IP ML. Indien de optie Genereer alarm bij blokkeren ingeschakeld is, zal er na het ingestelde aantal pogingen automatisch een alarm verstuurd worden, met SIA-HS code ‘TA’ (Tamper Alarm). Configuratie IP kiezer Na de keuze Kiezer 1 Instellingen in het hoofdmenu, wordt onderstaande pagina weergegeven. De PSTN2IP ML heeft de mogelijkheid om tot maximaal 4 kiezers (transceivers) te programmeren.
ongehinderd door te laten, indien ze bedoeld zijn voor de poorten 8000, 8001, 8002 en 8003. In verreweg de meeste gevallen is het niet noodzakelijk om dergelijke aanpassingen te maken. De protocol keuze is afhankelijk van de ontvangstapparatuur op de meldkamer (PAC) en wordt samen met het accountnummer verstrekt door de PAC. Bij Supervisie Interval wordt de gewenste polling-tijd in eenheden van seconde ingegeven.
Bewaking Instellingen / PRIO relais Wordt vanaf het hoofdmenu gekozen voor de optie Ingang / Uitgang instellingen dan wordt onderstaand scherm weergegeven. Standaard wordt het scherm met de Bewaking Instellingen automatisch weergegeven. De overige keuzes zijn middels knoppen vanaf de linkerkant bereikbaar. Bij Communicatie Storingen kan aangegeven worden, wat er moet gebeuren wanneer de PSTN2IP ML een storing in één van de transceivers concludeert.
deze voedingsspanning 16VDC te zijn. Er kan dan een battery-pack aangesloten worden. In dat geval dient er voor beide calamiteiten een SIA Alarm Code en Herstel Code geprogrammeerd te worden. Wanneer de PSTN2IP ML vanuit een beveiligingscentrale gevoed wordt, hoeft dit niet ingesteld te worden, mits de beveiligingscentrale zelf een netspanningsbewaking en lage accuspanningsindicatie heeft. De instellingen van de Sabotage schakelaar betreft de op de print aanwezige schakelaar S1.
PST Interface Instellingen Wordt gekozen voor PSTN Interface Instellingen, dan verschijnt het volgende scherm: De PSTN interface simuleert een analoge telefoonaansluiting. Hierop kan de (uitgaande) PSTN alarmkiezer van een beveiligingscentrale aangesloten worden. De PSTN2IP ML simuleert dan de volledige kiesverbinding met de meldkamer. Op de PSTN interface dienen TBR-21 conforme / goedgekeurde alarmoverdragers aangesloten te worden.
Geselecteerde protocol: SIA-HS SIA (regular) Contact ID Scancom DTMF 1600Hz Scancom DTMF 1400Hz Toelichting: SIA High Security, uitsluitend gebruikt door producten van Alphatronics. Kiezers met het SIA protocol, waaronder SIA level 0, level 1, level 2 en level 3. Tevens wordt de XSIA variant (Aritech) ondersteund. Ademco Contact ID reporting protocol Scancom 8 en 16 kanaals kiezers met de gangbare 1600Hz / 2000Hz acknowledge frequenties.
Seriële Poort Instellingen Wordt de optie Seriële Poort Instellingen gekozen, dan volgt onderstaand scherm. De PSTN2IP ML beschikt over 2 seriële ingangen voor OEM applicaties, waarvan er 1 als RS-232 uitgevoerd is en 1 als RS-485 bus. Instellingen Seriële poort 1 De eerste seriële poort kan gebruikt worden voor een zogenaamde transparante seriële verbinding over IP. Voor deze applicatie zijn 2 PSTN2IP ML printen nodig (of 1 PSTN2IP ML én 1 AlphaCom XL).
Let op: wanneer de AlphaCom ML aangestuurd wordt via de RS-485 bus, dan moet er gekozen worden: • of de AlphaCom ML wordt van voedingsspanning voorzien vanaf de RS-485 bus. Dit is de gebruikelijke situatie. • of de AlphaCom ML wordt van voedingsspanning voorzien middels de 2,1 mm jack aansluiting. Dit is ongebruikelijk, wanneer tevens de RS-485 bus gebruikt wordt. Is dit toch de bedoeling, dan dient van de RS-485 bus alleen de 0, A en B aangesloten te worden.
