Operation Manual

9-NL
* De afbeelding geldt voor CDE-114BTi.
De RDS-ontvangstmodus instellen en
RDS-zenders ontvangen
RDS (Radio Data System) is een radio-informatiesysteem dat gebruik
maakt van de 57 kHz-hulpdraaggolf van normale FM-uitzendingen.
RDS zorgt ervoor dat u een waaier aan informatie ontvangt zoals
verkeersinformatie en zendernamen, en schakelt automatisch over naar
een sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt.
1
Druk op FUNC.SETUP zodat de -indicator oplicht.
2
Druk op 1AF om de RDS-modus te activeren.
3
Druk op of om af te stemmen op de gewenste
RDS-zender.
4
Druk op 1AF om de RDS-modus te deactiveren.
5
Druk op FUNC.SETUP om de normale modus te
activeren.
De -indicator dooft uit.
Opmerking
Bedien het toestel terwijl de -indicator oplicht. Wanneer
gedurende 10 seconden geen handeling wordt uitgevoerd, dooft de
-indicator.
De digitale RDS-gegevens bevatten de volgende informatie:
Vooraf ingestelde RDS-zenders oproepen
1
Druk op FUNC.SETUP zodat de -indicator oplicht.
2
Druk op 1AF om de RDS-modus te activeren.
3
Druk op FUNC.SETUP om de normale modus te
activeren.
De -indicator dooft uit.
4
Zorg ervoor dat het -indicatorlampje dooft en druk
vervolgens op de preselectieknop waaronder de
gewenste RDS-zender is opgeslagen.
Als het signaal van de preselectiezender zwak is, stemt het
toestel automatisch af op een sterkere zender uit de AF-lijst (lijst
met alternatieve frequenties).
5
Wanneer de preselectiezender en de zenders uit de
AF-lijst niet kunnen worden ontvangen:
Wanneer PI SEEK is ingeschakeld (zie "PI SEEK-instelling" op
pagina 9), zoekt het toestel nogmaals naar een zender in de
PI-lijst (programma-identificatie).
Indien er nog steeds geen zenders beschikbaar zijn in de
omgeving, dan geeft het toestel de frequentie weer van de
preselectiezender en het preselectienummer verdwijnt.
Indien de signaalsterkte van de afgestemde regionale (lokale)
zender te zwak wordt om te kunnen ontvangen, druk dan op
dezelfde preselectieknop om af te stemmen op een regionale
zender uit een andere regio.
Opmerkingen
Raadpleeg het onderdeel radiobediening om de RDS-zenders vooraf in
te stellen. De RDS-zenders kunnen enkel vooraf worden ingesteld in de
frequentiebanden F1, F2 en F3.
Bedien het toestel terwijl de -indicator oplicht. Wanneer
gedurende 10 seconden geen handeling wordt uitgevoerd, dooft de
-indicator.
Regionale (lokale) RDS-zenders ontvangen
1
Houd FUNC.SETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om de SETUP-modus te activeren.
2
Draai aan de Rotary encoder om de REGIONAL-modus te
selecteren en druk vervolgens op ENT.
3
Draai aan de Rotary encoder om ON of OFF te selecteren.
In de OFF-modus blijft het toestel automatisch de verwante
lokale RDS-zender ontvangen.
4
Houd FUNC.SETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om naar de normale modus terug te keren.
Opmerkingen
•Druk op SOUND om terug te schakelen naar de vorige modus.
Wanneer gedurende 60 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
schakelt het toestel automatisch terug naar de normale modus.
PI SEEK-instelling
1
Houd FUNC.SETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om de SETUP-modus te activeren.
2
Draai aan de Rotary encoder om de PI SEEK-modus te
selecteren en druk vervolgens op ENT.
3
Draai aan de Rotary encoder om ON of OFF te selecteren.
RDS
PI
Programme Identification (programma-identifica-
tie)
PS Programme Service Name (programmanaam)
AF
List of Alternative Frequencies (lijst met alternatieve
frequenties)
TP Traffic Programme (verkeersprogramma)
TA Traffic Announcement (verkeersaankondiging)
EON
Enhanced Other Networks (versterkte andere net-
werken)
BAND/TA
/ENT
VIEW
1/AF
FUNC./SETUP
/SOUND

Rotary encoder