Instruction Manual

Table Of Contents
3. Doe de pannen niet voor meer dan driekwart vol. Opmerking: doe het
apparaat niet te vol, want anders kan het niet goed koken.
4. Spuit anti-aanbakspray aan de binnenkant van de pannen zodat u z
e
gemakkelijk kunt afwassen.
5. De uitneembare keramische pannen zijn ovenvast en magnetronbestendig.
6. Gebruik de uitneembare keramische pannen niet op gasfornuizen, elektrisc
he
kookplaten of onder een grill (vleesrooster).
7. Gebruik de deksels niet in een magnetron op oven.
8. Ingevroren voedsel, zoals groente en garnalen, kunnen als deel van een
specifiek recept worden gebruikt.
9. Als de stroom tijdens het koken uitvalt, kan het onveilig worden om het
gekookte gerecht te eten. Als u niet kunt vaststellen hoe lang de stroom was
uitgevallen, is het raadzaam om de voeding in de slowcooker weg te gooien.
10. Gebruik verse of gedroogde kruiden in plaats van gemalen kruiden; tijdens
een lange kooktijd behouden zij hun smaak beter.
11. Bedek alle voeding met vocht, saus of jus. Bereid dit in een aparte pan, voeg
dit daarna toe aan de slowcooker en bedek alle etenswaren in de
pan
volledig.
12. Als u ‘s ochtends geen tijd heeft, kunt u alles wat u nodig heeft voor uw
langzaam gekookte maaltijd de avond ervoor voorbereiden.
13. Uw ingrediënten moeten idealiter op kamertemperatuur zijn als ze aan de
slowcooker worden toegevoegd, dus haal alles 20 minuten vóór gebruik in de
slowcooker uit de koelkast.
14. Melkproducten zoals melk en kaas moeten als laatste worden toegevoegd,
tenzij uw recept iets anders vermeld. Zij gaan schiften in de slowcooker, dus
zorg dat u ze tijdens de laatste 15 kookminuten door het gerecht roert.
15. De smaakvolle sappen die tijdens het langzaam koken ontstaan, kunt
u
indikken door 1 kopje (250 ml) vocht uit de slowcooker te halen. Doe het
vocht in een steelpannetje. Meng 1 eetlepel (15 ml) water en 1 eetlepel (15
ml) maïzena. Roer het mengsel door het kookvocht in de steelpan. Kook en
roer het vocht op een gemiddeld vuur totdat het kookt. Laat het vocht, terwijl
u roert, 1 à 2 minuten koken of wacht tot het iets dikker wordt.
16. Bij het koken van soepen of stoofgerechten, dient u een ruimte van 5 cm
open te laten tussen de bovenkant van de uitneembare pan en
de
etenswaren, zodat het gerecht zachtjes kan sudderen. Als u een soep of
stoofgerecht op de HIGH-stand bereidt, dient u de voortgang geregeld te
controleren, want bepaalde soepen gaan bij HIGH aan de kook.
17. Pasta en schaal- en schelpdieren moeten tegen het einde van de kooktijd
worden toegevoegd.
18. Haal het deksel alleen van de slowcooker als dit echt nodig is. Het
verwijderen van het deksel heeft invloed op het eindresultaat en kan de
vereiste kooktijd feitelijk verlengen. Verwijder het deksel alleen als u
een
ingrediënt moet toevoegen.