Standaard Instellingen Na het kiezen van Standaard Instellingen wordt het volgende scherm getoond: Selecteer welke instellingen teruggezet moeten worden naar de fabriekswaarden en druk daarna op Load. Door alle 3 de instellingen te selecteren, wordt de PSTN2IP ML volledig van fabriekswaarden voorzien, met uitzondering van het (eventueel al veranderde) MAC adres. Na het terugzetten naar de fabrieksinstellingen wordt de PSTN2IP ML opnieuw opgestart.
Bij het uitloggen of na het herstellen van de fabrieksinstellingen wordt bovenstaand scherm getoond. Hierop wordt ook het adres getoond waarop de PSTN2IP ML na het herstarten (vermoedelijk) bereikbaar zal zijn. Wordt gebruik gemaakt van DHCP, dan kan het zijn, dat de DHCP server bij het opstarten van de PSTN2IP ML een ander IP adres toekent. In dat geval kan de PSTN2IP ML het gemakkelijkst opgespoord worden met behulp van de Device Discovery Tool.
ALPHACOM PSTN2IP ML PROGRAMMEREN MIDDELS DTMF-TELEFOON De AlphaCom PSTN2IP ML kan middels een browser ingesteld worden of middels een DTMF-telefoon. In het voorgaande hoofdstuk is het instellen middels een browser besproken. Wanneer de AlphaCom PSTN2IP ML geprogrammeerd wordt met behulp van een DTMF telefoon, dan dient de router/gateway van het Local Area Network gebruik te maken van het DHCP protocol om dynamische IP adressen uit te geven.
NUMMER BETEKENIS 01 02 03 04 11 12 13 14 15 21 22 23 24 25 31 32 33 34 35 40 41 50 99 OPMERKINGEN Configuratie IP kiezer 1 Een punt in het IP adres wordt als * ingevoerd via de telefoon, dus 192.168.0.127 wordt ingetoetst als IP adres van meldontvanger 192*168*0*127#, waarbij het laatste # bedoeld is om de programmering van menupunt 01 af te sluiten.
Beëindig het programmeren door het kiezen van menu nummer 99. De programmering wordt opgeslagen. Verwijder daarna de spanning van de PSTN2IP ML en zet dipswitch 2 terug op OFF. Verbind de alarmkiezer (van het beveiligingssysteem) met de PSTN ingang van de PSTN2IP ML. Verbind de LAN uitgang met het local area network. Sluit daarna de spanning weer aan op de AlphaCom PSTN2IP ML. Controleer de correcte werking van het systeem! Installatiehandleiding AlphaCom PSTN2IP ML transceiver Rev. 1.4 26-06-2009 Blz.
WERKING VAN DE ALPHACOM PSTN2IP ML Verwijder na het programmeren de voeding van de AlphaCom PSTN2IP ML. Zet de dipswitches na het programmeren naar de juiste instellingen voor normale werking: Zet dipswitch 1 op OFF (de ‘normale’ stand, bij ON worden fabriekswaarden teruggezet). Zet dipswitch 2 op OFF, zodat de geprogrammeerde instellingen gebruikt worden.
PSTN back-up functie De PSTN2IP ML transceiver controleert continu of er een LAN verbinding is en controleert continu of de verbinding met de meldkamer gerealiseerd is. Zodra de LAN verbinding of het contact met de meldkamer wegvalt, schakelt het prioriteitsrelais om, zodat de kiezer van de centrale de melding alsnog via een analoge telefoonlijn (indien aanwezig) kan versturen. De PSTN2IP ML transceiver blijft intussen proberen contact met de meldkamer te leggen.
Betekenis van de TRANSCEIVER LEDs: LED nummer Kleur LED OP2 groen LED OP3 rood LED OP4 groen LED OP5 groen Betekenis Knippert wanneer de besturingssoftware op de print correct functioneert. Brandt als er een bericht in de buffer staat of als er geen kiezers geprogrammeerd zijn. Status van de eerste kiezer en van de bijbehorende backup kiezer. Status van de tweede kiezer en van de bijbehorende backup kiezer.
DIPSWITCH instellingen van de AlphaCom PSTN2IP ML De functionaliteit van de AlphaCom PSTN2IP ML transceiver wordt mede-bepaald door de stand van de dipswitches. Kort samengevat is de betekenis van de dipswitches als volgt: Dipswitch nummer 1 Instelling OFF ON OFF 2 ON OFF 3 ON 4 Betekenis ‘Normale’ stand Wanneer dipswitch 1 in de ON stand staat en de AlphaCom PSTN2IP ML onder spanning gebracht wordt, dan worden de default waarden (fabriekswaarden) geprogrammeerd. ‘Normale’ stand.
AlphaCom PSTN2IP ML voorzien van nieuwe firmware (bios flash) Wanneer de AlphaCom PSTN2IP ML voorzien moet worden van nieuwe firmware, dan kan dit op de volgende manieren geschieden: • • lokaal met behulp van een computer/laptop voorzien van het Renesas Flash Tool software en een RS-232 (art.nr. 003834) programmeerkabel. op afstand (remote). Vanaf firmware versie 1.7 kan nieuwe firmware op afstand (remote) ‘geflasht’ worden in de Alphacom PSTN2IP ML.
Met behulp van de ‘Bladeren’ knop kan de nieuwe firmware file geselecteerd worden. Druk vervolgens op ‘Upload’ knop om de nieuwe firmware file te versturen naar de AlphaCom PSTN2IP ML. Indien de write protect jumper J44 in de ‘beveiligde’ stand staat, dan zal de bovenstaande foutmelding in het beeldscherm verschijnen. Installatiehandleiding AlphaCom PSTN2IP ML transceiver Rev. 1.4 26-06-2009 Blz.
Indien het versturen (flashen) van de nieuwe firmware is gelukt, dan verschijnt de bovenstaande melding op u beeldscherm. Installatiehandleiding AlphaCom PSTN2IP ML transceiver Rev. 1.4 26-06-2009 Blz.
Firmware (bios flash) update lokaal uitvoeren Voor het plaatsen van nieuwe firmware, dient men te beschikken over de volgende zaken: o o o o computer met RS-232 poort (eventueel met een USB naar seriële omzetter) seriële verbindingskabel (artikel 003834). flash programma FDT (Flash Development Toolkit) firmware update file Maak de AlphaCom PSTN2IP ML spanningsloos. Sluit de seriële verbindingskabel aan tussen de PC en de ‘boxed header’ J1 t.b.v. het flashen.
RS-232 connector t.b.v. flashen Jumpers J43 en J44 in de ‘flash-stand’ Watchdog LED. Jumper J40 t.b.v. de ‘flash’ stand. Figuur 6: Aansluitingen t.b.v. flashen (bios-update) Installatiehandleiding AlphaCom PSTN2IP ML transceiver Rev. 1.4 26-06-2009 Blz.
Start nu het programma op de PC, waarmee het flashen uitgevoerd wordt. Controleer dat het vinkje bij User / Data Area aanstaat en controleer, dat de bestandsaanduiding wijst naar de nieuw te flashen update. In dit voorbeeld is dat C:\ALPHACOM XL\BIOS UPDATES\ACOMXL_V1_1.MOT. Is deze aanduiding niet correct, blader dan met de knop die zich rechts naast deze aanduiding bevindt naar de juiste locatie van de update firmware.
Het flash programma probeert in contact te komen met de processor van de AlphaCom PSTN2IP ML. Lukt dit, dan verschijnt in het groen ‘Connection complete’: Vervolgens wordt de nieuwe firmware in de processor geprogrammeerd en geeft de status balk aan hoeveel procent hiervan al gedaan is. Is de gehele firmware in de processor geprogrammeerd, dan verschijnt de melding: ‘Image successfully written to device’. Installatiehandleiding AlphaCom PSTN2IP ML transceiver Rev. 1.4 26-06-2009 Blz.
De firmware is nu correct geprogrammeerd in de AlphaCom PSTN2IP ML. Volg onderstaande aanwijzingen nauwkeurig op om de AlphaCom PSTN2IP ML na het succesvol flashen weer in de operationele mode op te starten. Verwijder de spanning van de AlphaCom PSTN2IP ML. Verwijder de seriële verbindingskabel tussen de PC en de AlphaCom PSTN2IP ML. Verwijder de jumper op J40. Verplaats de jumpers J43 en J44 terug naar de ‘run’ stand (zie figuur 4). Breng de spanning weer aan op de AlphaCom PSTN2IP ML.
BIJLAGE A Installeren van het FLASH programma Om een eventuele firmware van de AlphaCom PSTN2IP ML te kunnen plaatsen is een (kostenloze) flash tool beschikbaar. Deze wordt door de fabrikant van de microprocessor (Renesas) beschikbaar gesteld. Het installeren van de flash tool is zeer eenvoudig. Voer de fdt_3_06 file (een EXE file) uit. Gebruik de standaard waarden en doorloop de volledige installatie. Kies tijdens het installatie proces voor het aanmaken van een ‘desktop icon’.
Kies bij Select Device voor Generic BOOT Device en druk op Volgende. Selecteer de seriële COM-poort waarop de kabel aangesloten is. Let bij een USB naar seriële omzetter extra op, welke virtuele COM-poort door de driver aangemaakt is. Klik op Volgende. Zorg dat de AlphaCom PSTN2IP ML correct ingesteld is voor ‘flash’ mode en breng de spanning op de AlphaCom PSTN2IP ML aan. De groene watchdog LED gaat even aan en blijft daarna uit. Klik op OK. Installatiehandleiding AlphaCom PSTN2IP ML transceiver Rev.
Mocht er per abuis iets misgaan met de verbinding (de AlphaCom PSTN2IP ML staat bijvoorbeeld nog uit of de kabel is niet verbonden), klik dan op Cancel. Wanneer de verbinding tot stand gekomen is, verschijnt onderstaand scherm: Klik op OK. Installatiehandleiding AlphaCom PSTN2IP ML transceiver Rev. 1.4 26-06-2009 Blz.
Laat 25.00 MHz staan, dit is de correcte waarde. Klik op Volgende. Klik op Volgende. Druk op de knop Voltooien. De flash tool probeert nu in verbinding met de microprocessor te komen. Wanneer dat lukt, wordt onderstaand scherm getoond met de tekst Connection complete. Installatiehandleiding AlphaCom PSTN2IP ML transceiver Rev. 1.4 26-06-2009 Blz.
Zet een vinkje bij User / Data Area. In het vakje rechts naast de User / Data Area staat de eerste keer nog niets ingevuld. Blader met de knop rechts naast dit vak naar de file, met de firmware update. Installatiehandleiding AlphaCom PSTN2IP ML transceiver Rev. 1.4 26-06-2009 Blz.
Klik nu op de knop Program Flash om het flashen te starten. Installatiehandleiding AlphaCom PSTN2IP ML transceiver Rev. 1.4 26-06-2009 Blz.
Wanneer het flashen gereed is, verschijnt de tekst Image successfully written to device. Druk nu op de knop Disconnect. Tip: de laatste handeling (Disconnect) kan ook automatisch gebeuren. Selecteer in dat geval vanaf de Opions de ‘AutoDisconnect’. Als deze optie niet geselecteerd is, wordt naast de knop Program Flash de knop Disconnect getoond, als de optie wel geselecteerd is, wordt deze knop Disconnect niet getoond. Installatiehandleiding AlphaCom PSTN2IP ML transceiver Rev. 1.4 26-06-2009 Blz.
BIJLAGE B Reservering op de DHCP server maken Indien er in het netwerk een DHCP server wordt gebruikt, dan wordt het aanbevolen een IP adres voor de AlphaCom PSTN2IP ML te reserveren. De AlphaCom PSTN2IP ML werkt met een vast IP adres (dit IP adres is wel te programmeren) maar kan geen IP adres bij de DHCP server aanvragen. Het beste is om aan de AlphaCom PSTN2IP ML een vast IP adres toe te wijzen wat buiten het bereik van de DHCP server valt.
Bij een eenvoudiger netwerk wordt vaak het ADSL-modem / kabel-modem als DHCP server gebruikt. Controleer in dat geval, wat de range van IP adressen is, die door deze DHCP server uitgegeven worden. Programmeer de AlphaCom PSTN2IP ML op een vast IP adres dat buiten deze range valt, zodat er geen conflicten met dubbele IP adressen op kunnen treden. Bij het veelgebruikte Speedtouch ADSL modem/router, ziet dit er als volgt uit: Installatiehandleiding AlphaCom PSTN2IP ML transceiver Rev. 1.4 26-06-2009 Blz.
BIJLAGE C Tussen de router en de AlphaCom PSTN2IP ML wordt een standaard CAT 5 kabel aangesloten. Een straight-through kabel wordt als volgt aangesloten: Figuur 8: bedradingsschema netwerkkabel Indien de AlphaCom PSTN2IP ML direct op een PC wordt aangesloten, dan dient er een cross-over netwerkkabel gebruikt te worden. Een cross-over netwerkkabel wordt als volgt aangesloten: Figuur 9: bedradingsschema netwerk cross-over kabel Installatiehandleiding AlphaCom PSTN2IP ML transceiver Rev. 1.
BIJLAGE D Gereserveerde POORT nummers Het volgende overzicht toont veelgebruikte poortnummers.
BIJLAGE E: VERKLARENDE WOORDENLIJST DHCP Het Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) is een computerprotocol dat beschrijft hoe een computer de netwerkinstelling van een DHCP Server kan verkrijgen. Met het DHCP protocol krijgt de computer bijvoorbeeld een IP adres toegekend. De AlphaCom PSTN2IP ML transceiver maakt standaard gebruik van DHCP, maar kan ook als vast (fixed IP) ingesteld worden. GATEWAY Een gateway is een netwerkpunt dat dienst doet als "toegang" tot een ander netwerk.
een vast, door de fabrikant bepaald MAC-adres. Het MAC-adres wordt meestal in hexadecimale vorm aangeduid, bijvoorbeeld 00:0C:6E:D2:11:E6. Bij de PSTN2IP ML wordt het MAC adres ingesteld aan de hand van de fabrikantcode en de stikker op de printplaat. NAT Network address translation (NAT, ook wel Network masquerading of IP-masquerading) is het vertalen van IP adressen uit de ene reeks in de andere. Deze techniek wordt toegepast in het ADSL modem / router.
Een hub is een ‘dom’ knooppunt. Bestaat een hub uit bijvoorbeeld 8 aansluitpunten en verstuurt het apparaat op aansluitpunt 1 een bericht, dan wordt dit bericht (pakketje) altijd aan alle 7 andere aansluitpunten verzonden. Een switch is een ‘intelligente hub’. Wanneer bijvoorbeeld het apparaat op aansluitpunt 1 een bericht wil versturen, dan zal de eerste keer dat dit gebeurt, dit bericht (pakketje) aan alle 7 andere aansluitpunten verzonden.
WEBSERVER POORT Zie voor algemene uitleg over een POORT onder het kopje POORT. Een webpoort is het poortnummer voor een webapplicatie. Een webapplicatie ‘luistert’ of er berichten binnenkomen op het ingestelde poortnummer. Wanneer er een bericht binnenkomt (bijvoorbeeld ‘laat de home-pagina zien’) dan wordt het verzoek uitgevoerd. Standaard wordt voor een webpoort vaak 80 gebruikt. Het is veiliger om een ander poortnummer, bijvoorbeeld 81 of 82, te gebruiken (zie elders in deze handleiding).
BIJLAGE F: COMPATIBELE BEVEILIGINGSCENTRALES De AlphaCom PSTN2IP ML transceiver is getest met de volgende beveiligingscentrales: Fabrikant: Centrale: Getest protocol: ‘Acknowledge na bevestiging via IP’ wordt ondersteund: Ademco 4140 XMPT2 Alphatronics AlphaVision NG Alphatronics AlphaVision EC Alphatronics AlphaHome Alphatronics AlphaBox Alphatronics DL-500 kiezer Alphatronics DL-400 kiezer Alphatronics CP-508 Alphatronics CP-500 Alphatronics CP-407 Alphatronics Alphatronics Alphat
BIJLAGE G: SIA-codes Bij diverse gebeurtenissen kan men zelf een SIA / SIA-HS code programmeren. Deze codes worden veelal in overleg met de meldkamer (PAC) vastgelegd. In onderstaande tabel zijn de meest gebruikte codes weergegeven.
BIJLAGE H: RELEASE NOTES Installatie handleiding Revisie 1.0 Revisie 1.1 Revisie 1.2 22-10-2007 16-11-2007 11-06-2008 Revisie 1.3 09-07-2008 20-08-2008 04-09-2008 03-10-2008 04-12-2008 26-06-2009 Revisie 1.4 Eerste officiële Nederlandse handleiding. Beschrijving van firmware update toegevoegd. Waarschuwing bij dipswitch 2 toegevoegd. Beschrijving aangepast m.b.t. instellingen van de PSTN2IP ML om aan de gestelde eisen van de diverse risicoklassen te voldoen. Beschrijving aangepast m.b.t.
WEEE-verklaring Dit Alphatronics product is met de modernste machines gemaakt en bestaat uit kwalitatief hoogwaardige materialen en componenten die grotendeels gerecycled kunnen worden. Dit symbool betekent dat elektrische en elektronische apparatuur aan het einde van hun levensduur gescheiden van het normale huisvuil moeten worden verwerkt. U kunt dit apparaat inleveren bij uw gemeentelijk afvalverzamelpunt, kringloopwinkel of bij uw leverancier. Handleiding: versie 1.4 26 juni 2009 [C.J. Prins / M.